Wiederholung Signalwörter (1)
Functie = signaalwoorden geven een verband aan tussen zinnen of alinea's.
Signaalwoorden die je moet weten:
Also -> dus Zum Beispiel -> bijvoorbeeld
Damit -> daarmee Nur -> alleen
Weil -> want Doch -> toch
Auch -> ook Aber -> maar
Wenn -> als Oder -> of