This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Waarom leidde de economische crisis in de Verenigde Staten tot een wereldwijde crisis?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
Sleep de juiste eigenschappen naar de juiste persoon op de afbeelding.
Hitler
Mussolini
Fascisme
Nationaal-socialisme
Antisemitisme en racisme
Propaganda en censuur
Terreur
Nationalisme
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
Bij de verkiezingen in de Weimarrepubliek in 1924 krijgt de NSDAP maar 4% van de stemmen. In 1929 krijgt de NSDAP al 18% van de stemmen. Verklaar dit verschil in het aantal stemmen.
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Een bewering: Hitler is democratisch aan de macht gekomen
A
Eens
B
Oneens
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De Gestapo,
de SS en de SA
De Gestapo: geheime staatspolitie
Bewapende groepen van de NSDAP: SS en SA
SA: knokploegen om tegenstanders te intimideren
SS: lijfwacht van Hitler
Slide 11 - Slide
Pesten en vernedering
vanaf 1935
Joden worden vanaf het moment dat Hitler de Neurenberger Rassenwetten heeft afgekondigd in het openbaar vernederd en gepest.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Arische mensen <> Niet-Arische mensen
Übermenschen Üntermenschen
Mensen die afstammen van Germanen
Oost-Europeanen, Russen, Joden, Zigeuners, mensen met een handicap, psychiatrische patiënten, mensen met een erfelijke ziekte, homoseksuelen,...
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
04:53
Waaraan kan je zien dat Nazi-Duitsland een totalitaire staat is en dat de samenleving gelijkgeschakeld is?