#340 1/3 Betoog/artikel schrijven: schrijfplan

SOCIALISEREN
timer
5:00
Je legt je laptop dicht klaar.
Je pakt je blauwe map.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

SOCIALISEREN
timer
5:00
Je legt je laptop dicht klaar.
Je pakt je blauwe map.

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
Lesdoel
Weet je het nog: mening en argumenten
Theorie betoog
Uitleg schrijfplan betoog
Opdracht 1
Weekplanning

Slide 2 - Slide

lesdoel
In deze les leer je wat een betoog is en hoe je een schrijfplan maakt om een betoog voor te bereiden.

Slide 3 - Slide

Weeralarm:
code rood
code oranje
code geel

Slide 4 - Slide

Het weeralarm moet afgeschaft worden.
A
mening
B
argument

Slide 5 - Quiz

Het zorgt voor angst, want niemand durfde naar buiten.
A
argument
B
mening

Slide 6 - Quiz

Mensen in de zorg mogen niet zonder diploma werken
A
argument
B
mening

Slide 7 - Quiz

Ziekenhuizen blijven zich inzetten voor corona patienten
A
mening
B
argument
C
feit

Slide 8 - Quiz

Een betoog houden, zo doe je dat !

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Theorie: betoog schrijven

Een tekst waarin je de lezer wil overtuigen van jouw mening

Slide 11 - Slide

Hoe is een betoog opgebouwd?

Slide 12 - Slide

Schrijfplan 

Dit schema:
in Schrijfdossier 2

Slide 13 - Slide

Voorbeeld

Slide 14 - Slide

Waarom?! Nou daarom...
Een schrijfplan zorgt ervoor dat die onderdelen ook écht in je tekst terechtkomen. Dus vóór je gaat schrijven ga je goed nadenken en globaal op papier zetten waar je naartoe wilt met je tekst. 
Je leert zo efficiënt mogelijk schrijven.


Slide 15 - Slide

Een schrijfplan 

Slide 16 - Slide

Het schrijfplan
Publiek: voor welke groep mensen ga je schrijven?
Tekstdoel: overtuigen
Onderwerp: je geeft in paar woorden aan waar jouw betoog over gaat.
Inleiding: eerste alinea van de tekst. Hier schrijf je wat jouw standpunt is over de stelling.
Middenstuk:  hier staan drie argumenten en voorbeelden. Waarom ben jij voor of tegen deze stelling?
Slot: laatste alinea tekst. Hier geef je een conclusie, samenvatting, advies. Herhaling standpunt uit de inleiding.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat is het standpunt in deze inleiding?

Slide 19 - Open question

Kenmerken van een goede inleiding
  1. Aantrekkelijke opening
  2. Introductie van het onderwerp
  3. Hoofdvraag van het onderwerp

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Dit is alinea 1: Wat is het argument in deze alinea? Welk signaalwoord wordt er gebruikt?

Slide 22 - Open question

Check, snap je het of niet?
Je krijgt in 'Schrijfdossier 2' een kleine korte tekst aangeboden, hierin een standpunt en argumenten kun jij ze vinden?


Slide 23 - Slide

Verlengde instructie of ZW
*Je werkt in Schrijfdossier 2/ OneDrive/ Nederlands Word
Je leest tekst 1 en maakt de opdrachten op blz. 10.
Of
*Je doet mee met de verlengde instructie.

Slide 24 - Slide

Schrijfdossier 2
We lezen tekst 1, blz. 8
Vraag 1: Wat is de mening van Daan over huisdieren in een verzorgingstehuis? (eind alinea 1)

Slide 25 - Slide

Schrijfdossier 2
Vraag 2: Welke argumenten worden er gebruikt?

Slide 26 - Slide

Schrijfdossier 2
Vraag 2: Welke argumenten worden er gebruikt?
Argument 1: Het maakt de verhuizing makkelijker, je neemt een vertrouwd dier mee.
Argument 2: Het is gezond om een hond of kat te hebben.

Slide 27 - Slide

Zelfstandig Werken
*Je werkt in Schrijfdossier 2/ OneDrive/ Nederlands/ in Word
Je leest tekst 1 en maakt de opdrachten op blz. 10

*Je werkt eerst zelf, na 8 minuten kun je overleggen met buurman/buurvrouw.

timer
20:00

Slide 28 - Slide

*Hoe vond je de uitleg?

*Opdracht 1 af?

*Waar wil je nog
uitleg over?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide