Workshop motiverende gesprekstechnieken PGO Zuidwester

Motiverende gesprekstechnieken
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Motiverende gesprekstechnieken

Slide 1 - Slide

Inhoud en doel van deze les
  • Opfrisser gesprekstechnieken
  • Inzoomen op motiverende gesprekstechnieken
  • Casus / Opdracht oefengesprek

Doelstelling:
Student weet op welke manier hij motiverende gesprekstechnieken kan inzetten op zijn werkplek

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat weet je van motiverende
gesprekstechnieken

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Naar aanleiding van het filmpje:
Wat is het doel van motiverende gesprekstechniek?
A
Motiveren
B
Gedragsverandering
C
Informatie
D
Ontwikkeling

Slide 7 - Quiz

Motiverende gesprekstechnieken

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

model van Pochaska en Diclemente 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Sleep de fases naar de juiste betekenis
Engareren (een relatie opbouwen)
Focussen
Ontlokken
Plannen
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Fase 1: engageren
Fase 1 betreft de mate waarin iemand zich een comfortabele en actieve deelnemer in het gesprek voelt. Engageren is het proces van het vestigen van een helpende relatie die zich kenmerkt door wederzijds vertrouwen en respect. 

Valkuilen; 
- Deskundigheid;
- Voortijdig focussen;
- Etiketteren;
- Schuldvraag.  

Bevorderende factoren
1. Wensen of doelen: wat hoopte je toen je erheen ging? Waar ben je naar op zoek?
2. Belang: hoe belangrijks is het waar je naar op zoek bent, welke prioriteit heeft het?

Slide 15 - Slide

Fase 2: focussen
Focussen is een doorgaand proces van richting zoeken en behouden. Het proces van focussen bij MGV gaat om het vinden van die richting en daarbinnen meer specifieke en haalbare doelen

Doelen:
Agenda bespreken en begrijpen

Drie focusbronnen
1 de patiënt (mensen komen zelf en hebben hulpvraag)
2 de setting (bijv gedwongen opname)
3 de expertise van de hulpverlener (wanneer de hulpverlener in verloop van gesprek een ander soort verander idee krijgt)

Bij focussen kun je zowel sturen, volgen en gidsen waarbij de laatste vorm de meest effectieve is. Soms is een koers duidelijk en soms moet je samen een focus kiezen. Met name als er complexe problematiek speelt.

Slide 16 - Slide

Fase 3: ontlokken

Ontlokken is gericht op verandertaal en motivatie

Doelen:
- toestemming vragen
- exploreren wat de cliënt al weet
- navragen wat hij nog wil weten


Verandertaal en behoudtaal

Slide 17 - Slide

Fase 4: plannen
Fase 4 bestaat uit drie scenario’s : 
1. Het veranderplan is al duidelijk, 
2. Een route kiezen uit verschillende opties;
3. De weg naar het doel is nog niet duidelijk zichtbaar.

Slide 18 - Slide

To do or not to do
Do
Don't
De ander overtuigen
Gesloten vragen
Oordelen
Confronteren
Open vragen
Samen onderzoeken
Samenvatten
Bevestigen & erkennen
Je visie opleggen
Empathie tonen
Dwingen
Strijd
Samenwerking

Slide 19 - Drag question

10 basis gesprekstechnieken
  1. Stel open vragen
  2. Bevestig de uitspraken
  3. Luister reflectief
  4. Neem ANNA mee (Altijd Navragen, Nooit zomaar Aannemen)
  5. LSD (Luisteren, Samenvatten en Doorvragen)
  6. Neem OMA mee (niet Oordelen, geen Mening of Advies geven)
  7. Lok verandertaal uit
  8. Reageren op verandertaal
  9. Probeer het vertrouwen van de cliënt in zichzelf te vergroten
  10. Omgaan met weerstand

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

4 soorten Verandertaal

Slide 22 - Slide

Verandertaal hoe doe je dat?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

2

Slide 25 - Video

00:50
Wat gaat er niet goed
  1. Stel open vragen
  2. Bevestig de uitspraken
  3. Luister reflectief
  4. Neem ANNA mee
  5. LSD
  6. Neem OMA mee
  7. Lok verandertaal uit
  8. Reageren op verandertaal
  9. Probeer het vertrouwen van de cliënt in zichzelf te vergroten
  10. Omgaan met weerstand

Slide 26 - Slide

02:47
Welke basis gesprektechnieken heb jij gezien?
  1. Stel open vragen
  2. Bevestig de uitspraken
  3. Luister reflectief
  4. Neem ANNA mee
  5. LSD
  6. Neem OMA mee
  7. Lok verandertaal uit
  8. Reageren op verandertaal
  9. Probeer het vertrouwen van de cliënt in zichzelf te vergroten
  10. Omgaan met weerstand

Slide 27 - Slide

Opdracht
  1. Maak ieder een (werk-gerelateerde) casus waarbij motiverende gesprektechnieken toegepast zou kunnen worden. (voorbeeld afvallen, stoppen met roken, bewegen, werk/hobby/sociale contacten oppakken).
  2. Ga in tweetallen de casus bespreken a.d.h.v. 10 basis gesprekstechnieken, je bent dus 1 x de begeleider en 1x de cliënt.
timer
15:00

Slide 28 - Slide

Praktijkcasus
  1. Lees de casus Koen hierna goed door. Stem in 3-tallen eerst af over welke gedragsverandering  in de casus het in het gesprek moet gaan.
  2. Speel de situatie na in 3-tallen. Een van jullie is Koen. De ander is begeleider. En de ander heeft de rol van observator. Kijk hoe je als begeleider het gedrag van Koen zou kunnen beïnvloeden met behulp van de motiverende gesprekstechniek.
  3. De observator let specifiek  op de fasen in het gesprek en op de ingezette gesprekstechnieken.

Slide 29 - Slide

Casus Koen
Koen is 25 jaar en heeft een licht verstandelijke beperking met gedragsproblemen. Koen woont in een begeleide woonvorm. Er zijn afspraken met Koen over uitgaan, drank- en drugsgebruik. Ieder weekend probeert Koen weer te onderhandelen over de afspraken om zo tot nieuwe afspraken te komen. Bij de ene begeleider lukt dit wel en bij de ander niet. Dit leidt tot veel frustratie bij Koen en bij het team begeleiders.

De afspraken zijn:
  • uitgaan alleen op vrijdag en zaterdag, om 01.00 uur weer thuis, melden bij de slaapdienst als je thuis bent;
  • drank, thuis niet meer dan één kratje bier per week, bij het uitgaan voor niet meer dan drie biertjes geld mee;
  • drugs niet toegestaan, betrapt ... dan die week niet uit.



timer
15:00

Slide 30 - Slide

Wat neem je mee naar de praktijk?

Slide 31 - Mind map

Slide 32 - Slide