3.2 Welvaart, Crisis en dreiging

4.3
3.2 Welvaart, Crisis en dreiging
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.3
3.2 Welvaart, Crisis en dreiging

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat afgesproken werd in het vredesverdrag na de Eerste Wereldoorlog en hoe het ging met de economie in de jaren 1920.
  • Je weet hoe Italië een totalitaire dictatuur werd.


  • Je kan uitleggen hoe het ging met de economie in de jaren 1930.
  • Je kan beschrijven hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.


Slide 2 - Slide

Nederland deed niet mee aan de Eerste Wereldoorlog. Hoe noemen we landen die niet meedoen?
A
Laf
B
Absent
C
Neutraal
D
Buitenspel

Slide 3 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog heette eerst de Grote Oorlog. Hoezo werd deze zo genoemd?

Slide 4 - Open question

Het einde van de oorlog
  •  1918 na 4 jaar einde aan de Grote Oorlog
    - Daders moeten gestraft worden
  • Opzetten van de Vrede van Versailles
    1. Expres in Frankrijk gedaan
    2. Naast boetes ook andere
    oorlog voorkomen

Slide 5 - Slide

Het einde van de oorlog
  • Oostenrijk-Hongarije: Veel stukken land zelfstandig geworden
  • Ottomaanse (Turkse) Rijk: Veel stukken land zelfstandig geworden
  • Duitse Rijk:
    1. Grootste boete: 132 miljard goudmark (2010 afbetaald)
    2. Verlies gebied 
    3. Niet meer dan 100.000 soldaten + geen voertuigen
    4. Verlies van alle koloniën 
    5. Alle leiders worden berecht

Slide 6 - Slide

Vrede en Welvaart
  • Duitsers voelden zich vernederd + slechte economie
  • In veel andere landen ging het juist wel goed: Vooral de VS
    1.  Geen schade van de oorlog
    2. Veel produceren voor Europa dat 'kapot' was
  • Voor het eerst werden luxe producten gekocht:
    - De consumptie steeg
    - Geen geld? Kopen op krediet ook mogelijk!

Slide 7 - Slide

Fascisme in Italië
  • Niet iedereen blij, zoals Italianen: democratie werkt niet!
  • 1924: Mussolini regeringsleider van Italië
    1. Had eigen ideeën over een goede samenleving: ideologie 
    2. Democratie = veel overleg maar geen resultaat
  • Een makkelijke oplossing: dictatuur 
  • De overheid controleerde de meningen en het 
    gedrag van het volk: een totalitaire staat / facisme 

Slide 8 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 3.2
BK: Opdracht 1 t/m leerstof 4
KM: Opdracht 1 t/m leerstof 3

Slide 9 - Slide

4.3
3.2 Welvaart, Crisis en dreiging

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat afgesproken werd in het vredesverdrag na de Eerste Wereldoorlog en hoe het ging met de economie in de jaren 1920.
  • Je weet hoe Italië een totalitaire dictatuur werd.


  • Je kan uitleggen hoe het ging met de economie in de jaren 1930.
  • Je kan beschrijven hoe Duitsland een totalitaire dictatuur werd.

Slide 11 - Slide

Duitsland werd het zwaarst gestraft van alle landen. Welke straffen kregen ze allemaal?

Slide 12 - Open question

Van oorlog naar wereldcrisis
  • Amerika ging heel goed na de Eerste Wereldoorlog
  • Mensen gingen investeren met aandelen
    - Steeds meer leningen om
    meer te verdienen
    - Onderpand is nodigvoor zo'n lening
    - Gaat goed TOTDAT de winst op lijkt te zijn

Slide 13 - Slide

Van oorlog naar wereldcrisis
  • 1929: De economie gaat voor het eerst weer naar beneden
    - Angst maakt dat veel mensen gaan verkopen
    - Veel verkoop = nog meer daling
    - Nog meer daling = meer angst
  • Hele economie stort in elkaar, Amerika wil geld terug!
    - Geleende geld aan Dui, Fr, Eng terugnemen
    - Niets meer kopen uit het buitenland --> wereldcrisis

Slide 14 - Slide

Crisis in Duitsland
  • Duitsland had het al heel zwaar met oorlogsschuld
    - Miljoenen mensen werkloos en op straat
  • Duitsland ging geld bijdrukken
    - Meer geld = Minder waarde
  • Politiek in Duitsland wist geen oplossing
  • Adolf Hitler had een plan!
    - Maar wel als dictator en met geweld

Slide 15 - Slide

Eén volk, Eén rijk, Eén leider
  • Eén volk, Eén rijk, Eén leider. Het motto van Hitler
    - Ontstaan van het nationaalsocialisme
  • Na de crisis van 1929: Enorme populariteit
    - 1933 Hitler als enige de baas

  • Tegenstander van de nazi's?
    - Gevangen, vermoord of 'overtuigd'

Slide 16 - Slide

Antisemitisme
  • De media mocht alleen vertellen wat Hitler wilde
    - Hitler werd alleen als geweldig gezien
    - Geen vrijheid van meningsuiting
    - Joden zijn de vijand van de samenleving
  • Het discrimineren van joden door hun ras: antisemitisme
    - Joden werden langzaam uit de samenleving gehaald

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 3.2
Opdracht 1 t/m samenvatting

Slide 18 - Slide