H4 stedelijke gebieden - oefenen

H4 stedelijke gebieden - oefenen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

H4 stedelijke gebieden - oefenen

Slide 1 - Slide

§4.1 t/m §4.3
§4.1 Ik kan belangrijke vraagstukken in steden rondom duurzaamheid, leefbaarheid en werken analyseren en beoordelen
§4.2 Ik kan verklaren waarom de stad tegenwoordig de motor is van de economie
§4.3 Ik kan verklaren waarom de stedelijke (economische) ontwikkeling bestuurlijke samenwerking over de grenzen van de stad heen vereist en samenwerking tussen bestuur, bedrijfsleven en burgers

Slide 2 - Slide

Ikea is een voorbeeld van een hoogwaardige voorziening.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz



Welke uitspraken zijn juist?
A
Het verzorgingsgebied van steden die even groot zijn, is ook even groot.
B
De omvang van een verzorgings-gebied wordt ook bepaald door de bevolkingsdichtheid van dat gebied.
C
In een kleine plaats komen evenveel hoogwaardige voorzieningen voor dan in een grote plaats.
D
Een stad in een dichtbevolkt gebied heeft een kleiner verzorgingsgebied dan in een dunbevolkt gebied.

Slide 4 - Quiz

Waar/Niet waar
In dorpen vind je vooral hoogwaardige voorzieningen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Waar/Niet waar
Een universiteit is een voorbeeld van een hoogwaardige voorziening
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een stad waar slimme technologie centraal staat heet
A
Creatieve stad
B
Smart city
C
Duurzame stad

Slide 7 - Quiz

Almere is een erg duurzame stad die samenwerkt met Amsterdam. Waarvoor doet Almere dit?
A
voor het vervoer (metropoolregio)
B
veel Almeerders reizen voor hun werk naar Amsterdam
C
om te leren van de grote stad
D
Almere is een jonge stad die zich nog verder moet ontwikkelen

Slide 8 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze foto?
A
duurzame stad
B
smart city
C
belevingseconomie
D
creatieve stad

Slide 9 - Quiz

Welk begrip past NIET bij de ´duurzame stad´
A
Energiegebruik
B
Recycling
C
Digitale technologie
D
Open data

Slide 10 - Quiz

Wat hoort niet bij een duurzame stad?
A
aardwarmte
B
meer asfalt
C
flexibel inrichten van gebouwen
D
energieneutraal

Slide 11 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een smart city?
A
Autoluw
B
Snelweg
C
Automatische verkeerslichten
D
Zonnepanelen

Slide 12 - Quiz

Wat is het effect van Smart city's
A
Jongeren gaan naar de grote steden
B
Jongeren gaan naar kleine steden
C
Ouderen gaan naar grote steden
D
Ouderen gaan naar kleine steden

Slide 13 - Quiz

Wat is een belangrijk aspect van de 'smart city' in de nabije toekomst?
A
Het openbaar maken van gegevens via open data en het bevorderen van burgerparticipatie
B
Het gebruik van fossiele energiebronnen voor stadsontwikkeling
C
Het terugdringen van de digitale technologie om privacy te beschermen
D
Het volledig vermijden van digitalisering in de stad

Slide 14 - Quiz

Een stad met nieuwe ontwikkelingen / innovatie in de creatieve industrie
A
Creatieve stad
B
Smart city
C
Nieuwbouw
D
Utereg

Slide 15 - Quiz

Welke gevolgen heeft de kenniseconomie voor het landelijke gebied?
A
verdozing
B
krimp
C
vergrijzing
D
alle opties zijn juist

Slide 16 - Quiz

In de kenniseconomie is de productiefactor arbeid niet meer belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De kenniseconomie houdt sterk verband met:
A
De primaire sector (land en grondstoffen)
B
De secundaire sector (de verwerking van grondstoffen)
C
De tertiaire sector (dienstverlening)
D
De quartiaire sector (niet-commerciële dienstverlening)

Slide 18 - Quiz

Na 1990 bloeide de stad weer op, dankzij de kenniseconomie.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat verstaat men onder de kenniseconomie?
A
Een economie die gebaseerd is op hersenkracht en dienstverlening.
B
Economie waarbij de uitstraling van een product of dienst meer waard is dan de inhoud.
C
Een economie waarbij de grondstoffen en afval vrijwel volledig worden hergebruikt.

Slide 20 - Quiz

Wat is een sociaaleconomisch kenmerk van mensen in een creatieve stad?
A
Lager opgeleid
B
Ze zijn jong
C
Hoog opgeleid
D
Hoog besteedbaar inkomen

Slide 21 - Quiz

Wat is een creatieve stad?
A
Stad met veel werkenden in de creatieve industrie.
B
stad met veel creatieve mensen
C
stad met veel mensen die werken aan het vernieuwen van de aarde
D
stad met weinig mensen

Slide 22 - Quiz

In een creatieve stad hebben veel inwoners een hoog opleidingsniveau .
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Het begrip creatieve stad
past het best bij de jaren ...
A
60
B
70
C
80
D
90

Slide 24 - Quiz

Wat is het doel van het idee van de creatieve stad?
A
Meer kunst is goed voor de mensen in de stad.
B
Een stad met minstens één kunstacademie
C
De creatieve stad is een economische motor.
D
Een stad die de wijken origineel verbetert.

Slide 25 - Quiz

Bedrijventerrein in de buurt van een universiteit met uitstekende digitale infrastructuur.
A
Broedplaats
B
Innovatie campus
C
Smart City
D
Science Park

Slide 26 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een trend die sinds 1990 in veel steden is ontstaan?
A
De opkomst van traditionele industriegebieden
B
De groei van de agrarische sector in de stad
C
Het verdwijnen van kunst en cultuur uit stedelijke gebieden
D
De ontwikkeling van science parks en samenwerking met universiteiten

Slide 27 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van een duale arbeidsmarkt?
A
Een stratenmaker kan bijna geen promotie maken, maar een marketer kan steeds verder groeien in zijn carrière.
B
Er zijn veel meer banen in de primaire en secundaire sector dan in de tertiaire sector.
C
Ambtenaren krijgen veel minder betaald dan mensen die in het bedrijfsleven werken.
D
Een docent kan veel makkelijker parttime werken dan een automonteur.

Slide 28 - Quiz

Wat is waar?
Een duale arbeidsmarkt ...
A
komt vaak voor in steden.
B
geeft een verschil in type arbeid weer.
C
gaat over draagkrachtige inwoners van de stad.
D
past bij een kenniseconomie.

Slide 29 - Quiz

Publiek-private samenwerking is samenwerking tussen...
A
Overheid (publiek)en bedrijven (privaat
B
Overheid (privaat) en bedrijven (publiek)

Slide 30 - Quiz

Welk begrip past bij de volgende tekst.
De gemeente Amsterdam realiseert veel grote projecten. Het Zuidasproject, waarbij een gebied gerealiseerd wordt waar kan worden gewoond, gewerkt en gewinkeld en waar auto’s, treinen en metro’s onder de grond rijden, is een bijzonder project. De gemeente Amsterdam wil samenwerking met het Rijk en bedrijven het Zuidasproject realiseren.
A
Regionale samenwerking
B
Private sector
C
Publiek-private samenwerking
D
Openbaar bestuur

Slide 31 - Quiz

Almere en Lelystad leggen een fietssnelweg aan
A
Regionale samenwerking
B
Publiek-private samenwerking

Slide 32 - Quiz

Een voorbeeld van de
publieke sector is
A
Mac Donalds
B
Ikea
C
Gemeente Zwolle
D
Rabobank

Slide 33 - Quiz

Welk antwoord past niet
bij een Publiek Private
Samenwerking?
A
levert wederzijds voordeel op
B
vergunningen worden sneller verstrekt
C
bedrijven worden er niet bij betrokken
D
leidt vaak tot lagere kosten bij de bouw

Slide 34 - Quiz

§4.4 t/m §4.6
§4.4 Ik kan de verbanden tussen de ruimtelijke ontwikkeling van steden en demografische ontwikkelingen verklaren
§4.5 Ik kan de samenhang tussen woningkenmerken, bewonerskenmerken en leefbaarheid verklaren
§4.6 Ik kan stedelijk beleid gericht op leefbaarheid in wijken en buurten beoordelen

Slide 35 - Slide