Nieuwsbegrip Woordenschat C week 21

Woordenschat C - Week 21
EK voetbal bijna van start 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolMiddelbare schoolSpeciaal OnderwijsGroep 7,8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Woordenschat C - Week 21
EK voetbal bijna van start 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Script
De capaciteit is de maximale hoeveelheid die ergens in kan. Bijvoorbeeld in een school, een stadion of een muziekcentrum. De capaciteit hangt af van hoe groot een gebouw is. Als de capaciteit is bereikt, dan kan niemand er meer in. Door corona is de capaciteit van gebouwen al eerder bereikt. Vroeger mochten er namelijk veel meer mensen in gebouwen, maar nu is de capaciteit veel kleiner. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Script
Om een plekje in een gebouw te kunnen bemachtigen om je favoriete band te horen en zien, moet je een kaartje kopen. Bemachtigen betekent iets met moeite verkrijgen. Het is lastig om een kaartje te bemachtigen, je moet er moeite voor doen. Omdat er nu veel minder mensen in een gebouw mogen komen is het nog veel lastiger om een kaartje te bemachtigen. En als je dan met veel moeite een kaartje hebt bemachtigd moet je je binnen ook nog houden aan de regels. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Script
Dan moet je je houden aan de ethos. De ethos betekent de houding, de mentaliteit. Als je je houdt aan de ethos dan gedraag je je zoals het hoort, dan pas je je aan de regels aan. Dan laat je een bepaalde mentaliteit, de ethos zien.
Als de capaciteit van een gebouw beperkt is moet je meer moeite doen om een kaartje te krijgen. En als je dan dat kaartje hebt wordt van je verwacht dat je de goede ethos laat zien.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

de animo

Slide 5 - Slide

Zet het woord de animo in het midden van het driehoekje. Leg het woord uit met behulp van de drie woorden of zinnetjes: de belangstelling, de interesse in iets en de zin om iets te doen. Deze noteert u elk bij een punt van de driehoek.
de 
saamhorigheid

Slide 6 - Slide

Zet het woord de saamhorigheid in het midden van het woordenweb.
Vraag de leerlingen waar ze allemaal aan denken bij het woord de saamhorigheid en schrijf dat rondom de saamhorigheid. Dit kunnen woorden zijn als de groep mensen, het gevoel, de verbondenheid of iets wat de saamhorigheid zou kunnen versterken, zoals het vieren van feestdagen.

het ethos

Slide 7 - Slide

Zet in de spiegel het woord ‘het ethos’. Welke woorden zie je dan in de spiegel terug? (de houding, de mentaliteit, de instelling…)
Andere tekstsoort 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

In dit filmpje wordt de inleiding van de Andere tekstsoort hardop denkend voorgedaan. Na het filmpje kunnen de leerlingen de rest van de tekst lezen en de opdrachten op de computer doen. 

De twee vragen op de volgende dia's zijn voor na de les, zodat er gecontroleerd kan worden of de leerlingen het lesdoel
Wat is geen goed voorbeeld van een informatieve tekst?
A
Een songtekst
B
Een nieuwsbericht
C
Een schema
D
Een verslag

Slide 10 - Quiz

Deze vragen kunnen gesteld worden als afsluiting van de les om te controleren of de leerlingen het lesdoel hebben behaald. 
Streamers in een informatieve tekst hebben hetzelfde lettertype als de rest van de tekst
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Slide 12 - Poll

This item has no instructions