AK_3_ Veel verschillende identiteiten

AK 3 | Veel verschillende identiteiten
Aardrijkskunde
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

AK 3 | Veel verschillende identiteiten
Aardrijkskunde

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt voorbeelden geven van (bevolkings-)groepen in Nederland met een nationale, regionale of lokale identiteit.
  • Je kunt ten minste één voorbeeld geven van regionalisme en van lokalisme in je eigen omgeving.
  • Je kunt voor jezelf beschrijven bij welke lokale, regionale, nationale of andere identiteit jij je het meeste thuis voelt.

Slide 2 - Slide

Identiteit
  • Wat eigen is van iemand, waar je een persoon aan herkent.
  • Vaak opvallende kenmerken zoals taal, kleding en tradities.

Friesland als voorbeeld:
  • Taal: Frysk
  • Sport: Fierljeppen
  • Eten: Fryske Sûkerbôle

Slide 3 - Slide

Nationale identiteit
Taal
Omgangsvormen 
Tradities
Godsdienst

Slide 4 - Slide

Regionale identiteit
Provincies in Nederland met verschillen tussen de bevolkingsgroepen. In Friesland spreek je bijvoorbeeld Fries, houd je van koude winters en veel natuurijs. In Limburg spreek je met een zachte G, eet je Limburgse vlaai en vier je carnaval.

Regionalisme: Als mensen hun regionale identiteit belangrijker vinden dan hun nationale identiteit.

Slide 5 - Slide

Regionale identiteit

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Lokale identiteit
Een sterke verbondenheid met je woonplaats
  • Gericht op eigen gemeente of dorp
  • Verschillen binnen een provincie
  • Vaak meer afgesloten naar buitenwereld

Lokalisme:
Als mensen hun lokale identiteit belangrijker vinden dan hun regionale en nationale identiteit

Voorbeelden:
  • Urk, Volendam, Terschelling?

Slide 8 - Slide

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van identiteit.
Nationale identiteit
Regionale identiteit
Lokale identiteit

Slide 9 - Drag question

Kun jij deze kenmerken aan het juiste land koppelen?
Peru
Nederland
Frankrijk
Marokko
USA
China
Japan
Spanje
Italië

Slide 10 - Drag question

Kun jij deze kenmerken aan plekken in Nederland koppelen?
Limburg
Heel Nederland
Curacao
Utrecht
Volendam
Rotterdam

Slide 11 - Drag question

Een voorbeeld van de nationale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Rotterdam
D
Europese identiteit

Slide 12 - Quiz

Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Leeuwarden
D
De Limburgse identiteit

Slide 13 - Quiz

De jaarlijkse kermis is weer in jouw stad en iedereen komt er op af!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 14 - Quiz

Amsterdam is wereldwijd bekend om haar grachten en prachtige grachtenpanden. Dit is een voorbeeld van
A
Lokale identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit

Slide 15 - Quiz

De Friese vlag is een uiting van de:
A
Lokale identiteit
B
Nationale identiteit
C
Regionale identiteit

Slide 16 - Quiz

Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 17 - Quiz

Aan het begin van het jaar viert iedereen in Brabant en Limburg gezamenlijk Carnaval
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 18 - Quiz

Buitenlanders zien Nederland vooral als het land van klompen, tulpen en molens.
Dit is een voorbeeld van:
A
Lokale identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit

Slide 19 - Quiz

Wat voor identiteit heeft het songfestival dat in Nederland gehouden werd?
A
Lokale identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Europese identiteit

Slide 20 - Quiz

Koningsdag is een uiting van de:
A
Lokale identiteit
B
Nationale identiteit
C
Regionale identiteit

Slide 21 - Quiz

Geef in woorden, of korte zinnen, aan wat hoort bij jouw persoonlijke identiteit.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video