nog wat spellingkwesties

Nog wat spellingkwestieskwesties
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nog wat spellingkwestieskwesties

Slide 1 - Slide

bv. nw. van het voltooid deelwoord
Zij heeft de boot  gewit.                                                 de gewitte boot
Zij heeft de boot losgemaakt                           de losgemaakte boot
Zij heeft de boot vastgebonden                  de vastgebonden boot

Slide 2 - Slide

beide of beiden
als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we BEIDEN.
Wanneer zelfstandig? Als er geen znw. op volgt.
Dus: 
Kristof en Victor zijn beiden jarig
Beide vrienden zijn jarig

Slide 3 - Slide

De twee mannen kwamen afscheid nemen. Beide/beiden wilden met ons mee.
A
beide
B
beiden

Slide 4 - Quiz

Ervaring? Diploma? Ik had geen van beide/beiden
A
beide
B
beiden

Slide 5 - Quiz

mijn hond heeft een andere hond gebeten. Beide/beiden waren aangelijnd.
A
beide
B
beiden

Slide 6 - Quiz

Deze regel geldt ook voor  enige, enkele , alle, sommige en andere
Dus:
De hele buurt liep uit om afscheid van ons te nemen. 
Enkelen wilden met ons mee. Enkele buurtbewoners liepen ook daadwerkelijk mee.

Slide 7 - Slide

degene en diegene
Deze aanwijzende voornaamwoorden worden gebruikt om naar personen te verwijzen. Ze zijn altijd zelfstandig. Als er naar meer dan één persoon verwezen wordt, dan wordt er een meervouds -n- geschreven.
Degene met de mooiste stem wordt de winnaar.
Ik hoop dat degenen die interesse hebben, zich aanmelden.

Slide 8 - Slide

degene/degenen die hun autogordel niet omhadden, kregen een waarschuwing.
A
degene
B
degenen

Slide 9 - Quiz

hij wil/wilt graag naar zijn opa en oma. Beide/beiden wonen in Utrecht.
A
wil/beide
B
wil/beiden
C
wilt/beide
D
wilt/beiden

Slide 10 - Quiz