Klinisch redeneren les 4

Klinisch redeneren les 4
Zorgpad: Klinisch redeneren in de gehandicaptenzorg
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Klinisch redenerenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klinisch redeneren les 4
Zorgpad: Klinisch redeneren in de gehandicaptenzorg

Slide 1 - Slide

Startsituatie
De student heeft de les voorbereid door het lesmateriaal te lezen
De student heeft kennis van de methoden die hij kan inzetten bij stap 1 en 2 van het klinisch redeneren.

Slide 2 - Slide

 Casus

Slide 3 - Slide

Oriëntatie op de situatie
Als verpleegkundige observeer je voortdurend de situatie van de zorgvrager. Je vormt zo een beeld van de actuele situatie. Het oriënteren op de situatie van de zorgvrager is de eerste stap van het proces van klinisch redeneren.

In de eerste stap van het proces van klinisch redeneren oriënteer je je op de situatie van de zorgvrager. Je observeert en je stelt vast of er iets veranderd is. Deze eerste stap bestaat uit drie delen:
Stap 1a: Je verzamelt informatie.
Stap 1b: Je voert een risicoanalyse uit en je beslist of je de arts moet informeren.
Stap 1c: Je informeert zo nodig andere zorgverleners over de situatie.
Gebruik de MEWS score



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Stap 2 Mogelijke problemen in kaart brengen
Nu kan je bedenken wát er aan de hand zou kunnen zijn.
In de eerste stap heb je je een beeld gevormd van de situatie. Er komen nu allerlei gedachten bij je op over mogelijke problemen. In de tweede stap maak je de problematiek inzichtelijk. Je bedenkt wat er aan de hand kan zijn bij de zorgvrager, wat de gevolgen van de verandering in de (gezondheids)situatie zijn voor het leven van deze zorgvrager en wat mogelijke problemen kunnen zijn.
Stap 2 bestaat uit drie delen:
Stap 2a: Je ordent de gegevens.
Stap 2b: Je formuleert hypothesen.
Stap 2c: Je legt verbanden tussen de problemen.





Slide 6 - Slide

Redeneerhulpmiddel: Domeinen van kwaliteit van bestaan
Er zijn acht domeinen die iets kunnen zeggen over kwaliteit van leven. Deze zijn:
  • Emotioneel welbevinden
  • Lichamelijk welbevinden
  • Materieel welbevinden
  • Zelfbepaling
  • Persoonlijke ontwikkeling
  • Interpersoonlijke relaties
  • Deelname aan de samenleving
  • Rechten en belangen
Bron: Schalock en Verdugo (2002)
















Slide 7 - Slide

Opdracht maak vragen aan de hand van de domeinen
Lees de 8 domeinen. Welke informatie heb je vanuit de casus nodig om een goede analyse / hypothese te kunnen maken?
Je gaat nu per domein vragen bedenken die je nodig hebt een goede hypothesen te kunnen stellen of doelen te kunnen bepalen.
Bedenk ook welke vragen kan je aan iemand stellen om de juiste informatie te krijgen per domein.

Hulpmiddel: Zorgpad 
Zorgpad 3.3 stap 2 'mogelijke problemen in kaart brengen'

timer
8:00

Slide 8 - Slide

Emotioneel welbevinden

Slide 9 - Open question

Lichamelijk welbevinden

Slide 10 - Open question

Materieel welbevinden

Slide 11 - Open question

Zelfbepaling

Slide 12 - Open question

Persoonlijke ontwikkeling

Slide 13 - Open question

Interpersoonlijke relaties

Slide 14 - Open question

Deelname aan de maatschappij

Slide 15 - Open question

Rechten en belangen

Slide 16 - Open question

Afsluiting
Wat heb neem je mee uit deze les naar de praktijk?
En dank aan Elana :-)

Slide 17 - Slide

Je hebt meer inzicht gekregen in de complexiteit van het klinisch redeneren.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll