Sociale vaardigheden LSD en

Wat zien
jullie hier?

Grote kans dat je bij de 2e afbeelding ook een oude vrouw ziet en de jonge dame
niet. Kijk eens langer. Zie je nu ook de jonge vrouw? (voor degene die het nog
niet ziet; de neus van de oude vrouw is de kin van de jonge vrouw en het
zichtbare oog van de oude vrouw is het oor van de jonge vrouw).
Dat heeft te maken met je referentiekader. Je zag eerst een afbeelding van een
oude vrouw, daarom zie je die bij de 2e afbeelding ook. Je kijkt naar de 2
e
afbeelding met een “geconditioneerde” bril. Als jou echter eerst een afbeelding
van een jonge vrouw was getoond, dan zag je in de 2e afbeelding zeer
waarschijnlijk de jonge vrouw in plaats van de oude.
In de afbeelding zie je dus een jonge EN een oude vrouw.
Twee mensen kunnen dus exact hetzelfde “zien”, het volkomen oneens zijn met
elkaar en toch allebei gelijk hebben. 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Wat zien
jullie hier?

Grote kans dat je bij de 2e afbeelding ook een oude vrouw ziet en de jonge dame
niet. Kijk eens langer. Zie je nu ook de jonge vrouw? (voor degene die het nog
niet ziet; de neus van de oude vrouw is de kin van de jonge vrouw en het
zichtbare oog van de oude vrouw is het oor van de jonge vrouw).
Dat heeft te maken met je referentiekader. Je zag eerst een afbeelding van een
oude vrouw, daarom zie je die bij de 2e afbeelding ook. Je kijkt naar de 2
e
afbeelding met een “geconditioneerde” bril. Als jou echter eerst een afbeelding
van een jonge vrouw was getoond, dan zag je in de 2e afbeelding zeer
waarschijnlijk de jonge vrouw in plaats van de oude.
In de afbeelding zie je dus een jonge EN een oude vrouw.
Twee mensen kunnen dus exact hetzelfde “zien”, het volkomen oneens zijn met
elkaar en toch allebei gelijk hebben. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Sociale Vaardigheden- Gesprek voeren  

Gesprek voeren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Sociale vaardigheden
  1. schriftelijk - mondeling
  2. verbaal - non verbaal
  3. assertiviteit- inlevingsvermogen
  4. luisteren LSD
  5. samenvatten LSD
  6. doorvragen LSD
  7. feedback geven en ontvangen 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

LSD
Wat is dat?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De toets
Gespreksvaardigheden

Je wordt beoordeeld op:
  • Structuur van het gesprek
  • Actief luisteren (L van LSD)
  • Samenvatten (S van LSD)
  • Doorvragen (D van LSD)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gebruik LSD

Slide 6 - Slide

De meeste mensen gebruiken de woorden ‘luisteren’ en ‘horen’ door elkaar. Als jij dat ook doet, ben je dus niet de enige. Toch heeft luisteren een veel bredere betekenis dan horen. Voor horen gebruik je alleen je oren, voor luisteren gebruik je al je zintuigen.
Alledaags luisteren
Alledaagse gesprekjes met cliënten voer je de hele dag door en zijn enorm belangrijk voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Nodig de ander uit om iets over zichzelf te vertellen. Dat is een goed vertrekpunt bij een alledaags gesprek. Verder is het belangrijk de verbinding te zoeken en het initiatief te laten wisselen tussen jou en de ander.

Actief luisteren
Actief luisteren is een manier van luisteren waarbij je in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoordt. Je geeft geen mening, geen advies, je komt niet met een oplossing of analyse. Actief luisteren is onder andere belangrijk wanneer de ander je iets belangrijks of emotioneels vertelt. Door actief te luisteren voelt de ander zich geaccepteerd in zijn gevoelens.


Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Wat
Oefening over vraagtechniek LSD


Hoe
Maak een 'bankje' van 2 stoelen en ga erop zitten. Kondig aan wie jij bent, bijvoorbeeld een collega die net terug is van vakantie. Eén deelnemer komt naast jou zitten. Hij bevraagt jou op je vakantie, maar mag daarbij alleen open vragen stellen, samenvatten en doorvragen. Bij een gesloten vraag is hij ‘af’ en komt een volgende deelnemer naast je zitten.
Laat de observatoren opletten of ze een gesloten vraag horen en ‘af!’ roepen.
Hou het tempo hoog en zorg dat iedereen minimaal 1 keer aan de beurt komt.

Als er weinig wordt samengevat, kun je iedere nieuwkomer eerst laten samenvatten wat hij tot nu toe gehoord heeft.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

oefening met de groep 
Deze opdracht doe je met de hele groep. Je oefent met LSD. 
Twee studenten beginnen. De een vertelt in een of twee zinnen aan de ander iets over wat hij deze week heeft meegemaakt. De ander past LSD toe. Probeer zo goed mogelijk te achterhalen wat er gebeurd is. 
De rest van de klas luistert. 
Na afloop vertellen de anderen in de klas welke vragen zij hadden willen stellen, die niet gesteld zijn. 
Daarna zijn twee andere studenten aan de beurt. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oefening LSD
Stap 2: LSD
Maak een hoefijzer
Stel mij een vraag
Ik geef je een antwoord
Jouw buur geeft een samenvatting van mijn antwoord
Die persoon stelt hierna een ‘doorvraag’ vraag
Etc.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Sociale vaardigheden bij het samenwerken

  • Assertiviteit
  • Goede communicatie
  • Sensitiviteit
  • Goed luisteren
  • Initiatief
  • Onderhandelen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Doel communicatie
Het is belangrijk om goed na te denken over het doel van je communicatie. Is je doel duidelijk, dan is de kans groter dat je boodschap op de juiste manier overkomt.
Doel kan zijn : Overtuigen - informeren- activeren - instrueren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

 Waarnemen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen 
1. Objectief (feiten)
2. Subjectief (persoonlijke waarneming)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen
Waarnemen is iets bemerken, horen, signalen, herkennen, observeren, etc.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Observatie
Bewust en doelgericht waarnemen
Objectief

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Voorkomen fouten in beoordeling waarneming


Bewust zijn van feit dat je waarneming subjectief is
Zelfkennis
Mensenkennis

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Dagactiviteit 15 min
Het doel is dat de client mee gaat naar de dagactiviteit bij jou op de woning. 
Leg uit hoe jij dat aanpakt. Beschrijf (voorbeeld zinnen)  hoe jij de client zou:
  1. Informeren, ( over een dagactiviteit)
  2. overtuigen, ( Waarom de activiteit nut heeft)
  3. motiveren,  ( om mee te doen aan de activiteit)
  4. contact onderhouden, ( Hoe blijf je op de hoogte )
  5. instrueren ( hoe leg je uit wat de client gaat doen tijdens de activiteit)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Interpreteren
1. Met wie...
2. Hoe de ander reageert..
3. Hoe je zelf reageert...
4. In welke situatie...
5. wat je waarneemt...
6. Hoe je elkaars gedrag uitlegt.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen versus interpreteren
Oefening 1: Wat is een waarneming?

Geef aan welke uitspraak uitsluitend een concrete waarneming is, en licht je antwoord toe.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke uitspraak is uitsluitend een concrete waarneming?
  • Theo is een agressieve kerel.
  • Jenny ging maandag een uur met lunchpauze.
  • Herman was onzeker tijdens zijn presentatie.
  • Mijn zoontje vindt die film heel saai.
  • Ans vroeg niet naar mijn mening tijdens de vergadering.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Waarnemingsoefening in 2-tallen
Oefening: Waarnemen versus interpreteren
Beschrijf één korte situatie die je vandaag hebt meegemaakt.
• Beschrijf deze situatie enkel en alleen vanuit wat je hebt waargenomen (dus wat je hebt gezien, geroken, geproefd, …).
• Probeer elke interpretatie uit je verhaal weg te laten.
Een persoon beschrijft, de ander luistert  naar het verhaal. Werd het verhaal vertelt enkel en alleen vanuit de waarneming?  

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opdracht

 
Neem een eenvoudige conflictsituatie in gedachten die je recent hebt meegemaakt, een meningsverschil, misverstand of een onuitgesproken irritatie.
Verbeeld deze situatie als het ware nog eens in je gedachten.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Jouw eigen non-verbale communicatie
Beschrijf zo nauwkeurig mogelijk je eigen non-verbale gedrag en de veranderingen die hier gedurende de situatie in optraden:
  • – Houding:
  • – Gebaren:
  • – Gezichtsexpressie:
  • – Stemgebruik:
  • – Ademhaling:

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Het effect van jouw non-verbale gedrag

 
Wat was het effect van je non-verbale communicatie op het verloop van het gesprek?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je vandaag geleerd wat je nog niet wist

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions