4.4 Het rijk van de planten + 4.12 Indeling van de zaadplanten

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Het rijk van de planten

• Je moet het plantenrijk kunnen indelen in drie stammen.
• Van elke stam moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen. 
  
• Je moet de stam van de zaadplanten kunnen indelen in twee klassen.
• Van elke klasse moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.

Planten

Celkern

Celwand

Bladgroenkorrels

Drie stammen planten

Het rijk der planten is in te delen in 3 stammen.

Kenmerken:

- Wortels

- Stengels

- Bladeren

- Bloemen

Wieren (algen)

Eencellige wieren (boomalg)

Veelcellige wieren (krans- en blaaswier)

Kenmerken:

- Geen wortels

- Geen stengels

- Geen bladeren

- Geen bloemen

Wat hebben wieren (algen)?

1. Stengels en bladeren
2. Wortels en bladeren
3. Alleen een stengel
4. geen van allen

Kiezelwieren zijn eencellige wieren. Welke kenmerken hebben eencellige wieren? Ze hebben ....

1. Geen celwand en een celkern
2. Een celwand en geen celkern
3. Een celwand en een celkern
4. Geen celwand en geen celkern

Sporenplanten

Drie klassen:

- Mossen

- Paardenstaarten

- Varens

Sporenplanten hebben:

- Geen bloemen

- Geen zaden

Hoe planten deze sporenplanten zich voort?

Varens

Paardenstaarten

Mossen

Sporendoosjes

Sporenhoopjes

Sporenvormende orgaantjes

Zaadplanten

Alle zaadplanten hebben: 

- Wortels 

- Stengels 

- Bladeren

- Bloemen

Twee klassen:

- Naaktzadigen

- Bedektzadigen

Sleep elk organisme naar de juiste groep

naaktzadigen

bedektzadigen

Welk van deze plant(en)
is een zaadplant?

1. alleen de den
2. de den & de paardenbloem
3. het mos & de varen
4. alleen de paardenbloem

mossen & varens zijn sporenplanten

zaadplanten  hebben wortels, stengels, bladeren & bloemen

De indeling van planten

Voor sushi worden meercellige wieren gebruikt, zoals zeesla (een groenwier) en nori (een roodwier).
Kun je deze wieren kweken uit zaadjes? Leg je antwoord uit.

Aan de slag!

Opdrachten: 

• 10 (wb blz. 89)
• 12 (wb blz. 90 (onderaan))
  
• 34 (wb blz. 112)
  
  

1A + 1B (uitdaging voor 1C + 1D):

• 35 (wb blz. 112 t/m 114)