Thema 7 Blok 3 Veranderde wereldhandel

Thema 7 
Veranderde wereldhandel
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 34 slides, with interactive quiz, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Thema 7 
Veranderde wereldhandel

Slide 1 - Slide

Wat weet jij over
wereldhandel?

Slide 2 - Mind map

Lesplanning les 1
- Lesdoelen
- Agenda invullen
- Uitleg blok 3
- Zelfstandig werken: Herhaling blok 1 en 2 / begin blok 3
- Filmpje

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les kun je...
Uitleggen waarom het label 'Made in...' weinig zegt over waar het product is gemaakt
Vertellen wat de lagelonenlanden zijn
Uitleggen waarom de arbeid is verplaatst uit Nederland

Slide 4 - Slide

Agenda invullen
M&M =>  
Lezen: Teksten Blok 3
Maken + nakijken:   1, 2 en 4 t/m 21 

Leren: Begrippen en leerdoelen (=kennen & kunnen)
 

 
 

Slide 5 - Slide

In de Primark kost een trui 20,- euro. Heeft de productie van de trui ook 20,- gekost?

Slide 6 - Slide

Je spijkerbroek is een wereldreiziger

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Je spijkerbroek is een wereldreiziger
Je kan uitleggen waarom het label 'Made in...' weinig zegt over waar het product is gemaakt.
Grondstof
Weven
van
 katoen
Lappen
 stof
Wassen
Verven
of
Snijden
Naaien
+
Knopen
China - India - VS
China - Vietnam
Polen
Bangladesh
Bangladesh - Haïti 
El Salvador - Combodja
Label!

Slide 9 - Slide

VERPLAATSEN VAN ARBEID
- 150 jaar geleden in Twente gemaakt. 

- Nu Zuid-Oost Azië > Daar zijn de lonen laag >Steeds meer wordt geproduceerd in lagelonelanden

Multinationals (H&M, Zara, Primark etc)  laten de verschillende onderdelen van hun producten daar maken waar dat het goedkoopst is. 
 



Je kan vertellen wat de lagelonenlanden zijn

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Herhalen blok 1 & 2
Begin blok 3
Opdrachtenblad
Lezen: Teksten blok 3

Maken + nakijken: 1, 2 & 4 t/m 21

Leren: Begrippen en leerdoelen
timer
20:00

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Lesplanning les 2

  • Uitleg blok 3
  • Zelfstandig Werken
  • Samenwerken 

Slide 13 - Slide

Wat leer je in blok 3?
Als je klaar bent met dit blok, kun je:
-uitleggen waarom het label 'Made in...' weinig zegt over waar het product is gemaakt.
-vertellen wat de lagelonenlanden zijn.
-uitleggen waarom de wereld steeds kleiner wordt.
-uitleggen waarom het goederenvervoer sterk is gegroeid.
-vertellen wat locatiefactoren zijn.
-uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien.
-uitleggen waarom de groeilanden interessante afzetmarkten zijn.
-vertellen wat China in Afrika doet op het gebied van handel.
-uitleggen wat het BNP is. 

Slide 14 - Slide

Sneller en goedkoper
Via internet kan je uit  vrijwel alle landen goederen bestellen. 

Dit is een gevolg van MONDIALISERING OF GLOBALISERING => de steeds verdergaande uitwisseling van goederen/spullen en informatie en samenwerking van mensen uit verschillende landen. 

De wereld lijkt steeds kleiner te worden. De absolute afstand (= aantal km) veranderd niet. De relatieve afstand (=reistijd) wel.  

Moderne communicatie- en vervoersmiddelen maken het makkelijker, sneller en goedkoper om met elkaar te handelen en communiceren. 
Je kan uitleggen waarom de wereld steeds kleiner wordt.

Slide 15 - Slide

Sneller en goedkoper
Er zijn twee soorten  goederen in goederenvervoer: 
  1.   Massagoederen: Onverpakte goederen die in grote hoeveelheden worden vervoerd. Ze worden op het schip 'gestort'
  2.  Stukgoederen: losse of verpakte goederen zoals schoenen, zakken rijst, dozen kleding. Ze worden op het schip geladen in containers

Slide 16 - Slide

Containers 
Een grote stalen kist met vaste afmetingen voor het vervoer van stukgoederen.  Hoe passen en zoveel containers op een schip?  Hoe weet je welke spullen in welke container zitten? 

Je kan uitleggen waarom het goederenvervoer sterk is gegroeid.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Vrije handel 
Invoerheffingen worden afgeschaft => Vrije handel

De World Trade Organisation (WTO) streeft naar vrijhandel in de hele wereld

Voordeel => Meer goedkope producten
Nadeel =>  Arbeid verdwijnt - veel schade voor het milieu

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

Waarom daar?
Locatie- of vestigingsplaatsfactoren bepalen of een bedrijf zich op een bepaalde plaatst vestigt. Redenen die een rol kunnen spelen: 
  • Goede Infrastructuur = goede havens, spoorlijnen, internet  
  • Zijn er voldoende arbeiders 
  • Hebben mensen expertise/kennis ofwel goede opleidingen?  
  • Lage lonen 
  • Stabiele regering
  • Minder strenge milieueisen => in Nederland betalen bedrijven een hoge milieuheffing. In veel Afrikaanse landen niet...
je kan vertellen wat locatie- of vestigingsfactoren zijn.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Economische groeilanden
In de 17e eeuw was Nederland hét centrum van de wereldhandel. Nu zijn de VS (nr 1)  en China (nr 2) de grote spelers.  

Landen die sinds 2000 het hardst zijn gegroeid zijn:  Brazilë, Rusland, India en China (BRIC-landen) Deze landen zijn snel geïndustrialiseerd. Steden zijn gegroeid door urbanisatie = trek van platteland naar de stad.

De industrie in deze BRIC-landen is snel gegroeid doordat buitenlandse bedrijven investeerden in fabrieken en infrastructuur. 
je kan uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien

Slide 23 - Slide

Economische groeilanden
Door de economische groei nam het BNP (=Bruto Nationaal Product)  snel toe.  

BNP =>  de waarde van alle goederen en diensten die geproduceerd worden in een land of dat wat iedereen verdient in een land. 

Als het BNP hoog is, wordt er veel gebouwd en komt er steeds meer werk in deze landen. Hierdoor worden deze landen een belangrijke afzetmarkt voor bedrijven. (Afzetmarkt = landen waar producten verkocht worden)

In Nederland groeit de industrie nauwelijks. Bedrijven worden zelfs overgenomen door Indiase of Chinese bedrijven => Tata Steel. 
je kan uitleggen waarom sommige landen economisch sterk groeien

Slide 24 - Slide

De invloed van China
  • China heeft de grootste bevolking van de wereld: 
-1,4 miljard mensen wonen in China;
-de Chinese bevolking blijft ook nog groeien.
  • Veel Chinezen vestigen zich buiten China om te studeren, handel te drijven of een andere investering te doen. 
  • Maar China wordt zelf ook wel de 'fabriek van de wereld' genoemd omdat er in Chinese fabrieken veel wordt geproduceerd. 

Slide 25 - Slide

Afrika als nieuwe handelspartner
Europa 'helpt' Afrika met ontwikkelingshulp voor onderwijs- of gezondheidsprojecten. Europese landen stellen vaak 'eisen' aan deze hulp. 

China ziet Afrika als handelspartner. In ruil voor grondstoffen worden leningen verstrekt en wordt de infrastructuur verbeterd. 
Afrikaanse landen doen liever 'zaken' met China. Afrika zal een belangrijke afzetmarkt worden voor Chinese Producten. 
Je kan vertellen wat China in Afrika doet op het gebied van handel.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Aan de slag! 
Lezen: Teksten Blok 3
Maken + nakijken: 1, 2 en 4 t/m 21
Leren: Begrippen en leerdoelen (=kennen & kunnen)


Oefenen met Quizlet
Samenvatting maken van de leerdoelen. 

Slide 29 - Slide

Lesplanning les 3
Wat gaan we doen? 
  • Werk afronden en aftekenen
  • Wie ben ik?  OF  Kahoot spelen. 

Doen:
Samenvatting maken
Websites/ filmpjes in de LessonUp bekijken. 
Oefenen met Quizlet
Menukaart maken. 
Kijken: De Rotterdamse haven

Slide 30 - Slide

Aan de slag! 
Lezen: Teksten Blok 3
Maken + nakijken: 1, 2 en 4 t/m 21
Leren: Begrippen en leerdoelen (=kennen & kunnen)


Oefenen met Quizlet
Samenvatting maken van de leerdoelen. 

Slide 31 - Slide

Wie of wat ben ik? 
 -Je krijgt een persoon/begrip/jaartal op je voorhoofd geplakt. 
-Door vragen te stellen die alleen met ja of nee kan beantwoorden probeer je een punt te scoren.
-Loop door de klas en stel een vraag aan en beantwoord één vraag van een klasgenoot.  
-Geraden? Nieuw begrip ophalen 
Geen idee wat een begrip inhoudt?  Ff spieken in je boek! 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

0

Slide 34 - Video