tussentijdse bespreking voortgang PO + afronden 1.6 + UL 1.7 (2vwo) 2025
Planning:
tussentijds aan de slag met PO
opdrachten nakijken 1.6
controle begrippenlijst 1.6
uitleg; leerdoelen 1.7
PW datum + PO datum + huiswerk opgeven
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 30 slides, with text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Planning:
tussentijds aan de slag met PO
opdrachten nakijken 1.6
controle begrippenlijst 1.6
uitleg; leerdoelen 1.7
PW datum + PO datum + huiswerk opgeven
Slide 1 - Slide
Open jouw PO op je device
en
zorg ook dat je grafiek op papier op tafel ligt.
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Onderdelen zelf controleren:
uitleg & beoordelingsdocument openen op de classroom
Slide 3 - Slide
Onderdelen af te ronden + TIPS:
uitleg & beoordelingsdocument openen op de classroom
Slide 4 - Slide
1 = device in je tas
2 = grafiek goed opbergen
timer
1:00
Slide 5 - Slide
Nog extra info over basisstof 1.6
Slide 6 - Slide
gaswisseling bij insecten
Insecten hebben tracheeën ; vertakte buisjes met lucht die overal in het lichaam eindigen.
Stigma´s zijn de openingen waardoor
de lucht de tracheeën in stroomt.
Slide 7 - Slide
Stigma´s in het achterlijf.
Het achterlijf maakt pompende bewegingen.
Hierdoor wordt het achterlijf heen en weeg bewogen, om zo de lucht in de tracheeën te verversen.
Slide 8 - Slide
gaswisseling bij vissen
Vissen hebben kieuwen. Deze liggen vlak achter de kop in kieuwholten. De kieuwholten zijn bedekt door kieuwdeksels.
Elke kieuw bestaat uit een kieuwboog, met daarop een groot aantal kieuwplaatjes.
Slide 9 - Slide
Het oppervlakte van alle kieuwlamellen samen is groot, waardoor de opname van zuurstof en de afgifte van CO2 snel kan verlopen.
Slide 10 - Slide
tegenstroomprincipe!
Slide 11 - Slide
tegenstroomprincipe!
Slide 12 - Slide
gaswisseling bij vogels
Vogels hebben longen met luchtzakken.
De longen van vogels worden niet groter en/of kleiner, de luchtzakken wel.
Door de luchtzakken gaat de
gaswisseling sneller dan
bij zoogdieren.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
1 = Leg je schrift open op de begrippenlijst van 1.6 en leg hem op de hoek van je tafel
2 = Open je boek op thema 1
basisstof 6
Start met nakijken!
timer
10:00
Slide 16 - Slide
leerdoel 1.7
Ik ken de mogelijke gevolgen van roken en blowen.
Tip; zowel op korte als
op lange termijn.
Slide 17 - Slide
Samenstelling van tabaksrook
nicotine
teer
koolstofmono-oxide
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
Samenstelling van tabaksrook
Slide 18 - Slide
Tabaksrook;
Nicotine ; is de stof die ervoor zorgt dat mensen verslaafd raken.
Het heeft een opwekkend effect; verhoging hartslag en bloeddruk.
Teer; beschadigt binnenkant van de luchtwegen + is kankerverwekkend.
Trilhaarcellen raken beschadigd, waardoor het slijm minder goed kan worden afgevoerd. Er zitten kankerverwekkende stoffen is.
Het veroorzaakt ook de bruine aanslag op vingers en tanden van rokers.
Slide 19 - Slide
Tabaksrook;
Koolstofmonoxide:
Het is een reukloos gas.
Als je CO inademt, wordt het opgenomen in je bloed. Daardoor is er in het bloed minder plek voor zuurstof. De cellen in het lichaam kunnen dan te weinig zuurstof krijgen.
Slide 20 - Slide
passief roken (meeroken)
meeroken
gevolgen
Slide 21 - Slide
Meeroken
Als je de rook van anderen inademt is dat passiefroken of meeroken.
Ook als je niet rookt kan je de schadelijke stoffen binnenkrijgen.
Hierdoor kan je dezelfde ziektes krijgen als rokers, ook al rook je zelf niet!
Om mensen te beschermen, is het verboden te roken in openbare ruimten, in het openbaar vervoer, op de werkplek en op scholen.
Slide 22 - Slide
E-sigaret, Shishapen, waterpijp
E-sigaret : verdampen vloeistof met nicotine en smaakstof.
Shishapen: E sigaret, meestal zonder nicotine.
Ook schadelijke stoffen: nicotine/ stikstofverbindingen en metalen: schade aan luchtwegen, hartkloppingen, kankerverwekkend.
Waterpijp: Er komt hierbij tot 30x meer koolstofmonoxide dan sigaretten.
CO-vergiftiging. De symptomen = hoofdpijn, misselijkheid, duizeligheid, vermoeidheid. Bij langere blootstelling leiden tot schade aan luchtwegen, hartkloppingen en verhoogde kans op kanker.
Slide 23 - Slide
Waarom roken jongeren
Wat denken jullie?
Slide 24 - Slide
Waarom roken mensen?
Af en toe roken, dan ontstaat er snel een behoefte aan nicotine:
Je gaat steeds sterker naar verlangen = geestelijk afhankelijk
Een roker heeft steeds meer nicotine nodig om zich prettig te voelen;
Dit is gewenning.
Vervolgens wordt het steeds moeilijker om ermee te stoppen, om het lichaam als het ware begint te protesteren als er niet wordt gerookt;
Dit noem je ontwenningsverschijnselen.
Je bent dan lichamelijk afhankelijk, oftewel verslaafd.
Slide 25 - Slide
ALCOHOL EN CANNABIS
Slide 26 - Slide
Cannabis
Werkzame stof in cannabis is THC.
Je kan het roken, drinken en eten.
In industriële hennep, voor bijv. kleding, zit geen THC.
Er zit ook CBD in. Deze stof heeft geen psychoactief effect, maar beinvloedt wel de werking van THC.
THC zit in de onbevruchte vrouwelijke bloemtoppen van de plant.