Les 2: Vulkanen en aardbevingen.

Vulkanen en aardbevingen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vulkanen en aardbevingen

Slide 1 - Slide

Les planning
Les doelen bespreken
Introductie filmpje hoe een aardbeving ontstaat
Theorie
Korte quiz
Zelfstandig werken
Vooruitblik 

Slide 2 - Slide

Les doelen
- Aan het eind van deze les kan je aan de hand van een kaart benoemen waar
   vulkanen en aardbevingen voorkomen;
- Aan het eind van deze les kan je uitleggen hoe een vulkaan ontstaat;
- Aan het eind van deze les kan je uitleggen hoe een aardbeving ontstaat en wat de gevolgen zijn.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog over
de opbouw van de aarde?

Slide 4 - Mind map

Hoe noemen we punt A?

Slide 5 - Open question

Waaruit bestaat de aardmantel?

Slide 6 - Open question

Op welk punt wonen wij?

Slide 7 - Open question

De aardkorst bestaat uit delen. Hoe heten die delen?

Slide 8 - Open question

Wat gebeurt er bij convergente plaatbeweging?

Slide 9 - Open question

Wat gebeurt er bij Divergente plaatbeweging?

Slide 10 - Open question

Welke plaatbeweging zie je hier?

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Aardbevingen
De meeste aardbevingen komen voor langs de breuklijnen van de aarde. Dit zijn grote platen op de aardkorst die zich heel langzaam voortbewegen. Hierdoor ontstaat wrijving en kunnen er aardbevingen ontstaan.

Sommige aardbevingen vinden ver van de breuklijnen plaats. Deze aardbevingen worden veroorzaakt doordat er druk ontstaat in de aardkorst waardoor deze in elkaar wordt geduwd of juist uit elkaar wordt getrokken totdat deze scheurt.

Linkje live aardbeving: https://weather-radar-live.com/nl/aardbeving/

Slide 13 - Slide

Schurende aardplaten
De aarde bestaat uit verschillende platen. De platen drijven op vloeibaar gesteente (magma). Magma stroomt heel langzaam.


Doordat magma heel langzaam beweegt, is er beweging en verschuiven de platen. Als 2 platen langs elkaar schuiven, dan ontstaat er een schok. Deze schok zorgt voor de aardbeving.


De locatie onder het aardoppervlak waar de aardbeving ontstaat, noemt het hypocentrum. De plek aan het aardoppervlak loodrecht boven het hypocentrum (dat is het punt waar de aardbeving het zwaarst is aan het aardoppervlak) noemt het epicentrum.

Slide 14 - Slide

Gevolgen aardbeving
  1. Complete stad verwoest
  2. Mensen liggen onder het puin
  3. Veel doden en wonden
  4. Gasleidingen zijn kapot en daardoor is er meer kans op een grote brand. 
  5. Infrastructuur kan compleet verwoest zijn, waardoor goederen niet meer naar een gebied kunnen dit zorgt voor economische schade.
  6. Mensen worden bang en misschien wel depressief, omdat hun droom huis/stad verwoest is.

Slide 15 - Slide

Meten van de kracht en schade van een aardbeving
Met de schaal van Richter wordt de kracht van de aardbeving gemeten.

Met de schaal van Mercalli wordt de schade van de aardbeving gemeten.

Slide 16 - Slide

Vulkanisme
Een vulkaan is een opening aan het oppervlak van een planeet waar gesmolten gesteente (magma), gas en brokstukken van vast gesteente door naar buiten komen. Meestal wordt er een berg gevormd rond de opening.

Wanneer gesmolten gesteente nog in de aarde zit noemen we dit magma.
Wanneer magma naar buiten stroomt noemen we dit lava. Wanneer lava buiten de vulkaan is zal het heel snel afkoelen en ontstaat er stollingsgesteente. 

Vulkanen kunnen op drie manieren ontstaan:
  1. Hotspot;
  2. Divergente plaatbeweging;
  3. Convergente plaat beweging.

Slide 17 - Slide

Hotspot
  • Een hotspot zit niet op een plaat grens, maar midden op de plaat. De aardmantel is op deze plek heel dun. Dus wanneer heet magma omhoog geduwd wordt kan het makkelijk erdoor heen.


  • Dit hete gesmolten gesteente (magma), noemen we zodra het uit de kern is lava. Wanneer lava afkoelt ontstaat er stollingsgesteente. Als dit proces heel vaak herhaald wordt ontstaat er na verloop van tijd een vulkaaneiland. 


Slide 18 - Slide

Divergent
  • Plaatbeweging uit elkaar – Twee tektonische platen bewegen van elkaar af.

  • Openingen in de aardkorst – Door de scheur ontstaat ruimte in de korst.

  • Magma stijgt op – Magma uit de aardmantel komt via de openingen omhoog.

  • Vorming van vulkaan – Het magma stroomt uit en vormt nieuwe korst en vulkanen, vaak op de oceaanbodem (mid-oceanische rug).


Slide 19 - Slide

Convergent
  • Botsing van platen – Twee tektonische platen bewegen naar elkaar toe; meestal schuift een oceanische plaat onder een continentale plaat (subductie).

  • Smelten van de oceanische plaat – De oceanische plaat zinkt in de aardmantel, smelt door hoge druk en temperatuur, en vormt magma.

  • Stijging van magma – Het lichte magma stijgt door scheuren en zwakke plekken in de aardkorst omhoog.

  • Uitbarsting en vulkaanvorming – Het magma bereikt het oppervlak en barst uit, waardoor een vulkaan ontstaat.\

Ezelbrug: Bij convergent ontstaat er een Kom.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Vulkaaneilanden
Hawaii, Canarische eilanden en Indonesië zijn voorbeelden van vulkaan eilanden. 

Deze landen worden gevormd door meerdere eilanden en dan spreken we van een archipel. Een archipel is een groep eilanden.

  • Hawaii is een archipel;
  • Canarische Eilanden zijn een archipel;
  • Indonesië is een archipel.

Slide 22 - Slide

Waar komen aardbevingen voornamelijk voor?

Slide 23 - Open question

Hoe noemen we de plekken waar aardbevingen plaats vinden?
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
C
Epicentrum en hypocentrum

Slide 24 - Quiz

Wat meten we met de schaal van Richter?
A
De kracht van de aardbeving.
B
De schade van de aardbeving.

Slide 25 - Quiz

Wat meten we met de schaal van Mercalli?
A
De kracht van de aardbeving.
B
De schade van de aardbeving.

Slide 26 - Quiz

Bij een aardbeving schuren twee platen tegen elkaar, hierdoor komen de plaat vast te zitten, maar doordat er altijd beweging is zal er door de toenemende druk een van de twee platen eruit klappen. Hierdoor komt een enorme schokgolf. Bij welke plaatbeweging hoort dit?
A
Convergente plaatbeweging.
B
Divergente plaatbeweging.
C
Transform

Slide 27 - Quiz

Wat is Lava?

Slide 28 - Open question

Wat is magma?

Slide 29 - Open question

Leg uit hoe een vulkaan ontstaat bij een hotspot.

Slide 30 - Open question

Zelfstandig werken

Slide 31 - Slide

Vooruitblik

Slide 32 - Slide