Unit 1: Identiteit

1 / 55
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesplan - 10 september
1. Unit 1: Identiteit 
- Toetsen
- Google drive

2. Start unit 1: Wat is de Nederlandse identiteit?

Slide 2 - Slide

Unit 1: Identiteit 
  • Toetsing: 
2 toetsen: Leestoets + schrijftoets (2 teksttypes)
  • Boeken: Nederlands in actie (Hoofdstuk 1) + Grammatica Klare taal
 

--> Google Drive: 
- Folder: Naam - DutchB - DP
- Unit 1: Identiteit

Slide 3 - Slide

Identiteit?

Slide 4 - Mind map

De Nederlandse identiteit 
1. Maak een mindmap over de Nederlandse identiteit. Wat maakt volgens jou een Nederlander echt een Nederlander? Schrijf minstens 10 woorden. 
2. Praat met je klasgenoten
- Waarom heb je deze woorden gekozen?
- Schrijf extra woorden in je mindmap

Slide 5 - Slide

Lesplan - 15 september
1. De Nederlandse identiteit: Leesopdracht

2. Thema identiteit: het nieuws

Slide 6 - Slide

Leesopdracht: De Nederlandse identiteit
We lezen een tekst over een onderzoek naar de Nederlandse identiteit. Beantwoord de vragen: 
1. Maak een lijstje van dingen die Nederlanders belangrijk vinden voor hun identiteit en welke dingen ze niet zo belangrijk vinden. 
2. Welke drie dingen vonden de onderzoekers verrassend in de uitslag van de enquête en waarom? 
3. Waarom ontstaan er in discussies vaak spanningen tussen Nederlanders?

Slide 7 - Slide

Opdracht: Krantenartikel
1. Ga naar 'ad.nl' en/of 'nos.nl' en/of 'hln.be' en kies een artikel dat past bij 'identiteit'
2. Beantwoord de vragen in een korte tekst:
- Samenvatting van het artikel
- Waarom vind jij het artikel interessant? 
- Waarom past het artikel bij het thema 'identiteit'?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Lesplan - 17 september
1. Nederlands in actie: 
- Grammatica: Hoofdzin en bijzin
- Lezen: Jongeren 6,5 uur per dag bezig met media 

2. Luisteropdracht: Thuis tussen de tulpen 

Slide 10 - Slide

Lesplan - 22 september
1.Nakijken luisteropdracht: Thuis tussen de tulpen  

2. Nederlands in actie: 
Lezen: Jongeren 6,5 uur per dag bezig met media 
--> Opdracht 11 - 12 - 13 


Slide 11 - Slide

Lesplan - 23 september
1. Nederlands in actie: 
Lezen: Jongeren 6,5 uur per dag bezig met media 
--> Opdracht 13 + 14 

2. Lezen 'Elke dag een andere droombaan'


Slide 12 - Slide

Lesplan - 24 september
1. Oefenen met examentekst
SL + HL: Typisch Nederlands
HL extra: Thuis

2. Schrijven artikel 'Stereotypes'


Slide 13 - Slide

Huiswerkopdracht: Krantenartikel

Slide 14 - Slide

Schrijfopdracht: Stereotypen 
1. Lees het artikel 'Typisch Nederlands: 9 stereotypen die wij zelf stom vinden' (https://www.skyscanner.nl/nieuws/typisch-nederlands-9-stereotypen-die-wij-stom-vinden) 
2. Maak nu een top 5 van de stereotypen van een land waar jij hebt gewoond (niet Nederland). Je mag 'Google' gebruiken om hierover meer informatie te vinden
3. Schrijf een kort artikel (min 200 woorden) waarin je over 5 stereotypen uit jouw land schrijft. Leg steeds per stereotype uit waarom het stereotype er is en of er volgens jou een kern van waarheid inzit. 

Slide 15 - Slide

Lesplan - 29 september
1. Nederlands in actie: 
Lezen 'Elke dag een andere droombaan'
--> Opdracht: 16 - 17 - 18

Spreken: Opdracht 19 + 20 


Slide 16 - Slide

Lesplan - 30 september
1. Nederlands in actie: 
Lezen 'Elke dag een andere droombaan'
--> Opdracht: 16 - 17 - 18

Spreken: Opdracht 19 + 20 


Slide 17 - Slide

Lesplan - 1 oktober
1.  Spreekoefening: foto's
Kies een foto die jou aanspreekt en bereid een presentatie voor van 3 - 4 minuten:
- Wat zie je op de foto?
- Waarom post de foto bij het thema 'identiteit'?
- Wat zegt de foto over jouw cultuur en/of de Nederlandse cultuur?
- Wat is jouw mening over datgene in de foto?


Slide 18 - Slide

Lesplan - 1 oktober
2. Nederlands in actie: Spreken opdracht 19 + 20

3. Schrijven: De indirecte rede
- Opdracht 21 
- Opdracht 24

Slide 19 - Slide

Lesplan - 6 oktober
1. Feedback artikel stereotypes

2. Spreekoefening: Jouw identiteit

Slide 20 - Slide

Lesplan - 13 oktober
1. Presentatie: Mijn identiteit

2. Nakijken artikel 'Instagram'

3. Teksttype: De formele brief/mail

Slide 21 - Slide

Spreekoefening: Jouw identeit
Maak een mindmap over jouw identiteit. Schrijf woorden op die te maken hebben met jezelf. Wat zorgt ervoor dat jij jij bent?
Denk aan:
- Tradities en gewoontes die je belangrijk vindt
- Eigenschappen
- Normen en waarden
- Taal
- Sport en gezondheid
- ...

Slide 22 - Slide

Lesplan - 14 oktober
1. Teksttype: De formele brief/mail

Slide 23 - Slide

De formele brief: opdracht
Situatie: Je wilt je aanmelden voor een van de beroemdste universiteiten in Nederland of België. Als onderdeel van het aanmeldingsproces moet je een tekst schrijven waarin je jouw interesse en geschiktheid voor deze universiteit uitlegt. Schrijf deze tekst.
--> Teksttype: Formele brief/mail
 
SL: 250 - 400 woorden
HL:  450 - 600 woorden 



Slide 24 - Slide

De formele brief: theorie
Opbouw van een formele brief

1. Je eigen naam + adres
2. Naam + adres van de geadresseerde
3. Dagtekening: plaats, datum
4. Betreft: onderwerp
5. Aanhef: Geachte heer/mevrouw,

Slide 25 - Slide

De formele brief: theorie
Opbouw van een formele brief

6. 1ste alinea: voorstellen + aanleiding (waarom schrijf je de brief) 
7. 2de en volgende alinea's: je klacht, mededeling, verzoek of bedankje
8. Slotalinea: Je zegt nog een keer wat je verwacht en/of bedankt alvast voor de moeite
9. Afsluiten en naam: Met vriendelijke groet,
10. Bijlage (eventueel)

Slide 26 - Slide

Lesplan - 15 oktober
1. Teksttype: De formele brief/mail

2. Oefenen met leesvaardigheid: examenteksten

Slide 27 - Slide

Lesplan - 20 oktober
1. Oefenen met leesvaardigheid: examenteksten

2. Oefenen met spreekwoorden

Slide 28 - Slide

De wereld achter emoji's
1. Wat is jouw favoriete emoji en waarom?
2. Bedenk een situatie waarin jij een nest met eieren naar iemand zou sturen.

Slide 29 - Slide

Lesplan - 4 november
1. Feedback summative leesvaardigheid 

2. Grammatica: Zinsstructuur les 45 + les 46 

HL extra: les 66 

Slide 30 - Slide

Lesplan - 5 november
1. Spreekvaardigheid: Presenteren van een foto

2. Luisteroefening: Coming-Out van Joshua Cavallo

Slide 31 - Slide

Lesplan - 10 november
1. Luisteroefening: Coming-Out van Joshua Cavallo

Klaar? Spreekwoorden!

HW: NOS journaal kijken

Slide 32 - Slide

Lesplan - 11 november
1. Geloof en religie: Stellingen

2. De kerk van het vliegend spaghettimonster 

Slide 33 - Slide

Geloof en identiteit: woordenschat
- Waarden
- Religie 
- Geloof 
- Atheïst
- Geloofsregels 
- De kerk 
- De moskee 
- Bekeren
- Het lot 
- Ritueel
- Volgelingen
- Heilig 
- Vroom 

Slide 34 - Slide

Spreekoefening: Stellingen
1. Religieuze mensen zijn gelukkiger in het leven.
2. Mensen hebben spirituele leiders nodig om een beter leven te leiden. 
3. Het is mogelijk om zowel in de evolutietheorie te geloven als in God.
4. Je hebt een grotere kans om gelovig te zijn als je ouders ook gelovig zijn.


Bespreek de stellingen in groepjes. Zorg dat je per stelling in een paar zinnen je mening kunt geven. 

Slide 35 - Slide

De kerk van het vliegend spaghettimonster 
1. Lees het artikel over de kerk van het vliegend spaghettimonster (link op managebac)
2. Vergelijk met een ander geloof. Welke elementen van het geloof bevat deze kerk? 
3. Geef je mening: Wat vind je van deze kerk?

Slide 36 - Slide

Lesplan - 12 november
1. Schoonheid en gezondheid: Het blog

Slide 37 - Slide

Schrijfvaardigheid: Blog
Een blog is een persoonlijke website met verhalen over het leven van de schrijver. Het is een soort online openbaar dagboek waar de schrijver de lezers meerdere malen per week op de hoogte houdt.
Verschillende onderwerpen:
- Werk                                                                - Eten
- Schoonheid                                                 - Films en boeken
- Mode                                                               - ....
- Bepaalde doelen
- Bouw van een huis

Slide 38 - Slide

Kenmerken
1. Tip: Blogs geven vaak een advies of hulp, vooral de 'how to'- blogs. 
2. Persoonlijke ervaring: Blogs zijn vaak openbare dagboeken. Anekdotes komen veel voor.
3. Actueel: Blogs gaan vaak over onderwerpen die nu belangrijk zijn voor mensen.
4. Eigen stijl: Populaire bloggers hebben een eigen stijl die herkenbaar is voor lezers.
5. Mening: In blogs lees je duidelijk de mening van de schrijver.
6. Voorbeelden: suggesties worden ondersteund door voorbeelden. 

Slide 39 - Slide

Blog: opdracht
Lees een aantal blogteksten op een van de volgende websites en zoek voorbeelden van de 6 kenmerken. 
- www. beautylab.nl
- www.uitpaulineskeuken.nl
- www.backpackgek.nl
- www.silkeblogs.com
- www.fitchannel.com/blog

Slide 40 - Slide

Schrijfvaardigheid: Blog
Opdracht: Stel je voor dat jij regelmatig blogt over schoonheid of gezondheid. Schrijf een blogpost over een recente trend of ontwikkeling in dit gebied. Geef tips en ideeën aan je lezers. Zorg dat ik de verschillende kenmerken van een blog duidelijk kan lezen in je tekst. 

Standard level: 250 - 400 woorden
Higher level: 450 - 600 woorden

Slide 41 - Slide

Materiaal vorig jaar

Slide 42 - Slide

Huiswerkopdracht: Krantenartikel
1. Zoek op de nieuwswebsite 'ad.nl' en/of 'nos.nl' naar een nieuwsartikel dat te maken heeft met het thema identiteit.
2. Elk artikel mag, zolang jij maar kunt uitleggen waarom het volgens jou bij het thema identiteit past.
3. Bereid een korte presentatie voor als huiswerk tegen de volgende les:
- Samenvatting van het artikel
- Motivatie waarom jij dit artikel interessant vindt
- Wat heeft het nieuwsartikel met het thema identiteit te maken?

Slide 43 - Slide

De Nederlandse politiek 
  • Democratie: Kiezers (Iedereen boven 18) mogen stemmen op hun favoriete politieke partij. (1 keer per 4 jaar) 
  • Partijen krijgen afhankelijk van de hoeveelheid stemmen stoelen in de tweede kamer. Meer stoelen = meer macht 
  • Partijen met veel stoelen/zetels gaan samenwerken zodat ze een meerderheid hebben. Deze grootste partijen kiezen de ministers en de minister-president (premier) 
  • Ministers + premier = Regering/kabinet 
  • Regering moet toestemming krijgen van tweede kamer bij beslissingen

Slide 44 - Slide

De Nederlandse politiek 
  • Democratie: Kiezers (Iedereen boven 18) mogen stemmen op hun favoriete politieke partij. (1 keer per 4 jaar) 
  • Partijen krijgen afhankelijk van de hoeveelheid stemmen stoelen in de tweede kamer. Meer stoelen = meer macht 
  • Partijen met veel stoelen/zetels gaan samenwerken zodat ze een meerderheid hebben. Deze grootste partijen kiezen de ministers en de minister-president (premier) 
  • Ministers + premier = Regering/kabinet 
  • Regering moet toestemming krijgen van tweede kamer bij beslissingen

Slide 45 - Slide

De Nederlandse politiek 
  • Democratie: Kiezers (Iedereen boven 18) mogen stemmen op hun favoriete politieke partij. (1 keer per 4 jaar) 
  • Partijen krijgen afhankelijk van de hoeveelheid stemmen stoelen in de tweede kamer. Meer stoelen = meer macht 
  • Partijen met veel stoelen/zetels gaan samenwerken zodat ze een meerderheid hebben. Deze grootste partijen kiezen de ministers en de minister-president (premier) 
  • Ministers + premier = Regering/kabinet 
  • Regering moet toestemming krijgen van tweede kamer bij beslissingen

Slide 46 - Slide

Luisteropdracht Arjen Lubach
  • Vat voor de volgende politieke partijen samen wat voor hen belangrijk is in de Nederlandse identiteit: 
1. PVV (Geert Wilders)
2. VVD (Mark-Rutte)
3. CDA (Buma
4. PVDA (Asscher) 
5. CU (Segers) 
  • Hoe denkt Arjen Lubach over deze campagne van de politieke partijen? 

Slide 47 - Slide

Spreekvaardigheid: religie en merken
Zijn er bepaalde merken waarin jij 'gelooft'? Dit kunnen mode, voedsel, auto's of computermerken zijn. 
1. Maak een collage van de logo's van merken die bij jou passen. 
2. Presenteer de collage en beantwoord in deze collage de volgende vragen:
- Behalve het product zelf, waarvoor staan deze 'merken'? 
- Wat betekenen deze merken voor jou? 
- Waarom heb jij voor deze merken gekozen? 

Slide 48 - Slide

Lesplan - 26 oktober 2020
1. Schrijfopdracht: Blog

Klaar? 
- Vraag feedback aan een klasgenoot
- www.jufmelis.nl
--> Werkwoordspelling oefenen

Slide 49 - Slide

Extra?

Slide 50 - Slide

Speech: Kenmerken
- Schrijf de toespraak zo dat jij (of een ander) hem zou kunnen voorlezen
- Retorische hulpmiddelen:
  • Anekdote: Kort verhaaltje om speech te beginnen
  • Beeldspraak en spreekwoorden
  • Anafoor: 
Niemand die het weet,
niemand die wat doet
niemand die het wat kan schelen

Slide 51 - Slide

Speech: Kenmerken
  • Drieslag
ik ga niet werken, ik ga niet hard werken, nee, ik ga keihard werken
- Wees persoonlijk!

Zorg dat de luisteraars geboeid blijven! 

Slide 52 - Slide

Opdracht: speech
Je geeft een speech aan de MYP5 - studenten: 
Waarom ben/word ik een echte DP-student?

  • Gebruik de kenmerken van de IB-learner. 
• Vertel over je plannen, ambities, je talenten.
• Hoe past het vak Nederlands in jouw plannen?
• Hoe denk je je studie aan te pakken? Heb je een goed systeem?
Deze speech beoordeel ik als een formative. Je gaat de speech ook voordragen, maar hierop word je niet beoordeeld. 

Slide 53 - Slide

Schoonheid en gezondheid?

Slide 54 - Mind map

Luistervaardigheid: De Nederlandse identiteit
We gaan een video kijken over de Nederlandse identiteit. Drie reclamebureau's hebben de taak gekregen om een reclamefilmpje te maken over de Nederlandse identiteit. Noteer hoe de verschillende reclamebureau's naar de Nederlandse identiteit kijken. 

Slide 55 - Slide