What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoorden herkennen
Werkwoorden
Werkwoorden
zijn
a
ctie
-woorden
Wat doen Begun en Hisham?
Begun
l
oopt
. Zij gaat naar school.
Hisham
schrijft
. Hij leert Nederlands.
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
ISK
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
25 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden
Werkwoorden
zijn
a
ctie
-woorden
Wat doen Begun en Hisham?
Begun
l
oopt
. Zij gaat naar school.
Hisham
schrijft
. Hij leert Nederlands.
Slide 1 - Slide
Wat is het werkwoord in de zin?
Ik speel buiten.
A
piano
B
speel
C
Ik
D
op
Slide 2 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Mijn broer maakt een kast.
A
Mijn
B
broer
C
maakt
D
kast
Slide 3 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Wij kopen ijs.
A
kopen
B
wij
C
ijs
Slide 4 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
U woont in Rotterdam.
A
in
B
Rotterdam
C
woont
D
U
Slide 5 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Aisha fietst naar het station.
A
Aisha
B
het station
C
naar
D
fietst
Slide 6 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Zij geeft het boek.
A
geeft
B
zij
C
het boek
Slide 7 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Ik lees een boek.
A
een boek
B
lees
C
Ik
Slide 8 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Mijn moeder doet de afwas.
A
moeder
B
de afwas
C
mijn
D
doet
Slide 9 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Onze school heet het Olympia College
A
school
B
onze
C
heet
D
Olympia College
Slide 10 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Morgen schrijft hij.
A
schrijft
B
morgen
C
hij
Slide 11 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
De vrouwen lopen op straat.
A
straat
B
lopen
C
de vrouwen
D
op
Slide 12 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
De mannen krijgen vandaag een brief.
A
De mannen
B
krijgen
C
vandaag
D
brief
Slide 13 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
De docent praat met de leerlingen.
A
De docent
B
met
C
de leerlingen
D
praat
Slide 14 - Quiz
een werkwoord goed schrijven
kijken = de naam
Bij ik:
kijken
- en
= kijk
->
ik kijk
Slide 15 - Slide
werkwoord goed schrijven
Bij hij of de man of de jongen, naam: Ahmed, Dyar, Wisam
1. kijken
- en
= ->kijk
2. kijk
+ t
= -> kijkt
Hij kijk
t
.
Dyar kijk
t
naar buiten.
Wisam kijk
t
naar de tv.
Slide 16 - Slide
werkwoord goed schrijven
Bij zij, de vrouw, het meisje of bij een naam: Karolayne, Begun
1. werken - en = ->werk
2. werk + t = -> werkt
Zij werk
t
.
Begun werk
t
in de Hema.
Karolayne werk
t
in een restaurant.
Slide 17 - Slide
werkwoord goed schrijven
Bij u. U gebruik je voor respect.
Bijvoorbeeld voor oude mensen, de baas, de dokter.
1. werken - en = ->werk
2. werk + t = -> werkt
U werk
t
in het ziekenhuis.
U loop
t
in het kantoor.
Slide 18 - Slide
Wat is goed?
A
Ik schrijft.
B
Ik schrijven.
C
Ik schrijf.
D
Ik schrijvent.
Slide 19 - Quiz
Wat is goed?
A
Hisham werk.
B
Hisham werkt.
C
Hisham werken.
D
Hisham werktt.
Slide 20 - Quiz
Wat is goed?
A
U werkt.
B
U werken.
C
U werk.
D
U werktt.
Slide 21 - Quiz
Wat is goed?
A
Fatima ga.
B
Fatima gaan.
C
Fatima gaant.
D
Fatima gaat.
Slide 22 - Quiz
1 of 2+
1
= hij/zij
u
jij
2+
= wij
jullie
zij/ze (groep)
Slide 23 - Slide
2+
Bij 2 + gebruik je de naam van het werkwoord.
Voorbeeld: de naam van het werkwoord is fietsen -> wij fietsen
De leerlingen fietsen in Rotterdam.
Wij fietsen in Rotterdam.
Jullie fietsen in Rotterdam.
Zij fietsen in Rotterdam.
Slide 24 - Slide
Wat is goed?
A
Wij slaap in bed.
B
Wij slapen in bed.
C
Wij slaapt in bed.
D
Wij slapent in bed.
Slide 25 - Quiz
Wat is goed?
A
Zij praten.
B
Zij praatt.
C
Zij praat.
D
Zij pratent.
Slide 26 - Quiz
Wat is goed?
A
Jullie werkt.
B
Jullie werk.
C
Jullie werken.
D
Jullie werkent.
Slide 27 - Quiz
Hoe maak je een zin?
1. De mensen
2. het werkwoord
3. de andere woorden
Slide 28 - Slide
1
2
3
Begun
schrijft
een woord.
Slide 29 - Drag question
1
2
3
4
De docent
leest
een boek
.
Slide 30 - Drag question
1
2
3
4
Ik
ga
naar de dokter
.
Slide 31 - Drag question
Welke werkwoorden weet je nu?
Slide 32 - Open question
Deze les was.......
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 33 - Poll
More lessons like this
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
T2L9: Supertalenten
February 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Lager onderwijs
juiste vorm van werkwoord
December 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Primary Education
Age 6-10
werkwoorden
April 2023
- Lesson with
16 slides
Hebben en zijn
September 2024
- Lesson with
29 slides
NT2
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
1 Werkwoorden herkennen basis
September 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Spelling de infinitief en het voltooid deelwoord
June 2019
- Lesson with
24 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1