V4wiA Hfdst 5 statistiek DT/H4wiA H2 DT

Week 19
vwo 4 wiA
7 mei 2020
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 19
vwo 4 wiA
7 mei 2020

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Volgende week toets!
  • Herhaling en afronding 5.4 over causaliteit 
  • Korte herhaling H5.1, 5.2 en 5.3 als voorbereiding op de oefentoets -> GR nodig

Slide 2 - Slide

Volgende week toets H5
  • Bereid je toets goed voor, zodat het resultaat iets zegt over je  kennis en vaardigheden met betrekking tot hoofdstuk 5!
  • je kunt daarvoor gebruiken:
  1. boek + schrift met uitwerkingen
  2. gedeelde lessen die waar nodig aangevuld zijn met ingesproken uitwerkingen

Slide 3 - Slide

Herhaling+afronding 5.4

Slide 4 - Slide

4 Conclusies trekken

Slide 5 - Slide

Fouten bij het trekken van conclusies
  • Een conclusie is gebaseerd op een niet representatieve steekproef
  • Een conclusie is suggestief, nietszeggend of zet je op het verkeerde been.
  • Voor een conclusie is slechts een gedeelte van de onderzoeksresultaten gebruikt
  • Er wordt een gevolgtrekking gedaan die te kort door de bocht is.

Slide 6 - Slide

Wanneer is er sprake van causaal/oorzakelijk verband (causaliteit)?
  • Er is een statistisch verband tussen de variabelen
  • De variabele die als veroorzakende variabele wordt beschouwd, moet in de tijd voorafgaan aan de andere variabele
  • Er moeten geen andere variabelen in het spel zijn die het verband veroorzaken

Slide 7 - Slide

Causaal verband tussen opgenomen patienten en ...

...de hoeveelheid fijnstof in de lucht?

Slide 8 - Slide

Causaal verband tussen opgenomen patienten en...

...het zeggen van 'friet' of 'patat'??

Slide 9 - Slide

Correlatie tussen het aantal promoties in wiskunde in de VS en de voorraad uranium bij kerncentrales in de VS
https://tylervigen.com/discover

Slide 10 - Slide

Er volgt nu een filmpje met tussendoor een aantal quizvragen

Tedx Talk van Ionica Smeets over
'the danger of mixing up causality and correlation'

Slide 11 - Slide

4

Slide 12 - Video

00:43
Er is een statistisch verband tussen de ijsverkoop en het aantal verdrinkingen,
maar er is geen sprake van causaliteit want:
timer
1:00
A
het ene volgt niet op het andere in tijd
B
er is een andere variabele in het spel

Slide 13 - Quiz

02:01
Er is een statistisch verband tussen het getrouwd zijn van een man en een langere levensverwachting maar er is geen sprake van causaliteit omdat:
timer
1:00
A
Het ene volgt niet op het andere in tijd
B
Er is een andere variabele in het spel

Slide 14 - Quiz

03:32
Er is een statistisch verband tussen de bijziendheid van een kind en 's nachts een bedlampje aan, maar er is geen sprake van causaliteit omdat:
timer
1:00
A
Het ene volgt niet op het andere in tijd
B
Er is een andere variabele in het spel

Slide 15 - Quiz

04:33
Er is een statistisch verband tussen complimenten/het geven van zelfvertrouwen
aan een kind en goede resultaten, maar er is geen sprake van causaliteit omdat:
timer
1:00
A
Het ene volgt niet op het andere in tijd
B
Er is een andere variabele in het spel

Slide 16 - Quiz

Artikel Maurice de Hond 'Er is bewijsbaar een causaal verband' (tussen luchtvochtigheid en mate van verspreiding van het coronavirus)
https://www.maurice.nl/2020/04/18/er-is-causaal-verband/ 
  1. Er is een cijfermatige samenhang tussen de specifieke luchtvochtigheid en het aantal sterfgevallen door COVID-19. (correlatie, maar misschien andere factor die meespeelt?)
  2. nav een onderzoek kon men op basis van de specifieke luchtvochtigheid met meer dan 80% nauwkeurigheid voorspellen dat er een maand later een griepepidemie zou zijn. (nog steeds geen bewijs voor causaliteit)
  3. besmetting met een virus kan geschieden via microdruppels in de lucht (aangetoond met experiment)
  4. Op grond van een onderzoek naar besmetting bij dieren werd geconstateerd dat er een duidelijke samenhang was tussen de luchtvochtigheid en de mate van verspreiding van het virus (Bewijs voor causaliteit bij verspreiding van dat specifieke virus bij dieren)

Slide 17 - Slide

Conclusie:
  • Vaak is het lastig om causaliteit te bewijzen. Ook in dit geval, want je zou eigenlijk groepen mensen moeten besmetten met covid-19 waarbij je steeds de luchtvochtigheid aanpast. Daar zijn weinig vrijwilligers voor te vinden....
  • Wees kritisch als je grafiekjes/artikelen tegenkomt, waar men oorzaak-gevolg wil aantonen!!

Slide 18 - Slide

Korte herhaling 5.1, 5.2 en 5.3
-> pak je GR erbij!

Slide 19 - Slide

In onderstaande frequentietabel zie je de behaalde cijfers van Vwo 6 voor wiskunde A in 2019 op het ISW

cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Behaalde examencijfers 

Slide 20 - Slide


cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Hoeveel procent van de leerlingen haalde een 8 of hoger? Rond je antwoord af op 1 decimaal. Het procentteken mag je weglaten.

Slide 21 - Open question


cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Welke stelling klopt?
A
De modus is 7 en de mediaan is het 15e getal dus ook 7
B
De modus is 14 en de mediaan is het gemiddelde van het 15e en 16e getal dus 7
C
De modus is 7 en de mediaan is het gemiddelde van het 15e en 16e getal dus ook 7
D
De modus is 14 en de mediaan is het 15e getal dus 7

Slide 22 - Quiz


cijfer
6
7
8
9
frequentie
11
14
3
2
Welke stellingen kloppen?
A
Alle drie de centrummaten zijn 7 of afgerond 7
B
De spreidingsbreedte is 9
C
De kwartielafstand is 7-6=1
D
De standaardafwijking is afgerond 0,85

Slide 23 - Quiz

Inwoners wijken in het Westland
Aantal inwoners in de tien (!) wijken van het Westland
In de volgende vragen maak je gebruik van een boxplot bij de inwoneraantallen van deze 10 wijken.

Slide 24 - Slide


Gegeven: min. =665, Q1=4015, mediaan=10032, Q3=17266, max. = 21800
Maak gebruik van bovenstaande gegevens en de boxplot hiernaast.
Bereken de spreidingsbreedte en geef je antwoord

Slide 25 - Open question

Ma
Gegeven: min. =665, Q1=4015, mediaan=10032, Q3=17266, max. = 21800
Maak gebruik van bovenstaande gegevens en de boxplot hiernaast.
Bereken de kwartielafstand en geef je antwoord.

Slide 26 - Open question

Ma
Gegeven: min. =665, Q1=4015, mediaan=10032, Q3=17266, max. = 21800
Maak gebruik van bovenstaande gegevens en de boxplot hiernaast.
Geef een schatting van het totaal aantal inwoners in de 5 wijken met het laagste inwonersaantal. Geef je antwoord in duizendtallen nauwkeurig.

Slide 27 - Open question

De variabele onderwijsniveau is:
timer
1:00
A
kwalitatief, nominaal
B
kwalitatief, ordinaal
C
kwantitatief , nominaal
D
kwantitatief, ordinaal

Slide 28 - Quiz

De variabele geslacht is:
timer
1:00
A
kwalitatief, nominaal
B
kwalitatief, ordinaal
C
kwantitatief , nominaal
D
kwantitatief, ordinaal

Slide 29 - Quiz

De variabele leeftijd is:
timer
1:00
A
kwalitatief, intervalniveau
B
kwalitatief, rationiveau
C
kwantitatief, intervalniveau
D
kwantitatief, rationiveau

Slide 30 - Quiz

Vb: onderzoek naar het aantal scholieren met een bijbaan (Het kenmerk is hier dus de bijbaan)
Lan
De populatieproportie blijkt op het vwo ongeveer 0,49 te zijn (49% van de scholieren  op het vwo heeft een bijbaan) 

Slide 31 - Slide

Stel dat we een steekproef zouden doen
met alleen Westlandse scholieren,
verwacht je dan een steekproefproportie die hoger is of die lager is dan deze populatieproportie?
timer
2:00
A
lager, want in het Westland hebben ze vaker een bijbaan
B
lager, want in het Westland hebben ze minder vaak een bijbaan
C
hoger, want in het Westland hebben ze vaker een bijbaan
D
hoger, want in het Westland hebben ze minder vaak een bijbaan.

Slide 32 - Quiz