Oefentoets HS 1 - Entre mar y montaña

Bienvenidos
Oefentoets HS 1 Entre mar y montaña
1 / 41
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenidos
Oefentoets HS 1 Entre mar y montaña

Slide 1 - Slide

El programa
Objetivos:
De grammatica en de woordenschat opfrissen en die kunnen toepassen in de opdrachten.

Repaso (herhalen)
- Woordenschat hoofdstuk 1 "Entre mar y montaña".
- Jullie oefenen met leesvaardigheid.
- Jullie oefenen met de "Presente perfecto".
- Jullie oefenen met "klinkerwisseling".                                       

Slide 2 - Slide

1. Gramática

Slide 3 - Slide

Klinkerwisseling pas je bij de volgende personen toe:
A
bij alle personen
B
alleen bij nosotros en vosotros
C
alleen bij yo, tú, nosotros en vosotros
D
bij alle personen behalve nosotros en vosotros

Slide 4 - Quiz

Klinkerwisseling. Welke vorm hoort in de zin?

Mis padres _____ (dormir (ue) ) en una tienda grande.

Slide 5 - Open question

Klinkerwisseling. Welke vorm hoort in de zin?
Mi hermano y yo ______ (volver) a casa juntos después de la fiesta.

Slide 6 - Open question


jugar u>ue (ellas)
A
jugan
B
jugen
C
juegan
D
juegen

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste vervoeging:
preferir i>ie (jij)
A
Preferes
B
Prefieres
C
Prefiere
D
Prefere

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vervoeging
(ellos / ellas/ ustedes) comenzar (e>ie)
A
comienza
B
comenzamos
C
comienzen
D
comienzan

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vervoeging
(tú) recordar e>ue
A
recuerdas
B
recordamos
C
recordáis
D
recuerdo

Slide 10 - Quiz

Klinkerwisseling. Welke vorm hoort in welke zin?
Mañana, Paul y yo _____ un partido
Mi amiga Ana siempre _____ al hockey
Rita y Lola, ¿_____ al vóleibol?
Mis hermanos ____ juntos
juega
jugamos
juegan
jugáis

Slide 11 - Drag question

Hoeveel soorten klinkerwisseling zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Ik kan de klinkerwisseling vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Presente Perfecto

Slide 14 - Slide

Presente perfecto:
Welke van de vervoegingen van "haber" klopt NIET?
A
han
B
hamos
C
habéis
D
he

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van de
Presente perfecto?
A
trabajo
B
he trabajado
C
trabajé
D
estoy trabajando

Slide 16 - Quiz

Perfecto:
Hacer (tú)
A
He hecho
B
Ha hacado
C
Has hecho
D
Has hacido

Slide 17 - Quiz

Perfecto:
Tomar (él)
A
He tomado
B
Has tomado
C
Ha tomado
D
He tomacho

Slide 18 - Quiz

Perfecto:
Comer (yo)
A
He comido
B
Ha comido
C
He comado
D
Ha comado

Slide 19 - Quiz

Maak de zin af met de Presente perfecto:
Mi hermano y yo ___________ (ir) al estadio Camp Nou.

Slide 20 - Open question

timer
1:30
Onregelmatige vormen 
Presente perfecto
decir
hacer
abrir
volver

escribir
ver
poner
romper
dicho
hecho
abierto
vuelto
escrito
visto
puesto
roto

Slide 21 - Drag question

Tijdsaanduidingen Presente perfecto.
4 mogelijkheden
hoy
entonces
nunca
ayer
hace dos días
esta semana
en 2018
la semana pasada
siempre

Slide 22 - Drag question

Wat is het hulpwerkwoord van de Perfecto?
A
haber
B
tener
C
ser
D
estar

Slide 23 - Quiz

Perfecto:
hacer - ellas
Tip: onregelmatig ww.

Slide 24 - Open question

Perfecto:
escribir - ella
Tip: onregelmatig ww

Slide 25 - Open question

Presente perfecto:
tú - ver
Tip: onregelmatig ww

Slide 26 - Open question

Presente perfecto:
ellos - escribir
Tip: onregelmatig ww

Slide 27 - Open question

Presente perfecto:
Vosotros-hacer
Tip: onregelmatig ww

Slide 28 - Open question

Presente perfecto:
Vosotros-ir

Slide 29 - Open question

Perfecto:
Ir (ellas)
A
Ha isto
B
Han ido
C
Hemos isto
D
Habéis ido

Slide 30 - Quiz

Zet in de presente perfecto:
Nosotros (beber) agua.

Slide 31 - Open question

Zet in de presente perfecto:
Juan (hablar) español.

Slide 32 - Open question

Zet in de presente perfecto:
Yo (comer) un bocadillo.

Slide 33 - Open question

3. Vocabulario
WB p.44-45 
Sp-NL & NL- Sp 
1.1 t/m 1.4 

Slide 34 - Slide

Sleep het antwoord naar de juiste vertaling!
de haven
afslaan
que lo pases bien
de dood
te voet
dichtbij
de hoek
el edificio
la tienda
waarom
a pie
la muerte
cerca
el puerto
porque
het gebouw
la esquina
de winkel
girar
veel plezier

Slide 35 - Drag question

depende de
el paseo
el vértigo
la tienda
la entrada
la ventana
subir
las escaleras
hangt af van
de wandeling
de hoogtevrees
de trap
het raam
beklimmen
de winkel
de ingang

Slide 36 - Drag question

Blooket
1. Log in Blooket.

2. Gebruik je eigen naam.

Slide 37 - Slide

5. Lectura (lezen)
Maak in je WB p. 46
D-toets lezen oef. 2 (a,b)

Snel klaar? 
  • Oef. 3 (a,c)
  • Oef. 4 (a,b)
  • Leer frases clave Bron E TB p. 10

Slide 38 - Slide

Hoe goed heb je de stof van deze les begrepen?
A
Ik snap het helemaal
B
Ik snap het goed
C
Ik snap het een beetje
D
Ik snap het niet

Slide 39 - Quiz

Waar hebben jullie het meeste behoefte aan om te herhalen? Het onderwerp met de meeste stemmen beginnen we mee.
Voor de volgende les
A
Presente/onregelmatige werkwoorden
B
Klinkerwisseling
C
De imperativo (gebiedende wijs)
D
Perfecto (haber + ado/ido)

Slide 40 - Quiz

Ik ben klaar voor de toets!
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll