What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Examentraining les 1
Examentraining onderdeel 1:
Consumptie
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Middelbare school
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Examentraining onderdeel 1:
Consumptie
Slide 1 - Slide
Inhoud van deze presentatie
- Theorie bespreken
- Oefeningen maken n.a.v. de theorie
- Zijn er nog vragen?
Slide 2 - Slide
Wat zijn secundaire behoeften?
A
Dingen die je echt nodig hebt
B
Dingen die je niet per se nodig hebt om te kunnen leven
Slide 3 - Quiz
Wat is geen basisbehoefte?
A
Onderdak
B
Water/ voedsel
C
Fiets
D
Zorg /dokter/medicijnen
Slide 4 - Quiz
Wat is een secundaire behoefte?
A
Een huis.
B
Eten.
C
Kleding.
D
Een spelcomputer.
Slide 5 - Quiz
De basisbehoeften zijn...
A
Huisvesting, gezondheidszorg, taal, kleding
B
Huisvesting, kleding, eten, drinken
C
Huisvesting, kleding, voedsel, taal
D
Huisvesting, kleding, gezondheidszorg, voedsel
Slide 6 - Quiz
Schaarste betekent in de economie ...
A
dat er weinig van is.
B
dat mensen secundaire behoeften hebben.
C
dat je middelen te beperkt zijn om in al je behoeften te voorzien.
D
dat mensen zich door reclame laten beïnvloeden.
Slide 7 - Quiz
Wat is indirecte ruil?
A
Producten uit het buitenland halen
B
Het ruilen van producten tegen geld
C
Het ruilen van producten tegen elkaar
D
Producten uit Nederland verkopen aan een ander land
Slide 8 - Quiz
Waar is sprake van een indirecte ruil?
A
Je ruilt je rekenmachine voor een zak pepernoten
B
Je wast de auto van je moeder voor nieuwe sneakers.
C
Je helpt in de zaak van je vader voor euro 20 per avond.
D
Je maakt het huiswerk van je vriend en hij geeft je een pizza.
Slide 9 - Quiz
Je gebruikt geld op drie manieren.
Dat noem je geldfuncties. Je gebruikt geld: als........... wanneer je geld bewaart om het later uit te geven
A
ruilmiddel
B
rekenmiddel
C
spaarmiddel
Slide 10 - Quiz
Welke van de 3 geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?
Yara koopt voor € 80 een tweedehands fiets.
A
Rekenmiddel
B
spaarmiddel
C
Ruilmiddel
Slide 11 - Quiz
Benoem de drie geldfuncties
A
Rekenmiddel, ruilmiddel en spaarmiddel
B
Ruilmiddel, betaalmiddel en spaarmiddel
C
Spaarmiddel, rekenmiddel en oppotmiddel
D
Spaarmiddel, rentemiddel en ruilmiddel
Slide 12 - Quiz
Wat is chartaal geld?
A
munten
B
bankbiljetten
C
munten en bankbiljetten
D
giraal geld
Slide 13 - Quiz
Chartaal geld kan je vastpakken
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quiz
Geld op je betaalrekening behoort tot giraal geld
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Je brutoloon is € 1.590. 19% van je brutoloon gaat naar loonbelasting en sociale premies.
Bereken je nettoloon.
A
302,10
B
1.287,90
C
1.892,10
D
2.194,20
Slide 16 - Quiz
brutoloon is...
A
loon voor belastingaftrek en premies
B
loon na belanstingaftrek en premies
Slide 17 - Quiz
Nettoloon is ......... dan het brutoloon.
A
Hoger
B
Lager
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
Quiz
June 2024
- Lesson with
34 slides
by
Quiz!
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Quiz!
Les 3 + 4 B2B Economie - 31082023 en 06092023
February 2024
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Lesson with
46 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
2.1 Waarmee betaal je?
August 2018
- Lesson with
48 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.1 Hoe betaal je?
September 2018
- Lesson with
38 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Geld
May 2024
- Lesson with
35 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3.1 Hoe betaal je?
October 2018
- Lesson with
40 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
leerjaar 3 hst 3 les 1
December 2019
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3