Communiceren

Communiceren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Communiceren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Communicatie bestaat uit;
7% woorden
38% stemgebruik
55% lichaamstaal

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Proef op de som
Waarnemen
en/of
Oordelen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vragen stellen...
Hoe zat dat ook alweer?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

Pas op met de waarom vraag, kan oordelend overkomen. Wat maakt het dat...is alternatief
Open of gesloten
Wanneer gebruik je open of gesloten vragen? 
Wat is het voordeel en nadeel van deze vragen?

Slide 13 - Slide

Een open vraag is een vraag die naar uitgebreide en verklarende antwoorden zoekt. Je nodigt je gesprekspartner uit om veel informatie te geven. Ze vragen vaak naar het wat, waar, wie, waarom, waarmee en het hoe. Voordelen: De vragen leveren veel informatie op en de opdrachtgever hoeft niet veel inspanning te leveren, de ander is vrij in het formuleren van een antwoord en zal dus het meest van de tijd aan het woord zijn.

Een gesloten vraag is een vraag waarop de ander alleen kan antwoorden met één van de voorgecodeerde antwoordmogelijkheden, vaak zijn deze antwoorden ‘ja’ of ‘nee’. Gesloten vragen beperken dus de antwoordmogelijkheden, ze zijn handig om toe te passen wanneer je behoefte hebt aan specifieke informatie. Voordelen: Jij stuurt het gesprek, het gesprek zal niet lang duren en jij kan recht op je doel af.
Instructie moordspel
Het doel is om de misdaad op te lossen door te het stellen van (nieuwsgierige) vragen. De spelleider mag alleen ja of nee antwoorden. De speler moeten dus gesloten vragen stellen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Moordspel
Los de volgende  moord op door gesloten vragen te stellen.
Romeo en Julia lagen dood op de vloer, naast hen een plas water, een plas bloed en glasscherven.
Het raam stond op een kier en de wind huilde.....

Slide 15 - Slide

Oplossing voor spelleider; Romeo is een kat en Julia is een vis die zich tot voor kort in een vissenkom bevond die op de vensterbank stond. Romeo die zich door het open raam wrong bracht de kom ten val, viel met zijn poot in een glasscherf en stierf. Julia flapperde nog even maar zonder water stief zij ook. 
Nu nog een keer maar dan....
Maar dan met open vragen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions