Na Klar Kap 4 les 14

Les 14
Lernziel: 
Je kan aangeven wanneer je iemand met du/Sie aanspreekt.
Je kan in het Duits aangeven welke datum het is.

Inhalt:
herhaling
Grammatik: du/Sie + datum
gespreksvaardigheid




1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 14
Lernziel: 
Je kan aangeven wanneer je iemand met du/Sie aanspreekt.
Je kan in het Duits aangeven welke datum het is.

Inhalt:
herhaling
Grammatik: du/Sie + datum
gespreksvaardigheid




Slide 1 - Slide

SO Dinsdag 20 april
SO Kapitel 4 (zowel thuis als online)
* Open Boek, dus je mag je boek erbij houden, MAAR grammatica staat niet LETTERLIJK in je boek, dus die moet je zelfstandig kunnen toepassen!
* Tijdslimiet voor de toets online + in lokaal
* Thuis: via magister word document downloaden en bewerken en ingevuld weer uploaden in magister.
* Lokaal: schriftelijk

Slide 2 - Slide

kaufen
sie .....
A
kaufst
B
kaufet
C
kaufest
D
kauft

Slide 3 - Quiz

reden
ihr....
A
redest
B
redet
C
redt
D
redst

Slide 4 - Quiz

arbeiten
du......

Slide 5 - Open question

wohnen
er .....

Slide 6 - Open question

kosten
es.....

Slide 7 - Open question

Vertaal:
die Schulsachen
A
de schoolzaken
B
de schoolzakken
C
de schoolspullen
D
de schooltassen

Slide 8 - Quiz

Vertaal:
denn

Slide 9 - Open question

du/Sie
du
Sie
tegen ouderes en familieleden
tegen mensen die je niet kent en die ouder dan 16 jaar zijn
tegen kinderen en jongeren van je leeftijd
tegen vrienden en goede kennissen

Slide 10 - Slide

Je praat met de opa van een Duitse vriendin.
A
du
B
Sie

Slide 11 - Quiz

Je spreekt een leeftijdsgenoot op het voetbalveld aan.
A
du
B
Sie

Slide 12 - Quiz

Datum
Om de datum te maken moet je weten:
rangtelwoorden (Kap 3 Gram B)
maanden (4.6) + dagen (1.6)

Het is woensdag 7 april = Es ist Mittwoch, der siebte April.
op 7 april                               = am siebten April
in april                                    = im April

Slide 13 - Slide

op 25 augustus
A
im fünfundzwanzigsten August
B
am fünfundzwanzigsten August
C
am fünfundzwanzigste August
D
im fünfundzwanzigste August

Slide 14 - Quiz

in Februari
A
am Februar
B
im Februar
C
in Februar

Slide 15 - Quiz

op 30 december
A
am dreißigsten Dezember
B
am dreißigste Dezember
C
am dreissigste Dezember
D
am dreissigsten Dezember

Slide 16 - Quiz

Het is zondag 20 mei.
A
Es ist Sonntag, der zwanzigsten Mai.
B
Es ist Sonntag zwanzigsten Mai.
C
Es ist Sonntag, der zwanzigste Mai.
D
Es ist Sonntag zwanzigste Mai.

Slide 17 - Quiz

Gespreksvaardigheid
1. Noteer je eigen verjaardag en van je vader/moeder/broertje (Bruder)/zusje(Schwester).
2. Breaktoutrooms:
A: Wann hast du Geburtstag?
B: Ich habe am ..... Geburtstag? Und du?
C: Ich habe ... Und du?
A: Antwoord Und wann hast dein Vater /deine Mutter Geburtstag?
B: Mein Vater / Meine Mutter hat ........... Und dein Vater/deine Mutter?
C: enz, enz

Slide 18 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Iedereen gaat zelfstandig aan de slag met de online opdrachten 42 t/m 45 
Opdr 42+43: du/Sie, wanneer gebruik je wat?
Opdr 44: Noteer de data op de juiste manier
Opdr 45: herhaling vervoegen zwakke werkwoorden





Slide 19 - Slide

De nieuwe grammatica is....
A
makkelijk
B
moeilijk
C
redelijk te begrijpen
D
abracadabra

Slide 20 - Quiz

Hausaufgaben
1.  Maken: 42 t/m 45 (4.5)
2. Leren: lernbox 4+5 + grammatik D+E+F (TB S 79+80)


Slide 21 - Slide