Duurzame economie hoofdstuk 1 paragraaf 2

• Groen
• MBO
• Studiejaar 1

Duurzaamheid

Toetstof

Pagina 12 t/m 26

- Begrippen

- niet alleen kennen maar ook begrijpen

- vragen op blz 29 t/m 45 om te oefenen

Duurzame economie

Vandaag gaan we het hebben over een 

duurzame economie.(blz 19 t/m 23)

Doel

Aan het eind van deze les...

 - weet je wat een circulaire economie is,

-Welke vormen van milleuvervuiling er zij

- Weet je wat de gevolgen zijn van kortzichtig economisch gewin

- Duurzame economie is

Wat is het verschil tussen een circulaire en een lineaire economie?

Tot welke kringloop woorden behoren de volgende woorden: bladeren, klokhuizen, aardappelschillen.

1. Biologische
2. Technische

Welke uitspraak past het beste bij het 'cradle to cradle' principe?

1. Afval is voedsel. Grondstoffen kunnen bij volledig worden hergebruikt.
2. Biomassa is hét alternatief voor fossiele brandstoffen. Het is oneindig beschikbaar.
3. Door producten zoveel mogelijk her te gebruiken, produceren we minder afval.

economisch gewin en gemakzucht :

vervuiling en verontreiniging

 

Uitputting en aantasting

Verandering en aantasting

Een gezonde productie over 44 jaar: 

Club van Rome(1978)

- energie nodig

- gezonde werknemers 

- grondstoffen producten

- Balans en evenwicht

- Winst

Wat maakt het makkelijk om internationale milieu afspraken te maken?

1. Verschil welstand en welvaart
2. Verschil in ecologische ontwikking
3. Culturele factoren
4. Gezamenlijk belang op productiefactoren

Wat is de ecologische voetafdruk?

Welk land heeft de grootste ecologische foodprint per persoon

1. Indonesië
2. Rusland
3. India
4. Australië

Welke land heeft het de laagste welvaart

1. Nederland
2. Rusland
3. India
4. Australië

Welke stelling is het minst waar?

1. Hoe rijker een land hoe meer het vervuild
2. Hoe beter de natuur van een land hoe hoger het welzijn
3. Hoe meer een produceert hoe groter de kans op vervuiling
4. Met verdiend geld in productie lossen we milieu problemen op

Maak vraag 8 t/m 20 blz 32

www.vlaio.be