What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Deviant Startrekenen 1F Hoofdstuk 9 Verhoudingen en breuken
Hoofdstuk 9
Verhoudingen en breuken
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
This lesson contains
38 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 9
Verhoudingen en breuken
Slide 1 - Slide
BREUKEN??
Hoofdstuk 6 : Breuken
Een
breuk
geeft een deling tussen twee getallen aan.
Breuken worden meestal gebruikt om een deel of gedeelte van het geheel aan te geven.
Slide 2 - Slide
BREUKEN??
Voorbeeld:
Slide 3 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Doel:
Je leert een verhouding opschrijven in een breuk en deze vereenvoudigen.
Slide 4 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Je kunt een verhouding tussen een totaal en een gedeelte daarvan als een breuk schrijven.
Voorbeeld:
3 van de 10 lampen zijn kapot ->
Slide 5 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Het kan ook andersom. Je schrijft dan een breuk op als een verhouding
Voorbeeld:
Slide 6 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Voorbeeld:
Verhouding : 3 op de 8 boeken is verkocht
Slide 7 - Slide
9.1 Breuken als verhouding
Als je een verhouding opschrijft als een breuk, moet je de breuk zo klein mogelijk maken ->
Vereenvoudigen
Voorbeeld:
Slide 8 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Doel:
- Je leert vermenigvuldigen met breuken
- Je leert een gedeelte van een breuk uit te rekenen
Slide 9 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Een deel van het geheel wordt vaak als een breuk opgeschreven. Je kunt dan het aantal berekenen dat bij dat deel hoort.
Slide 10 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Je kan dit doen door strepen
zetten:
een derde van de mokken is groen
Slide 11 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
een derde van de mokken is groen
- Zet de strepen
- kleur een derde
- tel de mokken
Slide 12 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Een deel uitrekenen van het totaal is hetzelfde als dat totaal vermenigvuldigen met de breuk.
Is de
teller
1 dan is delen door de noemer van de breuk voldoende. (delen door de onderste)
Slide 13 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
Er zitten 15 vogels in een kooi.
Een derde van deze vogels is een parkiet.
Hoeveel parkieten zitten er in de kooi
Slide 14 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
Stap 1 :
v van van 15 = x 15
Slide 15 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
Stap 1 :
v van van 15 = 15 : 3 =
Je deelt dus door de noemer / de onderste
Slide 16 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Is de teller groter dan 1, dan kun je een verhoudingstabel gebruiken. Dan kan dat op twee manieren uitgerekend worden.
Manier 1:
Er zitten 80 koeken in een doos. 3/4 is een gevulde koek. Hoeveel gevulde koeken zitten in de doos
gevulde koeken
3
totaal
4
Slide 17 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Er zitten 80 koeken in een doos. 3/4 is een gevulde koek. Hoeveel gevulde koeken zitten in de doos
gevulde koeken
3
totaal
4
80
Slide 18 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Er zitten 80 koeken in een doos. 3/4 is een gevulde koek. Hoeveel gevulde koeken zitten in de doos
gevulde koeken
3
30
60
totaal
4
40
80
Slide 19 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Is de teller groter dan 1, dan kun je een verhoudingstabel gebruiken. Dan kan dat op twee manieren uitgerekend worden.
Manier 2:
Gouden regel: Delen door de onderste (
noemer)
, keer de bovenste (
teller)
.
Slide 20 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Voorbeeld:
John heeft €100,- verdiend.
Hij zet 2/5 op een spaarrekening,
Hoeveel euro zet John op zijn spaarrekening?
Slide 21 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Gouden regel:
Delen door de onderste (
noemer)
, keer de bovenste
(teller)
.
is dus delen door
5
, keer
2
dus €100,- : 5 = €20,- -> €20,- x 2 = €40,-
Slide 22 - Slide
9.2 Vermenigvuldigen met breuken
Je kan een breuk ook met een geheel getal vermenigvuldigen. Je doet door de breuk herhaald op te tellen.
3 x 1/4 =
1/4 + 1/4 + 1/4 = 3/4
Kan je vereenvoudigen?
Zo ja,
doen!!!
Slide 23 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Doel:
- Je leert een breuk omrekenen naar een decimaal getal.
- Je leert een decimaal getal omrekenen naar een breuk
Je leert een decimaal getal groter dan 1 opschrijven als breuk
Slide 24 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Je kunt een breuk omrekenen naar een decimaal getal.
Eerst een handig lijstje:
Slide 25 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Je kunt een breuk omrekenen naar een decimaal getal.
Stap 1:
Reken de breuk om naar een breuk met de noemer 10 of 100
Stap 2:
Schrijf de breuk op als een decimaal getal
Slide 26 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
x2
= 0,2
x2
Slide 27 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
x25
3 75 75
- = ---- ---- = 0,75
4 100 100
x25
Slide 28 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Je kunt een decimaal getal ook omrekenen naar een breuk.
dus andersom!
Stap 1:
Schrijf het decimaal getal als een breuk.
Stap 2:
Vereenvoudig waar nodig
Slide 29 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
0, 2 = =
Slide 30 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Als een decimaal getal groter is dan 1, kan je dat alsnog op schrijven als een breuk. Je krijgt dan een getal en een breuk
Voorbeeld:
Welke breuk is er gelijk aan 2,5?
Slide 31 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Voorbeeld:
Welke breuk is er gelijk aan 2,5?
Stap 1: Splits het getal in eenheden (heel getal) en tienden
Dus: 2,5 = 2 eenheden en 5 tienden = 2 + 5/10
Slide 32 - Slide
9.3 Breuken met decimale getallen
Stap 2: Vereenvoudig de breuk
Dus: 2,5 = 2 eenheden en 5 tienden = 2 + 5/10
-> : 5
dus 2 1/2
-> : 5
Slide 33 - Slide
9.4 Breuken en verhoudingen vergelijken
Doel:
Je leert breuken en verhoudingen vergelijken
Slide 34 - Slide
9.4 Breuken en verhoudingen vergelijken
Als je breuken en een verhouding wilt vergelijken, dan kun je van de verhouding een breuk maken.
Voorbeeld:
1/5 van de Nederlanders gaat naar Frankrijk op vakantie. 3 op de 10 Nederlanders gaat naar Duitsland. Welk deel is groter?
Slide 35 - Slide
9.4 Breuken en verhoudingen vergelijken
Stap 1: Schrijf de verhouding op als een breuk
3 op de 10 Nederlanders = van de Nederlanders
Slide 36 - Slide
9.4 Breuken en verhoudingen vergelijken
Stap 2: Maak de breuken gelijknamig
x2
=
x2
Slide 37 - Slide
9.4 Breuken en verhoudingen vergelijken
Stap 3: Vergelijk de breuken
gaat naar Frankrijk gaat naar Duitsland
Slide 38 - Slide
More lessons like this
Rekenondersteuning les 4
December 2024
- Lesson with
16 slides
Rekenen
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
9.2 Deel 3
May 2021
- Lesson with
11 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Hoe studeer je G6 en G7
October 2023
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Secundair onderwijs
7.5 breuken Nu rekenen online
September 2022
- Lesson with
51 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
§9.2 Breuken en procenten + §9.3 Theorie A Procententabel
June 2022
- Lesson with
26 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Omrekenen breuken, decimalen en procenten
June 2022
- Lesson with
46 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 1
Hoofdstuk 9: verhoudingen en breuken
October 2023
- Lesson with
49 slides
Rekenen
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Rekenen met breuken
January 2025
- Lesson with
11 slides
Rekenen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1