2Mar21 - Future & Demonstrative Pronouns

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Code?	Linksonderin
Geen telefoon?	Gebruik een ander device (laptop, tablet enz)
Eruit gegooid/je kunt niet antwoorden?	Wacht even.
Lukt dat ook niet?	Schrijf je antw op een briefje, (laat aan het eind v/d les) aan me zien

Welcome back

Today:

• Weet je wanneer je 'to be going to' moet gebruiken
  
• Kun je 'to be going to' gebruiken om over de toekomst te praten
• Weet je wat 'demonstrative pronouns' zijn

Leerdoel:

1.  wanneer je 'to be going to' gebruikt

hoe je 'to be going to' gebruikt

2. wat "demonstrative pronouns" zijn

welke "demonstrative pronouns" er zijn 

en wanneer je ze gebruikt.

What are you going to do this weekend? (Answer in English!)

Going to 

We gebruiken 'to be going to' om te praten wat er gaat gebeuren of wat iemand van plan is.

Going to 

Om een zin met 'to be going to' te maken hebben we drie dingen nodig:

1. Am / are / is
2. going to
3. hele werkwoord

Going to

I	am	going to
You	are	going to
He	is	going to
She	is	going to
It	is	going to
We	are	going to
They	are	going to

We are going to practice this!

I ___ see a movie in the cinema tonight.

1. am going to
2. are going to
3. is going to

Sarah __ call her mother.

1. am going to
2. are going to
3. is going to

Mark and Jessica ___ play tennis tomorrow.

1. am going to
2. are going to
3. is going to

Demonstrative Pronouns

(Aanwijzend Voornaamwoorden)

00:22

Welke 4 "demonstrative pronouns" heb je gehoord?

Demonstrative pronouns:

>  aanwijzend voornaamwoord
> je wijst het zelfstandig naamwoord aan
> iets is dichtbij of iets is ver af (deze appels of die appels)

Demonstrative pronouns:

> this = dichtbij en 1 zelfstandig naamwoord : this apple
> these = dichtbij en meerdere : these apples

> that = ver af en 1 zelfstandig naamwoord : that bag 
> those = ver af en meerdere : those bags 

Dichtbij

Ver af 

This

these

That

Those

Demonstrative pronouns

> May I use this pencil?
> May I use these pencils?

> Look over there! Do you see that handsome boy?
> Look over there! Do you see those dogs?

Look over there! Who is _____ boy?

1. this
2. that
3. these
4. those

I would like ____ tomatoes, please

1. this
2. that
3. these
4. those

1. Wat zijn "demonstrative pronouns"?
2. Welke 4 zijn er?
3. Hoe worden ze gebruikt?

En nu?

Weektaak 8: 

To do: ex. 55-58 on pp. 164-167.

To learn: All vocabulary on pp. 170-171.

Verder werken op vrijdag :)

Ontkenningen  met going to

Als je zegt dat iets NIET gaat gebeuren gebruik je not/n't

• You are not going to return that book to the library.
• He isn't going to tell you.
• I'm not going to do that.

Vragen met going to

Als je vraagt of er iets gaat gebeuren begint de zin met am / are / is

• Am I going to meet your sister?
• Is George going to  do his homework?
• Are we going to watch a movie tonight?

Ontkenningen  met going to

Als je zegt dat iets NIET gaat gebeuren gebruik je not/n't

• You are not going to return that book to the library.
• He isn't going to tell you.
• I'm not going to do that.

Vragen met going to

Als je vraagt of er iets gaat gebeuren begint de zin met am / are / is

• Am I going to meet your sister?
• Is George going to  do his homework?
• Are we going to watch a movie tonight?

We are going to do some more practice!

They ___ sleep.

1. am not going to
2. is not going to
3. are not going to

Going to wordt gebruikt in...

1. de verleden tijd
2. de tegenwoordige tijd
3. de toekomst

Watch out! That tree ___ fall down!

1. am going to
2. are going to
3. is going to

I'm going to ___ you while you're away.

1. missing
2. to miss
3. missed
4. miss

I'm ___ fix it today

1. going not to
2. going to not
3. not going to
4. to not going

Susan __ dinner in an hour.

1. is cooking
2. cooks
3. is going to cook
4. is going to cooks

Let's practice :)

Now do the exercises you received on Magister.

Good luck!

Doe nu de opdrachten die je via Magister hebt gekregen. 

Succes!