KT 3.4 Een nieuw geloof

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

3.4 Een nieuw geloof

Leerboek blz. 42+43

Werkboek blz. 52 t/m 55

Hoe ontstond het christendom en hoe werd het een wereldgodsdienst?

Deze les:

• De verlosser
• Het christendom raakt bekend

Leerdoelen:

Aan het einde van de les kan jij uitleggen hoe het christendom ontstond en hoe dit een wereldgodsdienst werd.

De Romeinen en de Joden

In 63 v.C. veroverden de Romeinen Judea

Inwoners Judea waren  joden, zij geloofden in één god (Jahweh)

Geloof van de romeinen

De Romeinen geloofden in meerdere goden, niet in één god

Ander geloof? Geen probleem!

• Joden hadden dus een ander geloof dan de Romeinen. Maar dit was voor de Romeinen geen probleem.
• De joden waren trouw aan de keizer en ze waren niemand tot last.
• Maar de joden werden wel goed in de gaten gehouden door de Romeinen.

De verlosser

• Joden geloofden dat God iemand zou sturen die de Romeinen zouden verjagen. 

• Toen was daar Jezus.. Hij vertelde over het geloof. Mensen geloofden dat hij hen zou verlossen.

De verlosser

• Jezus reisde rond door Palestina (zo werd Judea later in de Bijbel en de Thora genoemd).
• Hij vertelde dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft. Goede mensen zouden voortleven in de hemel.
• Jezus gaf veel om de arme en zieke mensen.

De verlosser

• Jezus kreeg veel volgelingen. De Romeinen vonden dat gevaarlijk.
•  Jezus werd in Jeruzalem gevangen genomen en gekruisigd. 
• Volgelingen van Jezus noemen we christenen. 

Het christendom raakt bekend

• In het Romeinse Rijk was er vrede. Ook waren er goede wegen.
• Hierdoor konden mensen makkelijk rondreizen. 
• Het christendom raakte zo al heel snel bekend. 

Het christendom raakt bekend

• Het christendom werd vooral populair bij vrouwen, armen en slaven.
• Dit kwam omdat Jezus had gezegd dat voor God iedereen gelijk is.
• Maar christenen zijn in het Romeinse Rijk was heel gevaarlijk.

Aan de slag 3.4

• Maak opdracht 1 t/m 7.
• In je werkboek op blz. 52 t/m 54

Nakijken 1 t/m 7

werkboek blz. 52 t/m 54

Controle vragen

We lezen eerst allemaal de vraag en bedenken voor ons zelf het antwoord. 

We draaien het rad. 

Heb jij het antwoord goed dan mag jij iemand aanwijzen voor de volgende vraag.

Wat is de reden dat de Romeinen de christenen niet accepteerden?

1. De christenen waren niet gehoorzaam
2. De christenen namen te veel plek in, in de stad
3. De christenen geloofden in één god
4. De christenen deden dingen in het geheim

Waarom moesten de eerste christenen erg dapper zijn?

1. Christenen moesten een hoge boete betalen.
2. Christenen werden in het Colosseum ter dood veroordeeld.
3. Christenen werden op het marktplein ter dood veroordeeld.
4. De Christenen werden in Afrika door leeuwen opgegeten.

Welke Romeinse keizer stopt de christenvervolging?

1. Keizer Nero
2. Keizer Constantinopel
3. Keizer Constantijn
4. Keizer Augustus

Wie was de leider van de Geestelijken?

1. De Koning
2. Bisschop
3. Priester
4. De Paus

Waarom zag keizer Nero de Christenen als een bedreiging?

1. De Christenen waren ongehoorzaam en alleen bezig met hun eigen geloof. Ze konden dus nooit goede Romeinse burgers worden.
2. Keizer Nero vond een geloof dat helemaal uit het Midden Oosten kwam niet geschikt als godsdienst voor het hele Romeinse Rijk.
3. Christenen zagen de Romeinse keizer niet als hun leider. Daarnaast kon er geen eenheid zijn als een deel van de bevolking wat anders geloofd.
4. De Christenen stonden op het punt om een opstand in heel het Romeinse Rijk te ontekenen. Nero was bang dat hij daardoor afgezet zou worden.

Waar beschuldigde keizer Nero de christenen van?

1. Zij doden baby's en aten ze op tijdens bijeenkomsten
2. Zij hadden de keizer beledigd
3. Zij hadden de stad Rome in brand gestoken
4. Zij weigerden om te buigen voor Romeinse goden

Welke Romeinse Keizer werd zelf christen?

1. Ceasar
2. Constantijn
3. Brutus
4. Agrippa

Deze les:

• De verlosser
• Het christendom raakt bekend

Leerdoelen:

Aan het einde van de les kan jij uitleggen hoe het christendom ontstond en hoe dit een wereldgodsdienst werd.

3.4 deel 2

Leerdoelen:

Ik kan aan het einde van de les uitleggen wat een staatsgodsdienst is.

Ik kan aan het einde van les uitleggen welke romeinse keizer zelf christen werd.

klassikaal lezen blz. 43

We draaien het rad om te bepalen wie er leest.

Aan de slag

• Maak opdracht 8 t/m 11
• In je werkboek op blz. 54+55

Nakijken 8 t/m 11

werkboek blz. 54+55