Hoofstuk 7 - Weet je het nog + 7.1 (2025)

Hoofdstuk 7  
Wie heeft het voor het zeggen?
Weet je het nog?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7  
Wie heeft het voor het zeggen?
Weet je het nog?

Slide 1 - Slide

WELKOM!
Presentatie:
Doelen van deze les
H7 Wie heeft het voor het zeggen? + 7.1: Wat is de overheid?

Oefening/verwerking:  
H7 Weet je het nog? + 7.1: Wat is de overheid?

Evaluatie:
Zijn de lesdoelen behaald?



Slide 2 - Slide

Doelen van deze les
Productdoelen:
Je kunt de 4 overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn
Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag kan beïnvloeden
Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen
Je kunt het verschil tussen de collectieve en particuliere sector uitleggen
Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert

Procesdoel:
Je kunt je eigen mening toelichten

Slide 3 - Slide

Wat voor zaken regelt de overheid?

Slide 4 - Mind map

De overheid
De overheid bestaat uit:
  1. Het rijk                             Centrale overheid
  2. Provincies                      Lagere overheden
  3. Gemeenten                  
  4. Waterschappen           

De overheid is o.a. verantwoordelijk voor de wetten, goede voorzieningen, infrastructuur, belastingen, subsidies, uitkeringen en nog veel meer.

Slide 5 - Slide

Zuiveren water
Dijken

Jeugdzorg
paspoort

Wetgeving
Leger

Indeling grondgebied
infrastructuur

Het Rijk
Provincie
Gemeente
Waterschappen

Slide 6 - Drag question

Wie werkt voor de overheid?
A
wethouder
B
advocaat
C
verkoper
D
loodgieter

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

De overheid geeft geld uit aan bv. duurzaamheid, gezondheidszorg, infrastructuur en onderwijs.
Waaraan moet de overheid volgens jou extra geld uitgeven?

Slide 9 - Open question

Accijns
De overheid heft accijns op het verbruik van bepaalde goederen. 

Accijns is een extra belasting op tabak (zoals sigaretten), alcohol en brandstof (zoals benzine). 
Gebruikers hiervan moeten er dus extra geld voor betalen. 

Waarom accijns? -> om te ontmoedigen

Willen ze iets juist aanmoedigen? -> subsidie

Slide 10 - Slide

Accijns en subsidie
Wil de overheid iets afremmen?


Wil de overheid iets stimuleren?
Accijns
Subsidie

Slide 11 - Slide

Rekenen met accijns en btw
Een sigaret kost €0,45.  Hiervan is €0,27 accijns en €0,09 btw. 

Bereken:
Hoeveel procent van de prijs bestaat uit accijns? 

Hoeveel procent van de prijs bestaat uit btw? 

Slide 12 - Slide

Rekenen met accijns en btw
Een sigaret kost €0,45.  Hiervan is €0,27 accijns en €0,09 btw. 

Hoeveel procent van de prijs bestaat uit accijns? 
€0,27 : €0,45 x 100 = 60%
Hoeveel procent van de prijs bestaat uit btw? 
€0,09 : €0,45 x 100 = 20%

Slide 13 - Slide

Accijns
Subsidie
Dit ontvang je van de overheid
Dit betaal je via de winkelier aan de overheid
Stimuleert mensen om iets te kopen
Het doel is dat zo min mogelijk mensen deze producten kopen.
Sigaretten
Alcohol
Diesel en benzine
Het isoleren van je huis
Museumbezoek
Een vast bedrag per eenheid die je koopt

Slide 14 - Drag question

Verwerking
Wat: Maak de opdrachten van H7 Weet je het nog? op blz. 188 
Hoe: Alleen of in tweetallen
Tijd: 5 minuten
Resultaat: De opdrachten zijn gemaakt en de kennis is weer opgehaald.
Klaar: lees paragraaf 7.1

Slide 15 - Slide

Stimuleren of afremmen
Met maatregelen kan de overheid de Nederlandse economie beïnvloeden.

Gedrag stimuleren door:
- subsidie geven, bijvoorbeeld voor innovatie (= nieuw product / nieuwe productiemethode)

Gedrag afremmen door:
accijns heffen (alcohol, tabak, brandstof)
milieuheffing laten betalen (voor bedrijven die milieuschade veroorzaken)
energiebelasting heffen (op verbruik van stroom en gas)


Slide 16 - Slide

Collectieve goederen
= voorzieningen voor iedereen, betaald en geleverd door de overheid.

Redenen waarom de overheid die voorzieningen levert:
  • niet iedereen apart laten betalen
  • kwaliteit in eigen hand houden
  • voor iedereen betaalbaar blijven

Bijvoorbeeld: Onderwijs, rechtspraak, brandweer


Slide 17 - Slide

Overheid, burgers en bedrijven
Collectieve sector:
overheid en instellingen voor sociale zekerheid, zoals UWV
geen doel om winst te maken

Particuliere sector:
burgers en bedrijven
bedrijven wel doel om winst te maken


Slide 18 - Slide

Overheidstaak of niet?
Bij privatiseren verkoopt de overheid een dienst of activiteit aan de particuliere sector.


Redenen om te privatiseren:
  • taken geen verantwoordelijkheid meer voor overheid
  • bedrijven doen het beter en/of goedkoper

Overheid gebruikt soms marktwerking:
  • bedrijven concurreren op prijs / kwaliteit om overheidstaak uit te voeren
  • overheid betaalt het beste / goedkoopste bedrijf



Slide 19 - Slide

Verwerking
Wat: Maak de opdrachten van 7.1: Wie heeft het voor het zeggen op bladzijde 190 t/m 193
Hoe: Alleen of in tweetallen
Tijd: De rest van de les
Resultaat: De opdrachten zijn gemaakt en de kennis is weer opgehaald.
Klaar: Kijk de opdrachten na!

Slide 20 - Slide

Evaluatie
Doelen van deze les:
Je kunt de 4 overheidslagen noemen en beschrijven waarvoor zij verantwoordelijk zijn
Je kunt uitleggen met wat voor financiële maatregelen de overheid ons gedrag kan beïnvloeden
Je kunt uitleggen waarom de overheid zorgt voor collectieve goederen
Je kunt het verschil tussen de collectieve en particuliere sector uitleggen
Je kunt uitleggen waarom de overheid soms taken privatiseert

Huiswerk: afmaken en nakijken H7 Weet je het nog? + 7.1: Wat is de overheid?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link