Gesprekken voeren

Gesprekken voeren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gesprekken voeren

Slide 1 - Slide

Planning van deze les:
1. Een goed gesprek voeren
2. Open en gesloten vragen 
3. Even testen
4. Verbale en non verbale communicatie
5. Omgaan met klachten 
6. Opdrachten uitwerken

Slide 2 - Slide

Een goed gesprek voeren, hoe doe je dat?

Luisteren
Samenvatten 
Doorvragen

Slide 3 - Slide

Luisteren
Om iets wat iemand heeft gezegd goed te kunnen begrijpen en samen te vatten, moet je erg goed luisteren en naar wat iemand zegt....

Denken jullie hetzelfde over dat wat besproken wordt of is er ruimte voor ruis?!


Slide 4 - Slide

Samenvatten
Vervolgens ga jij dit in jouw eigen woorden herhalen.
Dit doe je zo: Begrijp ik goed dat u zegt ...... en .......?
Het is een controlevraag. Je vraagt of jij het goed hebt begrepen en of jullie op één lijn zitten. 

Slide 5 - Slide

Doorvragen
Om de zaken nog helderder te krijgen.

Bijvoorbeeld:
Kunt u een voorbeeld geven?
Hoe is het gekomen dat ......?
Waar bent u precies geweest?


Slide 6 - Slide

Open en gesloten vragen: 

1. Hoe stel je een open vraag?
2. Wat is het verschil tussen een open en gesloten vraag?

Slide 7 - Slide

Even testen: speeddaten!
- Ga in tweetallen tegenover elkaar zitten
- Je voert een gesprek over afgelopen weekend met elkaar
- Je stelt de eerste ronde gesloten vragen
- Je stelt de tweede ronde open vragen  
- Na deze rondes ga je met de klas in gesprek over wat jouw opviel tijdens deze gesprekken.

Slide 8 - Slide

Tijd voor een filmpje
Verbale en non verbale communicatie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Communicatie
  • Verbale communicatie (met gesproken of geschreven tekst)
  • Non-verbale communicatie (met gebaren, zonder woorden)

Slide 11 - Slide

Maar wat als er iets niet goed is? Je krijgt te maken met een klacht! 

Slide 12 - Slide

Is er een protocol bij jou op het werk/stage hoe je moet omgaan met een klacht?
A
Ja
B
Nee
C
Ik heb geen idee

Slide 13 - Quiz

Heb je wel eens te maken gehad met een klacht op jouw werk/stage?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Opdracht: omschrijf een situatie waarin jij te maken hebt met het omgaan van een klacht. 
.


Bespreek met de klas wat jij deed in deze situatie. 

Slide 15 - Slide

Opdracht: ga op zoek naar de 5 gouden tips voor het omgaan met klachten. Noteer deze in Word. 

Slide 16 - Slide