4.5 Duurzaam consumeren

§4.4 Duurzaam consumeren                                                
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§4.4 Duurzaam consumeren                                                

Slide 1 - Slide

Overleg eens met elkaar. Wat is energie?
Wat leer je vandaag?
Aan het einde van deze les:

- Je weet wat de energietransitie inhoudt.
- Je begrijpt dat minder en duurzamer consumeren belangrijk is om de ecologische voetafdruk te verkleinen.
- Je kunt praktische voorbeelden geven van circulaire economie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Terugblik
  • energietransitie
  • lineaire / circulaire economie
  • Aan de slag
  • Einde

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Een gevolg van klimaatverandering is....
A
Het opwarmen van de aarde
B
Dat het aantal CO2 deeltjes op aarde minder wordt
C
Door het smelten van landijs, stijgt de zeespiegel
D
Meer risico op overstromingen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is energie?
A
Energie heb je nodig om iets te laten werken. Je verkrijgt het door hernieuwbare brandstoffen te verbranden.
B
Energie heb je nodig om iets te laten werken. je verkrijgt het door fossiele brandstoffen te verbranden.
C
Energie heb je nodig om iets te laten werken. Je verkrijgt dit door fossiele brandstoffen samen te persen

Slide 5 - Quiz

Eerst overleggen de leerlingen kort met elkaar. Waar hebben we het over als het gaat om energie? Welke energiebronnen zijn er zoal?

Welke beschrijving is juist?
In het klimaatakkoord van Parijs stonden...
A
Afspraken over hoeveel CO2 elk land uit mag stoten
B
Afspraken over het klimaat. Er moet minder CO2 worden uitgestoten. Per land worden regels bedacht.
C
Internationale regels waaraan landen zich moeten houden om de CO2 uitstoot te verminderen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Door CO2 in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.
D
Het afgeven van warmtestraling vanaf de maan naar de aarde.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn voorbeelden van duurzame energiebronnen?
A
Zonnepanelen en waterkracht
B
Zonnepanelen en verbranden fossiele brandstoffen
C
Fossiele brandstoffen en wind-en waterkracht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A: Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.

B: Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.

C: Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.

D: Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Waterstof maken we van water en.. elektriciteit. Is waterstof dan wel duurzaam?
A: Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.

B: Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.

C: Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.

D: Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Waterstof maken we van water en.. elektriciteit. Is waterstof dan wel duurzaam?
A
Ja, omdat bij het gebruik van waterstof alleen waterdamp vrijkomt.
B
Soms, het hangt er vanaf hoe we de elektriciteit die we hiervoor gebruiken opwekken.
C
Nee, als we dit doen kan het zijn dat al het water op raakt.
D
Nee, want ook bij waterstof worden er gassen uitgestoten.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 18 - Video

This item has no instructions


Biomassa levert gas op. Als we dit gas verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij groen gas vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.
B
De naam groen gras slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit gas niet duurzaam.
C
Omdat bij gas van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit groen gas omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 20 - Video

This item has no instructions


We moeten juist minder olie, gas en kolen uit de grond halen. Geothermie komt ook uit de grond. Is dat dan wel een goede oplossing?
A
Ja, want bij geothermie halen we alleen warm water naar boven en verbranden we niks.
B
Ja, want geothermie zit minder diep in de aarde dan olie, gas en kolen.
C
Soms, het hangt er vanaf of we de warmte ook weer terug onder de grond stoppen.
D
Nee, geothermie is fossiel en daarom niet duurzaam.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Maak opdracht 1 tot en met 5 op blz. 202 en 203

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lineaire -> Circulaire economie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lineaire economie
(lijn)
Grote afvalvoetafdruk
Circulaire economie
(circel)
Kleinere afvalvoetafdruk
Duurzaam

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Lineaire VS Circulaire economie

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Van lineair naar circulair
Lineaire economie = rechte lijn van grondstof naar afval.
Circulaire economie = gesloten kringloop: geen nieuwe grondstoffen nodig + geen afval. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4
sloop: Huizen worden afgebroken en bouwmaterialen verzameld.
verwerking: Oude bouwmaterialen worden verwerkt tot grondstoffen.
productie: Grondstoffen worden verwerkt tot nieuwe bouwmaterialen (cement/beton).
nieuwbouw: Nieuwe materialen worden gebruikt voor bouw van nieuwe huizen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Doelen checken:


- Je weet wat de energietransitie inhoudt.
- Je begrijpt dat minder en duurzamer consumeren belangrijk is om de ecologische voetafdruk te verkleinen.
- Je kunt praktische voorbeelden geven van circulaire economie.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat bevordert de energietransitie?
A
Afhankelijkheid van olie-import
B
Investeren in groene technologieën
C
Negeren van klimaatverandering
D
Verlagen van energiebesparing

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke energiebron is duurzaam?
A
Olie
B
Aardgas
C
Kolenenergie
D
Zonne-energie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de energietransitie?
A
Behouden van huidige energiebronnen
B
Verhogen van fossiele brandstofproductie
C
Vermijden van energiegebruik
D
Overstap naar duurzame energiebronnen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een effect van overconsumptie?
A
Meer banen in de industrie.
B
Toename van afval en vervuiling.
C
Lagere prijzen voor producten.
D
Betere levenskwaliteit voor iedereen.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een duurzame consumptie?
A
Veel kopen van goedkope producten.
B
Meer kopen dan nodig is.
C
Consumptie met respect voor het milieu.
D
Vaker uit eten gaan.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is minder consumeren belangrijk?
A
Voor sociale status.
B
Om meer geld te besparen.
C
Om de ecologische voetafdruk te verkleinen.
D
Omdat het trendy is.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van recycling?
A
Glas hergebruiken
B
Kleding vernietigen
C
Papier weggooien
D
Papier opnieuw verwerken

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een circulaire economie?
A
Grondstoffen hergebruiken
B
Afval verminderen
C
Afval verbranden
D
Meer produceren

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van hergebruik?
A
Plastic weggooien
B
Nieuwe meubels kopen
C
Kleding doneren
D
Oude meubels opknappen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions