This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
BS3 Kruisingen
Slide 1 - Slide
Welk genotype is homozygoot dominant?
A
aa
B
Aa
C
arAr
D
AA
Slide 2 - Quiz
Homozygoot
Hetzelfde
de 2 allelen voor één erfelijke eigenschap zijn hetzelfde
Slide 3 - Slide
Welk genotype is homozygoot recessief
A
aa
B
Aa
C
aA
D
ArAr
Slide 4 - Quiz
Heterozygoot
Verschillend
de 2 allelen voor één erfelijke eigenshap zijn verschillend
Slide 5 - Slide
Dominant of recessief
Het allel wat bij een heterozygoot genotype tot uiting komt is dominant
Dominant allel = Bruin haar: hoofdletter
Recessief allel = Blond haar: kleine letter
Slide 6 - Slide
Welk genotype is intermediar?
A
aa
B
Aa
C
aA
D
AwAw
Slide 7 - Quiz
Thema 3 Erfelijkheid en evolutie
B1 Genotype en fenotype
B2 Genen
B3 Kruisingen
B4 Stambomen
B5 Variatie in genotypen
B6 Evolutie
B7 Verwantschap
B8 DNA-technieken
Slide 8 - Slide
Leerdoelen basisstof 3 Kruisingen
- Je kunt een kruisingsschema opstellen
- Je kunt bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen afleiden
Slide 9 - Slide
Inleiding
Ouders geven erfelijke eigenschappen door aan hun nakomelingen. Welk genotype ze krijgen, hangt af van het toeval. Toch kun je de kans op een bepaalde eigenschap voorspellen.
Slide 10 - Slide
Kruisen: twee ouders nakomelingen laten krijgen
P = De ouders (komt van parents)
F1 = 1e generatie nakomelingen (kinderen van de P)
F2 = 2e generatie nakomelingen (kinderen van de F1)
Slide 11 - Slide
denkstap
het gele mannetje heeft sowieso 2 recessieve allelen, want als er een dominant allel (voor zwarte vacht) aanwezig was in haar genotype, dan was ze zwart geweest.
Het gele mannetje is dus homozygoot recessief.
Slide 12 - Slide
Uit het verhaaltje halen we...
vrouwtje = homozygoot dominant = zwart
mannetje = homozygoot recessief = geel
We schrijven op:
P: AA x aa
Slide 13 - Slide
Opschrijven
P: AA x aa
geslachtcellen moeder: A
geslachtcellen vader: a
Slide 14 - Slide
Opschrijven
P: AA x aa
geslachtcellen moeder: A
geslachtcellen vader: a
F1:
genotype 100% Aa
fenotype 100% zwart
te maken schema:
Slide 15 - Slide
Opschrijven
P: AA x aa
geslachtcellen moeder: A
geslachtcellen vader: a
F1:
genotype: 100% Aa
fenotype: 100% zwart
P: Aa x Aa
geslachtcellen moeder: A of a
geslachtcellen vader: A of a
--> Schema maken
F2:
genotype = 50% Aa, 25% AA, 25% aa
fenotype = 75% zwart, 25% geel
OF opschrijven als verhouding
Aa, AA en aa in een verhouding van 2:1:1
zwart en geel in een verhouding van 3:1
te maken schema:
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Kansen en verhoudingen noteren
Kansen
genotype = 50%, Aa 25% AA, 25% aa
fenotypen = 75% zwart, 25% blond
Verhouding
Aa, AA en aa in verhouding 2:1:1
zwart en blond in verhouding 3:1
Uitspreken als: "2 staat tot 1 staat tot 1"
Uitspreken als: "3 staat tot 1"
Slide 18 - Slide
Opschrijven
P: AA x aa
geslachtcellen moeder: A
geslachtcellen vader: a
F1:
genotype: 100% Aa
fenotype: 100% zwart
P: Aa x Aa
geslachtcellen moeder: A of a
geslachtcellen vader: A of a
--> Schema maken
F2:
genotype = 50% Aa, 25% AA, 25% aa
fenotype = 75% zwart, 25% geel
OF opschrijven als verhouding
Aa, AA en aa in een verhouding van 2:1:1
zwart en geel in een verhouding van 3:1
te maken schema:
Slide 19 - Slide
Kijkend naar dit kruisingsschema, wat is dan de kans op homozygoot dominant?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%
Slide 20 - Quiz
Oefenen kruisingsopdracht
- Maak opdracht 1 en 2: Je mag overleggen
Je mag je boek erbij gebruiken (BS3). Steek je hand op voor hulp.
- We gaan straks opdracht 1 en 2 gezamenlijk nakijken
Klaar? Start met het huiswerk:
Opdr. 1 t/m 5 van 3.3 Kruisingen
timer
7:00
Slide 21 - Slide
Kruisingsopdrachten boekje
- Opdracht 1 en 2 klassikaal nakijken en verbeteren
- Daarna de rest van de opdrachten zelfstandig maken
Slide 22 - Slide
Huiswerk
Huiswerk: Werkblad kruisingen af (en nagekeken) + BS3 opdracht 1 t/m 5
Slide 23 - Slide
Moeder kat heeft een wittte vacht met genotype aa.
Vader kat heeft een zwarte vacht.
Ze krijgen in ieder geval 1 kitten met een witte vacht.