4.3 Kan het sneller en beter?

§4.3 Kan het sneller en beter?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§4.3 Kan het sneller en beter?

Slide 1 - Slide

Koop jij pas een nieuwe telefoon als je oude helemaal op is, of koop je er meteen een als er een nieuw model op de markt komt? Leg je keuze uit.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1.  Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
  2.  Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.
  3.  Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen. 
  4.  Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen. 
  5.  Je hebt paragraaf 4.3 goed begrepen.

Slide 3 - Slide

Leerdoel 1:
Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bedenk een voorbeeld waaruit blijkt dat bedrijven technologische ontwikkelingen hebben toegepast

Slide 6 - Open question

Leerdoel 2:
Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Mechanisatie= machines maken het werk van mensen lichter. 

Slide 9 - Slide

Automatisering= als computer de productie aansturen.

Slide 10 - Slide

Wat is voor een bedrijf een gevolg van mechanisatie en automatisering? Kies 2 antwoorden.
A
Er zijn minder werknemers nodig om te produceren.
B
Met evenveel werknemers kun je meer produceren.
C
Met evenveel werknemers kun je minder produceren.
D
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel re produceren.

Slide 11 - Quiz

Waarom is produceren met de hand (=ambachtelijk) duurder dan vergelijkbare producten uit de fabriek.

Slide 12 - Open question

Leerdoel 3:
 Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen. (Rekenen 14)

Slide 13 - Slide

Vroeger

Productie met de hand.
Kostte vaak veel tijd.
Nu
Door:
Mechanisatie en 
Automatisering kan meer meer producten maken in dezelfde tijd.

De arbeidsproductiviteit is gestegen.

Slide 14 - Slide

Arbeidsproductiviteit 
= de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.

Slide 15 - Slide

Een ander hoveniersbedrijf heeft afgelopen jaar 324 klussen uitgevoerd. Het bedrijf heeft drie hoveniers in dienst, die elk vier dagen per week werken. Het bedrijf is 45 weken per jaar geopend.
Bereken de arbeidsproductiviteit per medewerker per dag. Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 16 - Open question

Leerdoel 4:
 Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen. (Rekenen 15 t/m 20)

Slide 17 - Slide

Stel ik laat ze een jaar op de oprit staan en rij er niet mee. Kan ik ze voor evenveel geld verkopen als ik ze heb gekocht?

Slide 18 - Slide

Afschrijving =
De jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed (=een machine of gebouw)

Slide 19 - Slide

Merel koopt een nieuwe machine voor haar bedrijf. De aanschafprijs is € 64.800. De machine moet zes jaar meegaan.

Bereken de jaarlijkse afschrijving van deze machine.

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
  1.  Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
  2.  Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.
  3.  Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen. 
  4.  Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen. 
  5.  Je hebt paragraaf 4.3 goed begrepen.

Slide 21 - Slide

Opgaven
Maak de opgaven van hoofdstuk 4.3. 

Als extra oefening voor de toets kun je de herhalingopdrachten 14 t/m 19 maken op blz. 121.
De antwoordem staan op Teams.

Slide 22 - Slide

Kom nu terug naar Teams.

Slide 23 - Slide