Lowan de school werkwoorden oefenen

thema de school:werkwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

thema de school:werkwoorden

Slide 1 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Slide

Werkwoord

Slide 3 - Mind map

Hoe zat het ook alweer? 
Lopen
Ik loop
hij loopt (+ T)
zij loopt (+ T)
wij lopen (+ en)

Slide 4 - Slide

Het werkwoord: Zijn
Ik ben                                 Wij zijn
jij bent                               Jullie zijn
Hij/ zij is                            zij zijn

Ben je? 

Slide 5 - Slide

Het werkwoord hebben
Ik heb                                   wij hebben
Jij hebt                                jullie hebben
Hij/zij heeft                       zij hebben 

Heb je?

Slide 6 - Slide

Lopen

Meneer Terlouw ..... naar school
A
Loopt
B
Lopen
C
Loop
D
Rennen

Slide 7 - Quiz

Pak

Janda .... een boek
A
Pak
B
Pakt
C
Pakken
D
Pakd

Slide 8 - Quiz

Wijzen

De leerlingen .... naar buiten
A
Wijz
B
Wijzen
C
Wijs
D
Wijzd

Slide 9 - Quiz

Hebben
mevrouw Bijsterveld............een potlood.
A
heb
B
heeft
C
hebben
D
is

Slide 10 - Quiz

Schrijven

Ik .... een brief voor mijn moeder
A
Schrijv
B
Schrijf
C
Sgrijfen
D
Schrijven

Slide 11 - Quiz

Zitten

De fans van Barcelona .... in het stadion
A
Zittn
B
Zitten
C
Zit
D
Zidden

Slide 12 - Quiz

Staan

Ik .... voor het bord
A
sta
B
staan
C
staat
D
stant

Slide 13 - Quiz

Leren

Mijn broer .... voor de toets
Tekst
A
leren
B
leer
C
leert
D
laarn

Slide 14 - Quiz

Zijn
Ik................boos.
A
ben
B
is
C
zijn
D
heeft

Slide 15 - Quiz

Hebben
Zij.............een pen
A
hebben
B
zijn
C
heeft
D
heb

Slide 16 - Quiz

Zijn
..................jij een leerling?
A
heb
B
is
C
ben
D
zijn

Slide 17 - Quiz

ik................een auto
A
ben
B
heeft
C
bent
D
heb

Slide 18 - Quiz

Ruben ...........16 jaar.
A
is
B
bent
C
heeft
D
zijn

Slide 19 - Quiz

Walid ..............een bril
A
is
B
heeft
C
bent
D
hebben

Slide 20 - Quiz

Jullie............je huiswerk niet gemaakt!
A
zijn
B
heeft
C
hebben
D
is

Slide 21 - Quiz