literatuur 4HV 09-05-19

Literatuur
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Literatuur

Slide 1 - Slide

Deze periode:
ET4 / SE C Literatuur

Met het behalen van een voldoende, sluit je literatuur af.
Dit betekent dat je in je examenjaar geen SE literatuur hoeft te doen.

Slide 2 - Slide

Boeken/ films:

  • 1. Phileine zegt sorry – Ronald Giphart
  • 2. Eus – Özcan Akyol (2012) OF De belofte van Pisa – Mano Bouzamour (2013)
  •  3. Kort Amerikaans– Jan Wolkers (jaren ’60)
  • 4. Gimmick! (1989) - Joost Zwagerman
  •  5. Bint – Ferdinand Bordewijk (jaren ’30)
  • 6. Werther Nieland – Gerard Reve (naoorlogse literatuur) 
  •  7. Prins (film) (2015) - Sam de Jong
  •  8. Simon (film) 2004 - Eddy Terstall 

Slide 3 - Slide

Wat je moet weten van de boeken/ films:

  • - schrijver / regisseur
  • - jaar van uitgave 
  • - thema's, motieven
  • - inhoud verhaal
  • - Hoe past het werk in de historische context?

Slide 4 - Slide

Theorie 'Laagland Literatuur & Lezer'
Leren voor ET / SE

  • Cursus 1 Literatuur en lezer
  • Cursus 2 Het lezen van verhalen
  • Cursus 3 Literair taalgebruik
  • Cursus 6 Literatuur en film
  • Cursus 10 Twintigste eeuw (1900 - 1940), p1 + p3
  • Cursus 11 De jaren 50 en 60, p1 + p3
  • Cursus 12 De jaren 70 tot heden, p1 + p3

Slide 5 - Slide

padlet.com/nhhdrent/luzacliteratuur

Slide 6 - Slide


De twintigste eeuw, de jaren vijftig en zestig

Slide 7 - Slide

ontwikkelingen in de jaren zestig

  • vrije zaterdag
  • gasbel bij Slochteren -> welvaart
  • de pil
  • emancipatie
  • space race
  • ontzuiling
  • popmuziek
  • wie weet er meer?

Slide 8 - Slide

de jaren zestig
  • popmuziek
  • jeugdcultuur
  • verzet tegen taboes, verzuiling, burgerlijkheid

Slide 9 - Slide

Literatuur in de jaren vijftig en zestig

  • naoorlogse proza -> pessimistisch wereldbeeld
  • personages zijn vaak eenzaam en angstig
  • taboeonderwerpen
  • de werkelijkheid wordt gezien als een chaos
  • personages hebben geen moreel besef
  • de personages zijn antihelden 

Slide 10 - Slide

Kort Amerikaans

Slide 11 - Slide

  • schrijver ? 
  • Jan Wolkers
  • jaar van uitgave
  • 1962

Slide 12 - Slide

  • Thema's:
  • Eenzaamheid
  • (Eric zit vrijwel alleen op kunstacademie behalve een paar vreemde figuren, wordt langzaam gek van eenzaamheid)
  • Dood
  • (de broer van Eric sterft, de Spin hangt zich op)

Slide 13 - Slide

  • motieven:
  • Wat zijn motieven ook al weer?
  • Leidmotieven: 
  • litteken -> zorgt ook voor eenzaamheid
  • Verhaalmotieven:
  • dood
  • generatieverschil
  • seksualiteit
  • verraad

Slide 14 - Slide

  • Hoe past 'Kort Amerikaans' in de naoorlogse proza?
  • Noem twee elementen. 

  • Nu maken:
  • Werkboek HAVO blz 91-92, opdracht 2
  • Werkboek HAVO blz 94, 95 opdracht 5


timer
10:00

Slide 15 - Slide

Kort Amerikaans

Slide 16 - Mind map

Noteer in tweetallen:

  • 1a. Welk boek van de boekenlijst hoort bij welke cursus uit je boek 'Laagland'?
  • 1b. Schrijf bij elk boek op hoe je dat terug ziet.
  • 2. Van welk boek weet je het thema?


timer
8:00

Slide 17 - Slide

Cursus 10 - Bint – Ferdinand Bordewijk (jaren ’30)
Cursus 11Kort Amerikaans– Jan Wolkers (jaren ’60) 
Cursus 12Phileine zegt sorry 
Cursus 12Eus – Özcan Akyol (2012) OF De belofte van Pisa – Mano Bouzamour (2013)
Cursus 12 - Gimmick! (1989) - Joost Zwagerman

Cursus 12 - Werther Nieland – Gerard Reve (naoorlogse literatuur)  
 7. Prins (film) (2015) - Sam de Jong
 8. Simon (film) 2004 - Eddy Terstall 

Slide 18 - Slide

Zoek op: Waarom zijn literaire teksten meerduidig?
timer
4:00

Slide 19 - Open question

Wat is proza?
Wat is poëzie ?
timer
2:00

Slide 20 - Open question

Wat is het verschil tussen de auctoriale vertelinstantie, de ik-vertelinstantie en de personale vertelinstantie?
timer
5:00

Slide 21 - Open question

Meerduidige teksten laten ruimte over voor eigen interpretatie van de tekst.
A
niet juist
B
juist

Slide 22 - Quiz

Welk voorbeeld is een roman?
A
'Nieuw Nederlands, 5e editie'
B
'Kort Amerikaans'
C
De Volkskrant van vandaag

Slide 23 - Quiz

Wat is een duidelijk kenmerk van een auctoriale vertelinstantie?

Slide 24 - Open question

Welke van onderstaande stijlfiguren is een pleonasme?
A
'blij en verheugd'
B
'een ronde cirkel'
C
'bar en boos'
D
'ijzeren discipline'

Slide 25 - Quiz

Welke van onderstaande stijlfiguren is een tautologie?
A
'nat water'
B
'verdrietig en bedroefd'
C
'zuchtende wind'
D
'witte sneeuw'

Slide 26 - Quiz

Welke van de onderstaande stijlfiguren is een hyperbool?
A
'nat water'
B
'brullende motor'
C
'vlug sjokken'
D
'eeuwen op iemand wachten'

Slide 27 - Quiz

Een bijpersoon kan ook de tegenstander in een verhaal zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz