This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- Invuloefening vorige week bespreken
- Nieuwe invuloefening
- Woord van de week
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Een nieuwe oefening
Luister naar het verhaal: 'Hoe het afliep'
Waarnaar verwijst het verwijswoord?
Geef het goede antwoord.
Slide 5 - Slide
Jos hoort ergens blaffen. Het klinkt heel ver weg. 'Het' verwijst naar?
Slide 6 - Open question
Hij begint te roepen. 'Hij' verwijst naar?
Slide 7 - Open question
Dan ziet hij een stipje. 'Hij' verwijst naar?
Slide 8 - Open question
Het komt snel dichterbij. 'Het' verwijst naar?
Slide 9 - Open question
Dan ziet Jos dat het Joep is. Joep rent naar Jos toe. Hij heeft een dood konijn in zijn bek. 'Hij' verwijst naar?
Slide 10 - Open question
Trots legt hij het voor Jos neer. 'Hij' verwijst naar? 'Het' verwijst naar?
Slide 11 - Open question
Jos gaat terug naar de anderen. Die waren heel ongerust. Ze zijn blij dat Joep terug is, maar hij gaat nu wel aan de riem. 'Ze' verwijst naar? 'hij' verwijst naar?
Slide 12 - Open question
Vera geeft Joep een tik, want ze is toch wel een beetje boos op Joep. 'Ze' verwijst naar?