Je kunt twee overheidsmaatregelen noemen om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.
Verhogen AOW-leeftijd:
Participatiewet: als je arbeidsongeschikt wordt, toch opzoek naar werk dat je wel (gedeeltelijk kan doen) zo krijg je toch inkomen uit werk.
Slide 17 - Slide
Huiswerk 7.2
Je kunt uitleggen waarom er sociale zekerheid is.
Je kunt uitleggen wat het solidariteitsbeginsel te maken heeft met sociale zekerheid.
Je kunt de verschillen uitleggen tussen werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen.
Je kunt twee overheidsmaatregelen noemen om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.
Slide 18 - Slide
ECONOMIE 6.3
Schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)
op tafel
Slide 19 - Slide
Leerdoelen 6.3
Je kunt het verschil tussen een concrete en abstracte markt uitleggen.
Je kunt uitleggen hoe de wet van vraag en aanbod werkt.
Je kunt met een vraag- en een aanbodlijn de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid bepalen.
Je kunt een vraaglijn en een aanbodlijn in een grafiek tekenen.
Je kunt met een marktaandeel de afzet (of omzet) berekenen.
Slide 20 - Slide
Je kunt het verschil tussen een concrete en abstracte markt uitleggen.
Slide 21 - Slide
Je kunt uitleggen hoe de wet van vraag en aanbod werkt.
Slide 22 - Slide
Vraaglijn als de prijs daalt willen meer mensen pepernoten hebben. of minder als de prijs stijgt
Slide 23 - Slide
Aanbodlijn: Als er weinig vraag is produceren bedrijven minder.
Slide 24 - Slide
Je kunt met een vraag- en een aanbodlijn de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid bepalen.
Slide 25 - Slide
Je kunt met een marktaandeel de afzet (of omzet) berekenen.
Marktaandeel Hoeveel bezit een bedrijf van de markt
- Afzet
- Omzet
Slide 26 - Slide
Huiswerk 6.3
Je kunt uitleggen wat arbeidsmarkt en werkgelegenheid is.
Je kunt uitleggen wanneer je bij de beroepsbevolking hoort.
Je kunt uitleggen waar de wet gelijke behandeling voor bedoeld is.
Je kunt uitleggen wat arbeidsparticipatie is.
Slide 27 - Slide
ECONOMIE 6.4
Schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)
op tafel
Slide 28 - Slide
Examen jaren
Afspraken:
Luisteren
Spullen mee (rekenmachine schrift pen en Chromebook)
Slide 29 - Slide
Vandaag
Instructie
maken 6.4
Slide 30 - Slide
Leerdoelen 6.4
Je weet wat de Rijksbegroting is.
Je kunt rekenen met miljoenen en miljarden.
Je kunt uitleggen wat de miljoenennota is.
Je weet wat een begrotingstekort is.
Je weet wat een begrotingsoverschot is.
Slide 31 - Slide
Je weet wat de Rijksbegroting is.
Slide 32 - Slide
Je weet wat een begrotingstekort is.
Slide 33 - Slide
Opgave 5
Bekijk de tabel, Bart (18) werkt 25 uur per week in de horeca. Hij verdient daar 15% meer dan het minimumloon. Een voltijdbaan in de horeca is 38 uur per week.
Bereken hoeveel Bart per maand verdient?
Leeftijd
per maand
per week
per dag
18 jaar
826,80
190,80
38,16
Slide 34 - Slide
Opgave 12
In een land zijn 550.000 werklozen. dat is 8% van de beroepsbevolking.
Bereken de omvang van de werkgelegenheid.
Slide 35 - Slide
Wat is de consumenten prijs?
Inkoopprijs € 80
Brutowinstmarge (80%) +
Verkoopprijs
BTW (9%) +
Consumentenprijs
Slide 36 - Slide
Wat is de consumenten prijs?
Inkoopprijs € 80
Brutowinstmarge (80%) +
Verkoopprijs
BTW (9%) +
Consumentenprijs
Slide 37 - Slide
Leerdoelen 6.4
Je weet wat de Rijksbegroting is.
Je kunt rekenen met miljoenen en miljarden.
Je kunt uitleggen wat de miljoenennota is.
Je weet wat een begrotingstekort is.
Je weet wat een begrotingsoverschot is.
Geen leerdoel beschikbaar.
Slide 38 - Slide
Leerdoelen 7.1
Je kunt de vier overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn.
Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag beïnvloedt.
Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen.
Je kunt het verschil tussen de collectieve en de particuliere sector uitleggen.
Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert.