This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Tekst
Hoofdstuk 2, paragraaf 1.
De Industriële revolutie
Pagina 54
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat gaan wij doen vandaag?
Terugblik vorige les
Studiewijzer
A: Grote economische verschillen
B: Industrie in Nederland
Aan de slag!
Herhaling
Bron 1: Kinderen aan het werk in een fabriek
Slide 3 - Slide
Studiewijzer
Week 48
Lesdoel
Opdracht (Weektaak)
28/11 - 2/12
A: Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland.
B: Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam.
C: Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19de eeuw beschrijven.
Lees paragraaf 1, Hfst 2.
Maak opdracht 1 t/m 15.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
A: Grote economische verschillen
Industrie in het zuiden
In België begon al eerder de industriële revolutie =........................................................................................................................................
Oorzaken hiervoor
Textielfabrieken aanwezig
Grondstoffen -> Steenkool, ijzer
Aanleg infrastructuur
Bron 2: Inhuldigingsrit van de eerste spoorlijn in België (5 mei, 1835, Neuhuys).
Slide 6 - Slide
A: Grote economische verschillen
Waarom niet in Nederland?
4 oorzaken:
Overstap van water naar stoomkracht erg duur.
Geen steenkool beschikbaar
Tot 1860 nog weinig spoorwegen
Weinig vraag naar producten, de belastingen waren namelijk te hoog.
Bron 3: Staatsmijn Wilhelmina c.a 1910-1920. De eerste mijn in Nederlands-Limburg kwam pas rond 1900.
Slide 7 - Slide
B: Industrie in Nederland
Maatregelen van Koning Willem I om de industrialisatie te bevorderen:
1: Verbetering Infrastructuur
2: Textielindustrie op gang brengen
Gevolg
1: Vraag naar producten neemt toe
2: Kolonies werden belangrijke afzetgebied = Gebied waar ondernemer producten kan verkopen
Bron 4: Koning Willem I
Slide 8 - Slide
Aan de slag!
Lees A: Grote economische verschillen
Lees B: Industrie in Nederland
Maak:
Opgave 1, 4 t/m 9
Klaar?
Lees alvast paragraaf 1 (pagina 54).
timer
10:00
Slide 9 - Slide
Vergelijking Nederland en België bij de opkomst van de Industrialisatie.
Industrialisatie NL
Industrialisatie BE
Opdracht: Vul in tweetallen met behulp van paragraaf 1 de onderstaande vergelijkingstabel in.
timer
5:00
Slide 10 - Slide
Vergelijking Nederland en België bij de opkomst van de Industrialisatie.
Industrialisatie NL
Industrialisatie BE
Slide 11 - Slide
Tekst
Hoofdstuk 1, paragraaf 1.
De Industriële revolutie
Pagina 54
Slide 12 - Slide
Wat gaan wij doen vandaag?
Terugblik vorige les
Studiewijzer
C: Ondernemers en arbeiders
Aan de slag!
Herhaling
Bron 1: Kinderen aan het werk in een fabriek
Slide 13 - Slide
Studiewijzer
Week 48
Lesdoel
Opdracht (Weektaak)
28/11 - 2/12
A: Je kunt uitleggen waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland.
B: Je kunt uitleggen wanneer en waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam.
C: Je kunt de arbeidsomstandigheden en woonomstandigheden van ondernemers en arbeiders in de 19de eeuw beschrijven.
Lees paragraaf 1, Hfst 2.
Maak opdracht 1 t/m 15.
Slide 14 - Slide
Terugblik
Je krijgt de twee leerdoelen te zien uit de vorige les.
Deze ga je op een post-it uitleggen. Hierbij zet je ook je naam er op.
Na de 5 minuten worden de post-its op het bord geplakt en gaan we de antwoorden bespreken
Je mag je boek gebruiken
Slide 15 - Slide
Terugblik
1. Leg uit waarom België eerder industrialiseerde dan Nederland. Benoem minimaal 2 kenmerken. (2pt).
2. Koning Willem I voerde maatregelen om de industrie op gang te brengen in Nederland. Benoem een maatregel van koning Willem I waardoor de industrialisatie in Nederland op gang kwam. (1pt).
Slide 16 - Slide
C. Ondernemers en arbeiders
Onderzoek de woon- en werkomstandigheden van arbeiders in de 19de eeuw. Wat valt je heb?
Hoe/Hoelang?
In tweetallen
Met boek en bronnen
25 minuten de tijd
Wat?
Jullie gaan op het werkblad antwoord geven op een aantal onderzoeksvragen.
Slide 17 - Slide
C. Ondernemers en arbeiders - vergelijking
Komt jullie beeld overeen met het beeld uit het volgende fragment?