H3-T-ELEKTRICITEIT-OEFENEN-VERSIE 1

Oefentoets H3 Elektriciteit 
Op tafel: schrift, pen, potlood, gum, lineaal, Ipad
Telefoon niet in de buurt.
TEAMS AAN

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefentoets H3 Elektriciteit 
Op tafel: schrift, pen, potlood, gum, lineaal, Ipad
Telefoon niet in de buurt.
TEAMS AAN

Slide 1 - Slide

Verschillende metalen heben een verschillende weerstand. Hoe heet deze stofeigenschap?
A
Soortelijke weerstand.
B
Soortelijke lichtsterkte.
C
Soortelijk gewicht.
D
Soortelijke warmte.

Slide 2 - Quiz

Een lampje en twee stroommeters zijn aangesloten op een spanningsbron. De schakeling is een .......
A
serieschakeling.
B
combinatie van serie en parallelschakeling.
C
parallelschakeling.

Slide 3 - Quiz

Je draait het lampje los. Welke stroommeter geeft nu de hoogste waarde aan?
A
stroommeter 1
B
stroommeter 2
C
beide evenveel
D
beide verschillend

Slide 4 - Quiz

1. De vuurtoren op Vlieland.
In de vuurtoren brandt een kwiklamp van 2000W  bij 230V.
De lamp brandt gemiddeld iedere nacht van 19:00 tot 6:00 uur. Voor 1kWh moet je €0,23 betalen.

Bereken hoeveel het per nacht kost om deze lamp te laten branden.
Lever deze bij de volgende slide in.

Slide 5 - Slide

Bereken hoeveel het per nacht kost om deze lamp te laten branden.
Lever hier de foto in.

Slide 6 - Open question

2. De vuurtoren op Vlieland.
In de vuurtoren brandt een kwiklamp van 2000W  bij 230V.
De lamp is beveilgd met een zekering. 

Laat met behulp van een berekening zien of een zekering van 10A voldoen.

Lever deze bij de volgende slide in.

Slide 7 - Slide

Laat met behulp van een berekening zien of een zekering van 10A voldoen.

Slide 8 - Open question

Weerstandbepaling
Tijdens een practicum moet de waarde van een weerstand worden bepaald. Hiervoor moet eerst een schakeling worden gemaakt. In deze schakeling worden opgenomen: 
- een spanningsbron
- een weerstand
- een stroommeter
- een spanningsmeter

Slide 9 - Slide

Wat is in dit schema de spanningsmeter?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Wat is in dit schema de weerstand?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

Wat is in dit schema de stroommeter?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?
A
4 A
B
4 V
C
0,4 A
D
0,4 V

Slide 13 - Quiz

Wat is de aanwijzing van de spanningsmeter?
A
6 A
B
6 V
C
12 A
D
12 V

Slide 14 - Quiz

Hoe kun je met de waarden van de stroom en de spanning de weerstand berekenen?
A
Door de waarde van de spanningsmeter te delen door de waarde van de stroommeter.
B
Door de waarde van de stroommeter te delen door de spanningmeter.
C
Door de waarde van de spanningsmeter te vermenigvuldigen met de waarde van de stroommeter.
D
Door de waarde van de spanningsmeter en de waarde van de stroommeter bij elkaar op te tellen.

Slide 15 - Quiz

Geef de waarden van de weerstanden.

Gebruik BINAS-tabel 13
Kleurcodes van weerstanden
Weerstand 1 =...ohm; Weerstand 2 =...ohm.

Slide 16 - Open question

Schrijf van de weerstand van 5700 ohm, de kleur van de ringen op van links naar rechts.
Gebruik BINAS-tabel 13
Kleurcodes van weerstanden

Slide 17 - Open question

Van een aparaat is de spanning 14 V en de stroom 0,5A.
Bereken de grootte van de weerstand.

Maak een foto van je berekening en lever deze hier in.

Slide 18 - Open question

Als je liegt, krijg je zweet op je handen. In zweet zijn zouten opgelost. Een leugendetector maakt gebruik van dit verschijnsel.
Leg uit hoe de leugendetector werkt.

Slide 19 - Open question

Teken met potlood en lineaal een schakelschema met drie lampen, een batterij en een schakelaar.
De lampen zijn parallel geschakeld. Met de schakelaar kun je alle lampen tegelijk aan- en uitdoen.

Slide 20 - Open question

Er is een ledlamp op batterijen te koop die over een tentpaal kan worden geschoven. Leds hebben een hoger rendement dan gloeilampjes. Hoe merk je het hogere rendement van leds?

Slide 21 - Open question

Wat is het milieuvoordeel van het gebruik van leds in plaats van gloeilampjes?

Slide 22 - Open question

Een wasmachine gebruikt 5kWh aan energie. Het vermogen van de wasmachine is 2000 W.

Bereken hoelang de wasmachine over de wasbeurt doet.

Slide 23 - Open question

Een wasmachine gebruikt 5 kWh aan energie. De korte wasbeurt duurt 20 minuten. 1 kWh kost €0,23

Bereken de kosten van deze korte wasbeurt.

Slide 24 - Open question


Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open question

Schrijf 2 dingen op die je nog wilt leren over dit onderwerp.

Slide 26 - Open question

Schrijf 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open question

Na deze les, wil ik ......
De uitleg nog 1 keer horen.
Meer voorbeelden krijgen.
De leerstof thuis nog even bekijken.
Nog iets anders. (Vul de vraag op de volgende slide in.)

Slide 28 - Poll

Ik wil nog iets anders, nl..........

Slide 29 - Mind map

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll