Les 8.1 Geluid maken en horen

Les 8.1 Geluid maken en horen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 8.1 Geluid maken en horen

Slide 1 - Slide

Planning
  • 8.1 Geluid maken en horen
  • Opgaven maken
  • Opgaven nakijken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Leerdoelen 8.1
  • Je kunt een aantal voorbeelden noemen van geluidsbronnen.
  • Je kunt uitleggen hoe het geluid van een luidspreker zich verspreidt tot je oren het geluid horen.
  • Je kunt uitleggen wat een tussenstof is.
  • Je kunt de geluidssnelheid in lucht noemen.
  • Je kunt berekeningen maken met de geluidssnelheid in lucht.

Slide 5 - Slide

Geluidsbronnen
  • Geluidsbron: een voorwerp wat geluid maakt.



  • Geluid ontstaat door de trillingen van een geluidsbron.







Slide 6 - Slide

Geluidsbronnen
  • Je kunt een geluid alleen horen als er een tussenstof is: is stof waardoor de trillingen zich kunnen verplaatsen van geluidsbron naar je oren. (meestal lucht).
  • Blikseminslag --> je ziet het licht heel snel, maar je hoort het veel later pas.
  • Geluidssnelheid van lucht is ongeveer
  • 340 m/s (= 1225 km/h)

Slide 7 - Slide

Voorbeeldopgave
Frank is op vakantie in Zwitserland. Tijdens een bergwandeling roept hij naar zijn broer. Na vijf seconden hoort hij een echo. Bereken hoe ver de rotswand die het geluid heeft teruggekaatst, van hem verwijderd is.

Slide 8 - Slide

Voorbeeldopgave
Frank is op vakantie in Zwitserland. Tijdens een bergwandeling roept hij naar zijn broer. Na vijf seconden hoort hij een echo. Bereken hoe ver de rotswand die het geluid heeft teruggekaatst, van hem verwijderd is.

Slide 9 - Slide

Geluid horen
  • Het trommelvlies beweegt naar buiten als de luchtdruk bij A lager wordt.
  • Het trommelvlies beweegt naar binnen als de luchtdruk bij A hoger wordt.
  • Zintuigcellen nemen deze beweging in het trommelvlies waar en geven dit door aan de hersenen


Slide 10 - Slide

Welke dingen heb je altijd nodig om geluid te kunnen horen?
Nodig
Niet nodig
tussenstof
je tong
geluidsbron
oren

Slide 11 - Drag question

Luidspreker
Lucht
Microfoon
Geluidsbron
Tussenstof
Ontvanger

Slide 12 - Drag question

Zet op de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
Een geluidsbron produceert geluid
De luchtdruk in je oor verandert
Je trommelvlies gaat trillen
Zintuigcellen nemen de beweging waar
Je hersenen ontvangen het signaal
Je bent bewust van het geluid: je hoort het geluid

Slide 13 - Drag question

Daan kijkt door een raam met enkel glas naar buiten en ziet zijn vriend Jesley. Hij hoort Jesley fluiten.
Geef aan door welke drie tussenstoffen het geluid achtereenvolgens gaat vanaf de mond van Jesley tot aan het oor van Daan.
Het geluid verplaatst zich eerst door ........... , dan door ........... en ten slotte door .......
Glas
Lucht
Lucht
Glas

Slide 14 - Drag question

Maken opgave: 2 t/m 9 
(vanaf blz 171)
Mavo klas: hoeft 8 niet te maken

Slide 15 - Slide

2
  • a) conus
  • b) snaren
  • c) stembanden

Slide 16 - Slide

3
  • a) Het trommelvlies
  • b) De zintuigcellen

Slide 17 - Slide

4
  • a) snaren, vingers
  • b) vel, handen
  • c) snaren, strijkstok
  • d) snaren, hamertjes

Slide 18 - Slide

5
  • Er is steeds minder tussenstof, en dat is nodig om geluid te horen. 

Slide 19 - Slide

6
  • Door het staal van de rails

Slide 20 - Slide

7

Slide 21 - Slide

8

Slide 22 - Slide

9

Slide 23 - Slide

9

Slide 24 - Slide

9

Slide 25 - Slide