Les 1: Anatomie geslachtsorganen

 Geslachtsorganen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

 Geslachtsorganen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesindeling

-Welkom en Osiris
-Theorie anatomie geslachtsorganen
-Domino geslachtsorganen
-Afronding en huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
• De student heeft kennis van de bouw en werking van de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Intro
Waar denk je aan bij seksualiteit? - noem ervaringen vanuit de praktijk (Psychologisch/ fysiologisch/ pathologisch)


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
1. Welke primaire en secundaire geslachtkenmerken ken je? (zonder hulpmiddel)
2. Maak de opdracht op de volgende pagina.
3. Welke kun je nog toevoegen uit je lijstje die je bij 1 hebt gemaakt?
4. Maak m.b.v. je boek je lijstje compleet.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Link

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De vrouw

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De vrouw
Inwendige geslachtsorganen:
Eierstokken
Eileiders
Baarmoeder
Schede

Uitwendige geslachtsorganen:
Samengevat :vulva
Grote schaamlippen
Kleine schaamlippen
Clitoris
Schede voorhof
Schaamheuvel





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Plaats en functie inwendige geslachtsorganen
1) Eierstokken (Ovaria): Hier ontwikkelen zich eicellen.
2) Eileiders (Tuba): De eileider vangt de vrij gekomen eicel op en transporteert deze naar de baarmoeder.
3) Baarmoeder (Uterus): De baarmoeder ligt tussen de urineblaas en de endeldarm. En dient voor innesteling van bevruchte eicel, ontwikkeling embryo, bescherming foetus en uitdrijving van het kind.
4) Schede (Vagina): Door middel van de schede staan de inwendige vrouwelijke geslachtsorganen in verbinding met de buitenwereld.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Uitwendige geslachtsorganen vrouw: Vulva (vagina)
- Grote schaamlippen; begrenzing van de schaamspleet
- Kleine schaamlippen; tussen grote schaamlippen
- Clitoris; op de plaats waar kleine schaamlippen aan bovenkant met elkaar verbonden zijn
- Schede voorhof; ruimte tussen kleine schaamlippen waarin de vagina en urinebuis uitmonden.
 

- Schaamheuvel; boven schaambeenvoeg. Bevat veel onderhuids vetweefsel.
Functie; het kanaal tussen schedevoorhof (ruimte tussen kleine schaamlippen) en de baarmoederhals. (cervix)
Bescherming

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De man

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Erectie
De penis hangt meestal slap maar hij kan ook groot en stijf worden. Zo'n 'stijve penis' noem je een erectie. De zwellichamen in de penis vullen zich met bloed waardoor ze groter en steviger worden. Daardoor wordt de penis stevig en komt hij naar voren / omhoog.

Als de penis slap hangt zijn er verschillen te zien in grootte en dikte.

Slide 17 - Slide

Als een penis in erectie is, zijn die verschillen maar heel klein. De grootte is voor het krijgen van fijne gevoelens niet belangrijk.
Zaadlozing
Bij geslachtgemeenschap van een man met een vrouw, komt de penis in de vagina (vaginale seks)

Door bewegingen wordt de eikel geprikkeld en kan een man een zaadlozing krijgen. 

Het sperma komt dan met schokken uit de penis in de vagina van de vrouw. 

De kop en zweepstaart van de zaadcel (spermacel)
Sperma:
Het is een kleverig vloeistof, deze bevat zaadcellen en bijvoorbeeld voedingsstoffen en is melkwit van kleur is. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Sperma
3-7 ml per ejaculatie. Zaadcellen zijn maar 1% van het sperma
De rest is zaadvloeistof transporteert zaadcellen en bevat voedingsstoffen

Zaadcel bestaat uit een kop, middenstuk en een lange staart
In de kop bevindt zich de kern met 23 chromosomen (erfelijk materiaal)

3-4 mm per minuut, dus een paar uur tot eierstok - waarom is het moment van ovuleren cruciaal? (waar bevindt bevruchting plaats?)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met de lesstof

-Domino 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Opdracht op Canvas

Slide 21 - Slide

This item has no instructions