zakelijke brief schrijven

Oefenen voor het schrijfexamen 3F 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefenen voor het schrijfexamen 3F 

Slide 1 - Slide

mogelijke schrijfexamenopdrachten

Slide 2 - Mind map

Wat gaan we allemaal behandelen?
1. zakelijke brief
2. formulier
3. memo
4. advertentie
5. artikel
6. betoog
7. verslag

Slide 3 - Slide

Conventies zakelijke brief
  1.  Afzender
  2. Datering
  3. Adressering ( aan wie)
  4. Betreft
  5. Aanhef
  6. Briefinhoud
  7. Ondertekening
  8. Bijlage (n)

Slide 4 - Slide

Doelgroep
  • Doelgroep is de groep mensen voor wie je een tekst schrijft.
  • Omdat je rekening moet houden voor welke doelgroep je schrijft, moet je een goed beeld hebben van de doelgroep. 
  • formeel of informeel?

Slide 5 - Slide

In een zakelijke brief gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat weet je nog van het schrijven van een zakelijke brief?

Slide 7 - Open question

Wat is meestal het tekstdoel van een zakelijke brief?
A
Amuseren
B
Overtuigen
C
Informeren
D
Activeren

Slide 8 - Quiz

Hoe schrijf je de plaats en datum in een zakelijke brief?
A
Den Haag, 22-05-2024
B
Den haag, 22 Mei 2024
C
denhaag, 22 mei 2024,
D
Den Haag, 22 mei 2024

Slide 9 - Quiz

Wat is een goede afsluiting voor een zakelijke brief?
A
Groetjes
B
Liefs
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 10 - Quiz

De tekst van een zakelijke brief bestaat uit ...
A
1 alinea
B
1 of 2 alinea's
C
3 alinea's
D
3 of meer alinea's

Slide 11 - Quiz

Waar schrijf ik mijn adresgegevens in een zakelijke brief?
A
Op de voorkant van een enveloppe.
B
Bovenaan de brief.
C
Onderaan de brief.
D
Is niet nodig bij een zakelijke brief.

Slide 12 - Quiz

Juiste adressering?
A
Veronica Peters Goudstraat 18 3512 PM Utrecht
B
Veronica Peters Goudstraat 18 3512PM Utrecht
C
Veronica Peters Goudstraat 18, 3512 PM Utrecht
D
Veronica Peters Goudstraat 18 3512 PM Utrecht

Slide 13 - Quiz

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke brief?
A
geachte Mevrouw Blankers
B
Beste Joost
C
Geachte heer Van der Sloot,
D
geachte heer van der Sloot,

Slide 14 - Quiz

Welke aanhef is juist?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Beste meneer Jansen,
C
Geachte mevrouw Patricia de Vries,
D
Geachte mevrouw De Vries,

Slide 15 - Quiz

In de kern van een zakelijke brief zet je...
A
Het onderwerp, heel kort
B
Waarom je de e-mail schrijft
C
Wat je wil weten of informatie die je wil geven.
D
Jouw naam en adres

Slide 16 - Quiz

Signaalwoorden en tekstverbanden
opsomming
en, ook, bovendien, verder
volgorde van tijd
eerst, daarna, vervolgens, vroeger, nu, toen
tegenstelling
maar, echter, toch
voorbeeld
bijvoorbeeld, zoals
reden of oorzaak-gevolg
doordat, omdat, want, daarom, waardoor
voorwaarde
als...dan, mits, tenzij

Slide 17 - Slide

Hoe begin je een zakelijke brief?
A
Betreft
B
Eigen (adres)gegevens
C
Aanhef
D
Naam afzender

Slide 18 - Quiz

Hoe eindig je een zakelijke brief?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes

Slide 19 - Quiz

Wat komt in een zakelijke brief VOOR de inleiding?
A
Plaats, datum
B
Kern
C
Adres van geadresseerde
D
Aanhef

Slide 20 - Quiz

Wat staat er in de inleiding van een zakelijke brief?
A
Wie je bent
B
Geachte meneer
C
Waarom je schrijft
D
Antwoord a en b

Slide 21 - Quiz

De afsluiting van de zakelijke brief begin je met:
A
Graag zou ik ....
B
Reageer direct!
C
Ik wil dat u ....
D
Ik hoor het wel....

Slide 22 - Quiz

Alinea's in een zakelijke brief maak je door:
A
Een regel wit.
B
Inspringen.
C
Ophouden in een zin.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 23 - Quiz

Opbouw zakelijke brief

Ga via de link naar cambiumned en oefen met

de opbouw van de zakelijke brief.



https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-brief-schrijven/ 

timer
8:00

Slide 24 - Slide

In Teams kun je in de Reader Schrijven voorbeelden vinden
Voorbeeld van een zakelijke brief

Slide 25 - Slide

Wat weet je van het schrijven van een artikel?

Slide 26 - Mind map

Hoe schrijf je een goede alinea?

1. Schrijf de kernzin op.

2. Geef meer informatie over de kernzin.

Slide 27 - Slide

Hoe "versier" je een kernzin?
  • met een of meer voorbeelden;
  • met uitleg;
  • met meer informatie;
  • met een gevolg;
  • met een tegenstelling;
  • enzovoorts

Slide 28 - Slide

Wat schrijf je in de inleiding van een artikel?
A
Je stelt jezelf voor
B
Je vertelt de aanleiding waarom je schrijft
C
je bedankt de lezer voor zijn aandacht

Slide 29 - Quiz

Leestekens
  • Komma : geeft aan dat je bij het lezen even moet pauzeren.
    -> Tussen twee gezegdes
    -> bij een opsomming
    -> voor voegwoorden

Slide 30 - Slide

..... na het eten ga ik een dutje doen
A
'S Middags
B
'S middags
C
's Middags
D
's middags

Slide 31 - Quiz

Rondvraag
Vragen
en/of
 tips?

Slide 32 - Slide