Op de volgende dia's wordt het rekenen aan oplossingen herhaald.
Dit heb je nodig om aan titraties te kunnen rekenen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H4.4 Herhaling rekenen aan oplossingen
Op de volgende dia's wordt het rekenen aan oplossingen herhaald.
Dit heb je nodig om aan titraties te kunnen rekenen
Slide 1 - Slide
Molariteit
De notatie[formule] wordt gebruikt om de molariteit van een oplossing aan te geven.
Bijv.[H+]=0,10 M
Hier staat: de concentratie/molariteit van H+ ionen is 0,10 mol per liter oplossing.
Je zegt ook wel: de concentratie is 0,10 molair.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
concentratie = mol / L
[A] = n / V dus
n = V x [A] en
V = n : [A]
Slide 4 - Slide
Voorbeeld
gegeven: 5,0 mol NH3 wordt opgelost in 20 L water gevraagd: wat is de Molariteit van de oplossing
de molariteit is 5 mol / 20 L = 0,25 M
[A] = n / V dus
n = V x [A] en
V = n : [A]
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
gegeven: 0,25 M ammonia gevraagd: hoeveel mol NH3 is er opgelost in 200 mL ammonia
ammonia = NH3 opgelost in water 0,200 L x 0,25 M = 0,05 mol NH3 of 200 mL x 0,25 M = 50 mmol NH3 = 0,05 mol NH3
Slide 6 - Slide
Je lost 1,30 mol keukenzout (NaCl) op in 6,0 liter water. Bereken de molariteit van de oplossing die ontstaat. Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers
Slide 7 - Open question
Je lost 0,348 mol Na3PO4 op in 4,20 liter water. Geef eerst de oplosvergelijking van Na3PO4 en bereken dan [ Na+ ].
Slide 8 - Open question
Bij een experiment is 8,65 mL gebruikt van een 0,200 M zwavelzuuroplossing.
vraag a) Wat is de notatie van een zwavelzuuroplossing?
A
H2SO4(aq)
B
HSO4−(aq)+H3O+(aq)
C
SO42−(aq)+2H3O+(aq)
Slide 9 - Quiz
Bij een experiment is 8,65 mL gebruikt van een 0,200 M zwavelzuuroplossing. vraag b) Bereken hoeveel mmol H3O+ (aq) aanwezig is in de oplossing.
(Tip: wanneer je rekent met kleine volumes (bijv mL) is het handig om 0,200 mol/L te lezen als 0,200 mmol /mL)
Slide 10 - Open question
oefenen, oefenen, oefenen, .....
Na deze herhalings-Lesson-Up over H4.4 kun je zelf kijken of je het begrepen hebt. Goede oefenopgaven zijn: