2021 - 3v.gr1 - 23-9-2021

Welkom!
Zorg dat je je huiswerk voor je neus hebt, en dat je zometeen aantekeningen kunt maken. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Zorg dat je je huiswerk voor je neus hebt, en dat je zometeen aantekeningen kunt maken. 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van vandaag: 
Hoe zit het participium in elkaar in het Grieks? 

Slide 2 - Slide

Maar eerst: 
Kijken we het huiswerk na. 

Slide 3 - Slide

Geef de vertaling van rr. 1 t/m 3 van 3B

Slide 4 - Open question

Geef de vertaling van rr. 3 - 4

Slide 5 - Open question

Geef de vertaling van rr. 5 t/m ειπεν

Slide 6 - Open question

Geef de vertaling van rr. 5 - 6.

Slide 7 - Open question

Tijd voor aantekeningen :)

Slide 8 - Slide

Rijtjes van het participium

Slide 9 - Slide

Wat is het participium?
Een werkwoord dat als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt

Slide 10 - Slide

Participium praesens - mannelijk
vorming: stam + uitgangen gemengde groep 

Slide 11 - Slide

Participium praesens - mannelijk
vorming: stam + οντuitgangen gemengde groep 
λυ-ων 
-οντ-ος
-οντ-ι
-οντ-α
-οντ-ες
-οντ-ων
-ουσι(ν)
-οντ-ας 

Slide 12 - Slide

Participium praesens - vrouwelijk
Vorming: stam + ουσ + α/η -uitgangen
λυ-ουσ-α
-ης 
-ῃ
-αν
-αι
-ων
-αις
-ας 

Slide 13 - Slide

Participium praesens - onzijdig
zelfde als mannelijk, maar met andere vormen voor nominativus en accusativus 


Slide 14 - Slide

Participium praesens - onzijdig
zelfde als mannelijk, maar met andere vormen voor nominativus en accusativus 

enkelvoud: - ον -ον
meervoud: -α -α 

Slide 15 - Slide

Predicatief gebruikt PTC
Het PTC zegt iets over het woord waarmee het congrueert, én iets over de persoonsvorm.


Slide 16 - Slide

Predicatief gebruikt PTC
Het PTC zegt iets over het woord waarmee het congrueert, én iets over de persoonsvorm.

bv. δακρυων ειπεν: 'huilend zei hij'
δακρυοντες ειπον: 'huilend zeiden zij'


Slide 17 - Slide

Vragen? 

Slide 18 - Slide

Hoe zou je λυουσα vertalen?
A
losmakend
B
zij maakt los
C
losgemaakt hebbend
D
losmaken

Slide 19 - Quiz

Welk geslacht is λυουσα?
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 20 - Quiz