Over breuken en verhoudingen

Over breuken en verhoudingen
Wat is een breuk?
Waar kun je die tegen komen?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Over breuken en verhoudingen
Wat is een breuk?
Waar kun je die tegen komen?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhalen metriek stelsel

Slide 2 - Slide

125mg = 1,25 dg
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

25g = 25000mg
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

350cg = 0,035kg
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

5000ml = 5dl
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

3dl = 300 ml
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

1dl + 1cl + 1ml = ? ml

Slide 8 - Open question

225g + 50mg = ? mg

Slide 9 - Open question

Kan Het Dametje Met De Cm Meten

Slide 10 - Slide

Wat weet jij al
 van de breuk     ?
41
timer
1:00

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Nog een keer:
  Teller         =  Het deel dat je neemt
  ------         =  De breukstreep
noemer      =  De delen die je hebt
Je kunt ook schrijven: teller/noemer

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
1/1 = 1:1 = 1,0            -> hele  
1/2 = 1:2 = 0,5         -> half
1/4 = 1:4 = 0,25      -> een kwart
3/4 = 3:4 = 0,75     -> drie kwart
De teller is groter dan de noemer
3/2 = 3 :2 = 1,5        -> anderhalf, 1 hele + 1 half
5/4 = 5:4 = 1,25     -> 1 hele en 1 kwart
12/8 = 12:8 = 1,5     -> 1 hele en 1 half

Slide 14 - Slide

Voorbeelden nu met procenten
1/1 = 1:1 = 1,0.          -> hele                                               100%
1/2 = 1:2 = 0,5         -> half                                                  50%  
1/4 = 1:4 = 0,25      -> een kwart                                      25%
3/4 = 3:4 = 0,75     -> drie kwart                                      75%
De teller is groter dan de noemer
3/2 = 3 :2 = 1,5        -> anderhalf, 1 hele + 1 half       150%
5/4 = 5:4 = 1,25     -> 1 hele en 1 kwart                        125%
12/8 = 12:8 = 1,5     -> 1 hele en 1 half                            150%

Slide 15 - Slide

Voorbeeld:
Een hond (15kg) krijgt een kuur tegen wormen.
Hij moet 50 mg Milbemax krijgen. Er zijn tabletten van 25mg.
50mg/25mg = 50mg : 25mg = 2 tabletten

Een hond van 4 kg moet 12,5mg Milbemax krijgen.
12,5mg/25mg = 12,5mg : 25mg = 0,5 tablet

Slide 16 - Slide

Wat is een breuk?
A
Een deelsom.
B
Een deel van een geheel.

Slide 17 - Quiz

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 18 - Quiz

Een breuk is een deel van iets
A
altijd waar
B
soms waar
C
nooit waar

Slide 19 - Quiz

Wat is in deze breuk de noemer?
A
3
B
2
C
5
D
6

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
Ga naar Teams - kanaal Rekenen - Tabblad Huiswerk Rekenen

Slide 21 - Slide