This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
ELE oefentoets
Slide 1 - Slide
We hebben een weerstand van 10 Ohm. Spanning is 24V. Welke stroom loopt er door de kabel?
Slide 2 - Open question
2 weerstanden in serie. R1 = 6 Ω en R2 = 8Ω. De stroom is 4A Wat is de spanning?
Slide 3 - Open question
Waar of niet waar ? Stroom loopt van plus naar min!
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Door een dunne lange draad loop een elektrische stroom van 2A. De spanning is 50V. Bereken de weerstand van de dunne draad.
Slide 5 - Open question
Twee weerstanden zijn in serie aangesloten op een spanningsbron van 15 V. De ampèremeter geeft dan een aanwijzing van 1,5 A. Over weerstand R1 wordt een spanning van 6 V afgelezen. Teken het schema en bereken de weerstandwaarden van R1 en R2.
Slide 6 - Open question
1,5 MΩ = hoeveel ? Ω
Slide 7 - Open question
100mA = .... A ?
Slide 8 - Open question
15KΩ = .... Ω
Slide 9 - Open question
Bereken de Rv
Slide 10 - Open question
Bereken de I totaal
Slide 11 - Open question
RV = 20 Ω Bereken weerstand R2
Slide 12 - Open question
Een LED lampje van 5V - 30mA moet worden aangesloten op een netspanning van 12V. Teken het schema en bereken de weerstand van de voorschakelweerstand hiervoor nodig.
Slide 13 - Open question
Als je de fasespanning zou meten in Nederland dan is deze:
A
24V
B
230V
C
380V
D
400V
Slide 14 - Quiz
Kijk naar het plaatje. De motor is aangesloten in:
A
Ster
B
Driehoek
C
Ster / Driehoek
D
niet goed aangesloten
Slide 15 - Quiz
Als we spreken over contactnummers 1 en 2 dan spreken we over een ?