Les na de vakantie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Les na de vakantie

Hoe was je vakantie?

😒🙁😐🙂😃

Heb je een leuke vakantiefoto?

Hoe ga je deze Quiz over de Middeleeuwen maken?

😒🙁😐🙂😃

De vroege
Middeleeuwen

Tot welk volk behoorde Karel de Grote?

1. Saksen
2. Friezen
3. Moren
4. Franken

Wat zijn feodale verhoudingen?

1. Een heer leent een stuk land aan een leenman
2. Een horige moet klusjes doen voor een heer
3. Een Horige moet een deel van zijn oogst afstaan aan de heer
4. Een leenman leent een stuk land aan een heer

Leenstelsel

Hofstelsel

Economisch systeem

Politiek systeem

Waardoor verliezen de Franken hun macht?

1. Door aanvallen van de Vikingen
2. Door aanvallen en slecht bestuur
3. Door aanvallen, slecht bestuur en opstandige leenmannen
4. Door aanvallen, slecht bestuur en ruzie met de Paus.

Hoe heet dit:

1. Leenstelsel
2. landbouw - stedelijke samenleving
3. Horige
4. Domein

Herendiensten

1. Zijn werkzaamheden verricht door de heer
2. Zijn werkzaamheden verricht door een vrije boer
3. Zijn werkzaamheden verricht door een horige

In de vroege middeleeuwen was er in het grootste gedeelte van Europa een

1. Landbouw samenleving
2. landbouw-stedelijke samenleving

Waarom veranderde Europa in de vroege middeleeuwen in een landbouwsamenleving?

1. Romeinen plunderde Frankische gebieden uit wraak
2. Wegen waren niet meer veilig en handel stopte
3. Het was gevaarlijk om in de stad te leven
4. Er werden veel uitvindingen gedaan in de landbouw

Viel in de middeleeuwen alle handel weg?

1. Ja
2. nee

Bekijk de kaart.
Waarom probeerde de
Franken Dorestad te
veroveren van de Friezen?

1. Karel de Grote zou dan gekroond worden door de paus
2. Dorestad had veel geschikte landbouwgrond
3. In Dorestad moest volgens Karel de Grote een grote kerk komen
4. Dorestad was rijk door de handel en tol.

Waar handelde Dorestad vooral in?

1. Luxe producten
2. Eten en zaden voor de landbouw
3. bijbels om de heiden te bekeren
4. Hout en dierenhuiden

Wat zijn de wapens van de vikingen.

1. pijl en boog
2. bijlen en eenden
3. schilden en kippen
4. Zwaarden en paarden

Vikingen waren...

1. Plunderaars
2. Landbouwers
3. Handelaren
4. Alle antwoorden zijn goed

Stelling: 'Dit is een Vikinghelm'

1. Ja
2. Nee

De Vikingen geloofden in?

1. 1 god.
2. Meerdere goden.

Hoe kon de christelijke kerk zo machtig worden na de val van het Romeinse rijk ?

1. Bisschoppen namen het bestuur van steden en dorpen over
2. De paus was de belangrijkste politieke leider in Europa

Wat is een klooster?

1. Gebouw waar gelovigen samen komen om een dienst te volgen
2. Gebouw waar monniken of nonnen leven om zich helemaal aan hun geloof te wijden
3. Gebouw waar de paus woont

Geestelijke

Leek

Non

Koning

Priester

Ridder

Monnik

Paus

Wat zijn missionarissen?

1. Mensen die verspreiden en bekeren tot het Christendom
2. Geestelijken die werken voor de kerk
3. Monniken die teksten kopiëren
4. Mensen die geloven in natuurgoden

Willibrord en Bonifatius waren...

1. missionarissen die in Engeland het christendom verspreidden.
2. missionarissen die de Franken bekeerden tot het christendom.
3. De belangrijkste goden van de Friezen.
4. missionarissen uit Engeland die de Friezen wilden bekeren tot het christendom.

Vul de vragenlijst in

https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSc0i7dEZ2xeUUdQQQjx3HUm0HI50-HTTZQS3vYRKTIz6s2Jyg/viewform?usp=header.

00:41

Stelling: Vikingen zijn barbaren

Eens

Oneens

01:40

Stelling: De jongste Noorman van een gezin had geen keuze, hij moest wel plunderen.

Eens

Oneens

02:50

Stelling: de drakenkop schrikt andere volken af.

03:33

Waarom boden de bewoners nauwelijks weerstand

1. Ze dachten dat god hu rijkdommen zou beschermen
2. Ze vonden de Vikingen betere heersers dan hun eigen koning
3. Ze dachten dat ze kansloos waren in een gevecht
4. De kerk zei dat een goede christenen rijkdommen weg geeft.