RAVJ - 4.1 t/m 4.12

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2021-2022

Slide 1 - Slide

Programma
  • Voorstellen 
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Even voorstellen
  • Meneer van Ravenswaaij
  • 22 jaar
  • Hogeschool van Amsterdam
  • Mentor H3D
  • Sportschool
  • Ajax

Slide 3 - Slide

Hoe zien mijn lessen eruit?
  • Lesdoel(en)
  • Herhaling
  • Nakijken
  • Lezen/Theorie
  • Zelfstandig werken
  • Evalueren

Slide 4 - Slide

Ik vind het prettig als
  • Er naar elkaar geluisterd wordt
  • Je, je hand opsteekt als je wat wilt vragen/zeggen
  • We respectvol met elkaar omgaan
  • De telefoons niet gebruikt worden tijdens de les
  • Je, je plek opgeruimd achterlaat
  • Je, je spullen in orde hebt (komen we zo op)

Slide 5 - Slide

Wat heb je nodig voor economie?
  • Chromebook
  • Papieren handboek
  • Papieren schrift
  • Rekenmachine
  • Gevulde etui

Slide 6 - Slide

Mijn verwachtingen van jullie
  • Maximale inzet
  • Respect/fatsoen naar elkaar toe
  • Een leerzaam jaar en een leerzame omgeving





Wat jullie van mij kunnen verwachten
  • Bereidt om extra stapje extra te lopen
  • Respect/fatsoen naar jullie toe
  • Een leerzaam jaar en een leerzame omgeving

Slide 7 - Slide

Fatsoen

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je de relatie uitleggen tussen baancreatie/baanvernietiging en de conjuncturele situatie. 
  • Kun je het verband uitleggen tussen ontslagbescherming en arbeidsmarktflexibiliteit. 
  • Uitleggen waarom arbeidsmarktflexibiliteit belangrijk is.

Slide 9 - Slide

De inflatie is 2%. De loonstijging is 4,5%. De arbeidsproductiviteit stijgt met 4%. Hoeveel is de initiële loonstijging?

Slide 10 - Open question

In slechte tijden hebben consumenten weinig vertrouwen in de economie. Wat is hiervan de invloed op de werkgelegenheid?

Slide 11 - Open question

Baancreatie en baanvernietiging

Slide 12 - Slide

Baancreatie

Hoogconjunctuur
Dienstverlening

Baanvernietiging

Laagconjunctuur
Arbeidsintensieve bedrijfstakken --> arbeid wordt vervangen door machines. 
Sterke groei arbeidsproductiviteit. 

Slide 13 - Slide

Arbeidsmarktflexibiliteit
Snelheid waarmee vraag en aanbod zich aan elkaar aanpassen. 
In theorie arbeid homogeen. 
  • Geen onderscheid.
Maar in werkelijkheid is arbeid niet zo flexibel. 

Slide 14 - Slide

Waardoor is arbeid niet homogeen?

Slide 15 - Open question

Belang arbeidsmarktflexibiliteit
Voorwaarde voor economische groei --> vraag en aanbod Kunnen sneller op elkaar reageren en daardoor minder inefficiënties
  • Minder werkloosheidsuitkeringen
  • Snellere opvulling van vacatures
  • Inspelen op veranderingen

Slide 16 - Slide

Wat is er nodig op de arbeidsmarkt dat er meer flexibiliteit ontstaat?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Link

Voordelen ontslagbescherming
  • Niet altijd een lagere werkloosheid (bijv. VS)
  • Hogere productiviteitsgroei (investeren in arbeid)
  • Meer innovatie (arbeidsbesparende technieken).
  • Grotere toewijding en betrokkenheid van personeel. 

Slide 19 - Slide

Flexibele schil
Tijdelijk contract
Uitzendkrachten
Freelancers
Oproepkrachten
Zzp'ers
--> grote behoefte naar vanuit werkgevers. 

Slide 20 - Slide

Waarom is er vanuit werkgevers een grote behoefte aan het flexibele schil?

Slide 21 - Open question

Risico en onzekerheid

Vaste werknemers
  • Meer inkomenszekerheid
  • Ontslagvergoeding
  • Doorbetaling bij ziekte (2 jaar)
Flexibele baan
  • Meer onzekerheid
  • Je zou een compensatie verwachten hiervoor. 

Slide 22 - Slide

Als het aanbod van arbeidskrachten op het flexibele deel van de arbeidsmarkt groter is dan de vraag. Wat kun je dan over de compensatie zeggen?
A
Groot
B
Is er niet
C
Niet zo groot

Slide 23 - Quiz

In werkelijkheid
Flexwerkers worden lager betaald dan vaste werknemers. 
  • Bedrijven willen zo goedkoop mogelijk en er is een beperkte keuze voor de werknemers. 
Er is sprake van marktfalen
  • Optimale maatschappelijk evenwicht tussen vast en flexibel wordt niet gevonden. 
Hoger opgeleide zzp'ers worden wel gecompenseerd. 
  • Zzp'er moet zijn eigen risico's afdekken. 

Slide 24 - Slide

Wat is asymmetrische informatie?
A
Beide partijen hebben evenveel informatie
B
beide partijen hebben niet evenveel informatie
C
beide partijen hebben geen informatie
D
hebben beide partijen informatie?

Slide 25 - Quiz

Asymmetrische informatie
Partijen hebben verschillende informatie. 
Werkgever weet niet wat een nieuwe arbeidskracht te bieden heeft. 

Slide 26 - Slide

Waardoor probeert de werkgever de asymmetrische informatie te verminderen?

Slide 27 - Open question

Van flexibel naar flexibele baan
  • Aanbod van flexibele banen is groter dan dat van vaste banen.  
  • Mensen blijven in flexibele banen hangen. 
  • Krijgen niet de voordelen van een vaste baan.

Slide 28 - Slide

Wat zijn de voordelen van een vaste baan?

Slide 29 - Open question

Meer flexibiliteit en minder vast
  • Beter reageren op de conjunctuur, globalisering en technologische vooruitgang. 
Vaste baan
  • Opzegtermijn
  • Ontslagvergoeding
  • Werkloosheidsuitkering 

Slide 30 - Slide

Werkloosheidsuitkering
  • Van 38 maanden naar 24 maanden
  • 1/3 van je maandsalaris per dienstjaar tot tien jaar dienstverband en 1/2 maandsalaris per dienstjaar voor ieder jaar dat het dienstverband langer dan tien jaar duurde.
  • Passend arbeid verruimd. Na 6 maanden alles op je niveau accepteren. 

Slide 31 - Slide

Rechtspositie flexwerkers
Na twee jaar tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever een vaste benoeming. 
Recht op ontslagvergoeding na een overeenkomst van ten minste twee jaar. 

Slide 32 - Slide

Werkgeversverplichtingen

  •  Geen belang bij de flexibele werknemer. Willen niet investeren of bij ziekte doorbetalen. 
  • Vanaf 2014 vanuit de wet wel betalen voor ziek zijn. 
Vaste baan
  • Verplicht doorbetalen bij ziekte. 
  • Re-integratieverplichtingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en ontslag van de werknemer. 
  • Bij ziekte 70% doorbetalen, maar ook een nieuwe werknemer!

Slide 33 - Slide

Aan de slag
Maken 4.1 t/m 4.11
Klaar? Zelftest H4

Slide 34 - Slide