Keuzevoorzetsels in de Duitse taal

Keuzevoorzetsels in de Duitse taal
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Keuzevoorzetsels in de Duitse taal

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie de keuzevoorzetsels in de Duitse taal herkennen en toepassen in zinnen.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet je al over keuzevoorzetsels in het Duits?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat zijn keuzevoorzetsels?
Keuzevoorzetsels zijn voorzetsels die een verandering in de betekenis van de zin aangeven, afhankelijk van het voorzetsel dat wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: Ich gehe in das Haus (Ik ga in het huis) vs. Ich gehe auf das Haus (Ik ga op het huis).

Slide 6 - Slide

Leg uit wat keuzevoorzetsels zijn en geef een voorbeeld.
Veelvoorkomende keuzevoorzetsels
Enkele veelvoorkomende keuzevoorzetsels in de Duitse taal zijn: in, auf, an, vor, hinter, neben, zwischen, über, unter, and neben.

Slide 7 - Slide

Noem enkele veelvoorkomende keuzevoorzetsels en leg ze kort uit.
Wanneer gebruik je welk keuzevoorzetsel?
Het gebruik van keuzevoorzetsels is afhankelijk van de context van de zin. Bijvoorbeeld: Ich gehe in das Haus (Ik ga in het huis) vs. Ich gehe auf das Haus (Ik ga op het huis).

Slide 8 - Slide

Leg uit dat het gebruik van keuzevoorzetsels afhankelijk is van de context en geef een voorbeeld.
Oefening 1
Kies het juiste keuzevoorzetsel in de zin: Ich gehe _____ das Restaurant. a) in b) auf c) an

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen de oefening maken en bespreek de antwoorden samen.
Oefening 2
Maak een zin met het keuzevoorzetsel 'vor'.

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen individueel of in groepjes een zin maken met het keuzevoorzetsel 'vor'. Bespreek de zinnen samen.
Waarom zijn keuzevoorzetsels belangrijk?
Het correct gebruik van keuzevoorzetsels is belangrijk om de juiste betekenis over te brengen in de zin. Het kan anders leiden tot verwarring of fouten in de communicatie.

Slide 11 - Slide

Leg uit waarom het belangrijk is om keuzevoorzetsels correct te gebruiken.
Samenvatting
Keuzevoorzetsels zijn voorzetsels die een verandering in de betekenis van de zin aangeven, afhankelijk van het voorzetsel dat wordt gebruikt. Het gebruik van keuzevoorzetsels is afhankelijk van de context van de zin en het correct gebruik ervan is belangrijk voor de communicatie.

Slide 12 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Welke voorzetsels horen bij welke categorie? Slepen maar!
Voorzetsels + 3
Voorzetsels + 4
durch 
nach
entgegen
mit
für
entlang
ohne
bei
zu
seit
bis
von
um
aus
gegen
gegenüber
außer

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Wechselpräpositionen - Wo/Wann?
A
Dativ
B
Akkusativ

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Ich bleibe vielleicht in d........... 10. Klasse (v) sitzen.

A
der
B
die
C
das
D
dem

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Das Buch liegt auf d....... Tisch (m) .


timer
0:15
A
die
B
das
C
dem
D
der

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wechselpräpositionen -
Wohin?
A
3e: Dativ
B
4e: Akkusativ

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Ich lege das Buch auf d....... Tisch (m) .


A
den
B
dem
C
der
D
ddie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wechselpräpositionen, notiere den richtigen Fall!

Gestern bin ich in d....... Kino (o) gegangen.


A
die
B
das
C
dem
D
der

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Maak nu paragraaf H van hoofdstuk 3 online

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.