LUK 2 VPK_Bijeenkomst 1_Zelfmanagementondersteuning

Verpleegkunde
LUK 2
VPK_Week 2.1
Zelfmanagement
1 / 28
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Verpleegkunde
LUK 2
VPK_Week 2.1
Zelfmanagement

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Op een schaal van middeleeuwse katten, hoe zit je er nu bij?

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Leerstrategie in het hbo
  • LUK 1 is afgesloten.
  • hoe kijk je terug op jouw studieresultaten?
  • ga je je leerstrategie hetzelfde houden of aanpassen?
  • wat ga je eventueel anders doen?



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar werken we naar toe?
Succescriterium
Je kent thema's van zelfmanagementondersteuning i.r.t. de patiënt en diens netwerksysteem.  

Lesdoelen
  1.  Je kent en begrijpt de begrippen eigen regie, zelfredzaamheid, chronisch ziek,     persoonsgerichte zorg, samen beslissen en zelfmanagement  
  2. Je kent en begrijpt de  3 aspecten van zelfmanagement  
  3. Je kent en begrijpt de samenhang tussen mantelzorg, vrijwilligershulp en professionele zorg (inclusief de begrippen informele zorg en respijtzorg).
  4. Je kent verschillende meetinstrumenten in de zorg. 

Slide 4 - Slide

De in de lesdoelen benoemde adaptieve opgaven zijn rol- en medisch management en emotioneel management.  In van Staa hoofdstuk 1.5 worden 7 benoemd en wat wij hier noemen worden aspecten van zelfmanagement genoemd. 

Om de verwarring weg te nemen spreken we in deze les over de drie adaptieve opgaven zoals ik hierboven benoem. 
Programma
  • Voorkennis activeren: Ecogram vergelijken (10 min)
  • Instructie adaptieve opgaven bij zelfmanagement
  • Opdracht: Zelfredzaamheidsradar 
  • Instructie meetinstrumenten
  • Opdracht meetinstrumenten
  • Evaluatie van de les

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gebruikte bronnen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voorbereidingscheck

Slide 7 - Slide

DOEL

De voorbereidingsopdrachten worden geactiveerd zodat we zien hoe iedereen in de race zit.

Sheet 8 t/m 14



In hoeverre heb je je voorbereid?
Ik heb het ecogram gemaakt en de literatuur gelezen
Ik heb het ecogram gemaakt
Ik heb de literatuur gelezen
Ik heb geen van beide gedaan

Slide 8 - Poll

Hiermee differentieer je in de klas. Laat de groep die zich niet heeft voorbereid de literatuur lezen. 
Heb je nog vragen over dat wat je hebt bestudeerd?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Groepsopdracht 1 
Ecogram vergelijken voorbereidingsopdracht
Groepjes
tweetallen
Duur
10 minuten
Bespreken voorbereidingsopdracht Ecogram

Slide 10 - Slide

Studenten bekijken elkaars ecogram en geven daar feedback op. 
Opdracht ecogram (10 min)
In tweetallen gemaakte Ecogram bestuderen

Geef elkaar feedback op de uitvoering van het ecogram

  • Voldoet het ecogram aan de criteria van de handleiding? 
  • Zijn de juiste verbanden gelegd?
  • Zijn de juiste benamingen benoemd?
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Je kunt als docent ervoor kiezen om te differentieren. Studenten die geen ecogram hebben gemaakt, kunnen dit alsnog doen in 10 minuten op de gang. 
Zelfmanagement 

Slide 12 - Slide



In dit deel van de les neem je de studenten mee in de begrippen over zelfmanagement, chronisch ziek, zelfredzaamheid, eigen regie, persoonsgerichte zorg en samen beslissen aan de hand van een vraag en uitleg. 


De aanpassingen die mensen met een chronische aandoening moeten doen worden ook wel ................... genoemd.
A
copingstrategiën
B
functionele beperkingen
C
medische interventies
D
adaptieve opgaven

Slide 13 - Quiz

Deze adaptieve opgaven kun je verdelen in drie gebieden van zelfmanagement:
medische management
rol management
emotioneel management
Je kunt erop ingaan dat verpleegkundigen zich vooral richten op medisch management terwijl patiënten soms meer worstelen met problemen op andere vlakken
Adaptieve opgaven

Slide 14 - Slide

Leven met een chronische aandoening wordt door de sociologen Corbin en Strauss (1988) ‘oneindig werk’ genoemd. Zelfmanagementondersteuning is erop gericht dat voortdurende werk te verlichten. In deze paragraaf lichten we de definitie van zelfmanagement die wij in dit boek hanteren (par. 1.2.2) nader toe. Dit gebeurt aan de hand van vier centrale elementen:
1. Omgaan met lichamelijke, psychische en sociale consequenties van de aandoening.
2. De ziekte inpassen in het dagelijks leven.
3. Eigen regie van de patiënt en samen beslissen.
4. Streven naar optimale kwaliteit van leven.
Daarbij heeft de zorgvrager drie rollen: medisch management, rolmanagement en emotioneel management. Binnen de geestelijke gezondheidszorg staat het begrip herstel centraal, dat vier aspecten kent: klinisch, functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel (Van der Stel, 2015).

Je kunt erop ingaan dat verpleegkundigen zich vooral richten op medisch managemet terwijl patiënten soms meer worstelen met problemen op andere vlakken
De aanpassingen die mensen met een chronische aandoening moeten doen,
worden ook wel ‘adaptieve opgaven’ genoemd (Moos & Holahan, 2007). Deze
opgaven kun je onderverdelen in drie gebieden van zelfmanagement. Het
Medisch management het Rol management en het Emotioneel
management (Lorig & Holman, 2003) (Boekje SMILE)

Wat is eigen regie eigenlijk?
A
Organiseren en coördineren van het eigen leven
B
Organiseren en coördineren van de medicatie en behandeling
C
Organiseren en coördineren van de behandeling en psychische gevolgen ervan
D
Organiseren en coördineren van het welzijn en het psychisch welbevinden.

Slide 15 - Quiz

Ga in gesprek over eigen regie. In de voorbereiding is gevraagd om over de volgende  begrippen in eigen woorden uit te leggen: eigen regie, zelfredzaamheid, chronisch ziek, persoonsgerichte zorg, samen beslissen en zelfmanagement .

Antwoord (Van Staa et al. 2022) 
Eigen regie is het organiseren en coördineren van het eigen leven met als doel een goed leven, in eigen ogen (Verkooijen, 2006).

Eigen regie geldt voor iedereen, ook voor wie geen chronische aandoening heeft. Iedereen mag zelf bepalen op welke wijze hij het eigen leven inricht (wonen, werken, sociale contacten) en hoe de zorg en/of begeleiding bij eventuele ziekte daarbij wordt ingevuld. Daarmee lijkt eigen regie een overkoepelend concept te zijn; de erkenning van eigen regievoering is een voorwaarde voor zelfmanagement. Regievoering houdt in dat je richting kunt geven aan je eigen leven, ook als er een beroep op anderen gedaan moet worden voor steun bij zelfredzaamheid of participatie (Brink, 2013). De vanzelfsprekendheid van eigen regie houdt vaak op wanneer mensen voor langere of kortere tijd een beroep moeten doen op de hulp van derden; de patiënt komt dan in een kwetsbare en afhankelijke positie terecht (Siemonsma, 2022). Eigen regie wordt dan maar al te vaak, en meestal met goede bedoelingen, ingeperkt (Movisie, 2017).
Eigen regie sluit aan bij het fundamentele recht op zelfbeschikking. 
Wat is zelfredzaamheid?
A
Eigen regie
B
Zelfzorg
C
persoonsgerichte zorg
D
Een adaptieve opgave

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het grote verschil tussen zelfzorg en zelfmanagement?

Slide 17 - Mind map


Woordwolk om te kijken of de begrippen goed worden begrepen door de studenten. Ga in gesprek indien nodig over het verschil. 

Van Staa: 
zelfzorg en eigen regie: doet iedereen
zelfmanagement: doen mensen met een chronische aandoening.
Bespreek wat een chronische aandoening is. 
Definitie volgens Van Staa: Chronische aandoening wordt omschreven als onomkeerbare aandoeningen zonder uitzicht op volledig herstel en met een relatief lange ziekteduur; afhankelijk van de aandoening gaat het om een ziekteduur van langer dan zes weken of zes maanden. 
Hoe breng je de zelfredzaamheid in kaart van een zorgvrager? 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Groepsopdracht 
Zelfredzaamheid in kaart brengen
Groepjes
tweetallen
Duur
15 minuten
Bijeenkomst opdracht invullen zelfredzaamheidsradar

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht (15 min)
  • In viertallen
  • lees de casus van Meneer Van den Akker (70), zie Brightspace bij domein verpleegkunde "Zelfredzaamheid oefenkaarten"en vul voor hem een zelfredzaamheidsradar in.  Maak bijbehorende vragen.

Slide 20 - Slide

De studenten gaan aan de slag met de zelfredzaamheidsradar als hulpmiddel van de verpleegkundige om de zelfredzaamheid in kaart te brengen met de zorgvrager. 

De papieren casuistiek hangt in Brightspace. De zelfredzaamheidsradar kunnen zij uit BS halen. De website volgt hierna. 

Je kan er ook voor kiezen om de casuistiek uit te printen. 

Slide 21 - Link

Dit is de website van de zelfredzaamheidradar. De studenten gaan aan het werk met een casus uit BrightSpace om de zelfredzaamheid in kaart te brengen. 
Meetinstrumenten
Doel: signaleren, vervolgen en gericht verkennen van behoeften, 
symptomen en 
problemen van zorgvragers en hun naasten. 

Slide 22 - Slide

De overstap van zelfredzaamheid en zelfmanagement naar meetinstrumenten is een logische. Immers, de verpleegkundige maakt haar observaties meetbaar door gericht een meet- of screeningsinstrument in te zetten. 


Wilkinson H9.4
Voorwaarden meetinstrument
Vormen:
  • Vragenlijsten
  • observatielijsten 
  • Performance tests

Voorwaarden: het meetinstrument moet 
  • valide
  • betrouwbaar en 
  • hanteerbaar zijn

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn meetinstrumenten in de zorg?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 
Meetinstrumenten
Groepjes
Individueel
Duur
15 minuten
Individuele opdracht meetinstrumenten

Slide 25 - Slide

Het is misschien een idee om studenten in dezelfde zorgsector bij elkaar te plaatsen. 
Opdracht meetinstrumenten
Ga op zoek naar de meetinstrumenten die je in je oriëntagestage zou kunnen gebruiken. 


Maak gebruik van:
https://www.zorgvoorbeter.nl/
https://kennisplatform.venvn.nl/alle-instrumenten/
https://meetinstrumentenzorg.nl/

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Evalueren
Succescriterium
Je kent thema's van zelfmanagementondersteuning i.r.t. de patiënt en diens netwerksysteem.  

Lesdoelen
Je kent en begrijpt de begrippen eigen regie, zelfredzaamheid, chronisch ziek, persoonsgerichte zorg, samen beslissen en zelfmanagement  
Je kent en begrijpt de 3 adaptieve opgaven van zelfmanagement  
Je kent en begrijpt de samenhang tussen mantelzorg, vrijwilligershulp en professionele zorg (inclusief de begrippen informele zorg en respijtzorg).
Je kent verschillende meetinstrumenten in de zorg.

Slide 27 - Slide

De in de lesdoelen benoemde adaptieve opgaven zijn rol- en medisch management en emotioneel management.  In van Staa hoofdstuk 1.5 worden 7 benoemd en wat wij hier noemen worden aspecten van zelfmanagement genoemd. 

Om de verwarring weg te nemen spreken we in deze les over de drie adaptieve opgaven zoals ik hierboven benoem. 
Hoe ging het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

This item has no instructions