This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Toets H5 klas 1
Slide 1 - Slide
Toets late middeleeuwen
Slide 2 - Slide
Boeren hadden voedsel over. Ambachtslieden maakten genoeg.
Wat gebeurde er met deze producten?
A
Opgekocht door handelaren en met winst verkocht.
B
Die werden weggegooid, wat moet je ermee?
C
Aan de landheer gegeven, die was tenslotte eigenaar.
D
Niets, ze werden gestolen door rovers en dieven.
Slide 3 - Quiz
De bevolking groeit, de opbrengst uit landbouw moet omhoog. Hoe deden boeren dat?
A
Boeren gingen nieuwe technieken uitproberen.
B
Boeren waren verplicht om harder te werken.
C
Ze ontdekten dat van mest graan beter groeit.
D
Niet, hoe kan er nou meer groeien?
Slide 4 - Quiz
De opbrengst uit landbouw nam toe, er was eten genoeg. Wat was een gevolg daarvan?
A
De bevolking groeide, niet iedereen had een huis.
B
Nieuwe beroepen, want niet meer iedereen was boer.
C
Boeren werkten minder hard, er was immers eten genoeg.
D
Het voedsel lag te rotten in de opslagplaatsen.
Slide 5 - Quiz
Sleep het juiste antwoord naar de vraag:
Waarom trokken handelaren naar kruispunten van wegen en rivieren?
Waarom trokken handelaren naar kastelen en kloosters?
Omdat deze plaatsen goed bereikbaar waren.
Omdat deze goed beschermd werden.
Slide 6 - Drag question
Mensen in de stad wilden zelf de regels bepalen. Ze betaalden daar de landheer geld voor.
Hoe noem je deze rechten?
A
Het wetboek van strafrecht.
B
Stadsrechten.
C
Recht van overpad.
D
Betaalde rechten.
Slide 7 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde
Boeren en ambachtslieden hadden producten over.
Handelaren kochten deze producten op om met winst te verkopen.
Handelaren reisden met deze producten naar kruispunten van wegen en rivieren, of kastelen en kloosters.
Op die plaatsen kwamen veel mensen samen om spullen te kopen en verkopen.
Zo ontstonden markten en nieuwe steden.
Slide 8 - Drag question
Het tijdvak Steden & Staten duurt
A
van 500 tot 1500
B
van 500 tot 1000
C
van 1000 tot 1500
D
van 1500 tot 1600
Slide 9 - Quiz
Zet de ontwikkelingen in de juiste volgorde in de tijd
1
2
3
4
Meer voedsel en een grotere bevolking
Handel onstaat bij kruispunten, kloosters en kastelen
Het ontstaan van het drieslagstelsel en ontginnen van woeste gronden
Er ontstaan dorpen en de samenleving verandert
Slide 10 - Drag question
Vul in: Werken in een middeleeuwse stad. Na jarenlange training, mocht je een ____ afleggen. Dat was een soort examen. Als je hiervoor slaagde, mocht je lid worden van het gilde.
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling
Slide 11 - Quiz
In de middeleeuwen waren de mensen op het platteland vrijer dan de mensen in de steden
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
De gilden stelden de kwaliteit en prijs van producten vast. Dat is een ...... taak
A
politieke
B
sociale
C
economische
D
culturele
Slide 13 - Quiz
De gilden gaven steun bij ziekte of dood. Dat is een ...... taak
A
economische
B
politieke
C
culturele
D
sociale
Slide 14 - Quiz
Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Van wie kreeg een stad stadsrechten?
A
Schepenen
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer
Slide 16 - Quiz
Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury
Slide 17 - Quiz
De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie
Slide 18 - Quiz
Lees onderstaande twee zinnen. Kies steeds het juiste woord:
1. Burgers kochten stadsrechten van een heer / rechter. 2. Hierdoor regelden ze meer / minder voor hun bestuur en rechtspraak.