8 maart: BMF1

8 maart: BMF1
Fijn om jullie weer te zien:)
Wat gaan we vandaag doen?:
  • Herhalen 3.3 t/m 3.6 taalverzorging (toets is maandag 11 maart) + oefenen. 
  • Uitleg theorie schrijven verslag+ zelfstandig werken verslag. 

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

8 maart: BMF1
Fijn om jullie weer te zien:)
Wat gaan we vandaag doen?:
  • Herhalen 3.3 t/m 3.6 taalverzorging (toets is maandag 11 maart) + oefenen. 
  • Uitleg theorie schrijven verslag+ zelfstandig werken verslag. 

Slide 1 - Slide

Hoe voel jij je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

UITLEG 3.3 meervoud
Na een a, i, o, u en y schrijf je een 's
pinda's, hobby's
Maar: verandert de uitspraak niet, dan -s eraan vast
cafés

Slide 3 - Slide

Wat is juist gespeld?
A
tornados
B
tornado's

Slide 4 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
kroketten
B
kroketen

Slide 5 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
bureau's
B
bureaus

Slide 6 - Quiz

Uitleg 3.3 meervoud
Verandert de uitspraak wel, dan schrijf je een 's (hoge komma noem je een apostrof)

auto's, taxi's


Slide 7 - Slide

meervoud -en, let op
Soms moet je de laatste letter van het enkelvoud verdubbelen, anders krijg je een verkeerde uitspraak:
het pak - de pakken
de les - de lessen

Slide 8 - Slide

meervoud -en, let op
Soms moet je een klinker weglaten:
de paal - de palen
de beer - de beren

Slide 9 - Slide

meervoud -en, let op
Soms verandert de laatste letter bij de -s of de -f:

huis - huizen
neef - neven

Slide 10 - Slide

Wat is juist gespeld? (opgave meervoud)
A
opgafes
B
opgaves

Slide 11 - Quiz

Wat is juist gespeld? (meervoud van musicus)
A
musici
B
musicusssen
C
musicus

Slide 12 - Quiz

Wat is juist gespeld?
A
bangerikken
B
bangeriken

Slide 13 - Quiz

uitleg
Na-k, -el, et, es
verdubbelt de medeklinker niet
dreumesen
slimmeriken
maar: messen en tikken 

Slide 14 - Slide

Wat is juist gespeld?
A
moskeën
B
moskeeën

Slide 15 - Quiz

Uitleg 3.3 meervoud
Woorden eindigend op -ee
altijd -en met trema erachter
tweeën

Slide 16 - Slide

Wat is juist gespeld?
A
categoriën
B
categorieën

Slide 17 - Quiz

3.4 Tussenletters

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

pad+stoel
A
padenstoel
B
paddenstoel

Slide 23 - Quiz

steek+blind
A
stekeblind
B
stekenblind

Slide 24 - Quiz

3.5 Aan elkaar of los?
A
ex-vrouw
B
exvrouw
C
ex vrouw

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

amateur en voetballer
A
amateurvoetballer
B
amateur-voetballer
C
amateur voetballer

Slide 30 - Quiz

niet en roker
A
niet-roker
B
niet roker
C
nietroker

Slide 31 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord 3.6 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

De (verwachten) .........
hoosbui boven Noord-Holland bleef uit.
A
verwachtte
B
verwachte

Slide 36 - Quiz

Voordat wij de sleutel kregen, ...............(verplichten)
de verhuurder ons een voorschot te betalen.
A
verplichten
B
verplichtte
C
verplichte

Slide 37 - Quiz

Veel openbare gebouwen................. (verbreden)
vorig jaar hun ingang voor rolstoelgebruikers.
A
verbreedden
B
verbreden
C
verbreeden
D
verbredden

Slide 38 - Quiz

Morgen wordt het (verbreden)
......... fietspad door het natuurgebied weer opengesteld.
A
verbreede
B
verbrede
C
verbreden

Slide 39 - Quiz

Opdracht maken 
Ik deel wat opdrachten uit om te oefenen met taalverzorging. Deze maak je zelfstandig en nadien bespreken we de opdrachten klassikaal

Slide 40 - Slide

Zelfstandig werken
  • De schrijfopdracht voor de komende periode wordt uitgedeeld en uitgelegd en jullie maken een begin met het schrijven van jullie verslag.  

Slide 41 - Slide